Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 22 (1908-1909)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 22
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 22Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 22

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.98 MB)

Scans (106.51 MB)

ebook (14.38 MB)

XML (4.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 22

(1908-1909)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Sonnetten.

I.

 
Moeder, ik voel een weenen zoo inwendig,
 
Ik hoor uw ijle stem zoover, zoo zacht;
 
Gij zwerft de aarde rond en gaat ellendig
 
En eenzaam dwalend in den donk'ren nacht
 
 
 
Moeder, ik zie u niet en toch bestendig
 
Weet 'k U onder veel verganklijks. O, wacht
 
Mij met Uw vage lijf en laat onendig
 
Uw blik m' aanschouwen. Moeder, wacht, o, wacht...
 
 
 
Moeder, ik zie en hoor U, tranen leken
 
Langs Uw effen kleed, en zacht, heel zacht
 
Hoor ik Uw stem van leed, die smeltend weeke.
 
 
 
Moeder, Uw tranen branden op mijn wangen...
 
Moeder, mijn stem is Uw stem, klacht bij klacht
 
Hoor ik U gaarn tot vreemd-droeve zangen.

II.

 
Hoe voel 'k mijn ziel weer aan de aarde
 
Die eenzaam was en peinzend 't leven dierf;
 
Hoe word 'k van zoete schoonheid zacht bevangen
 
En stijgt weer warmte en gloed, waar bleekheid stierf.
 
 
 
Een mensch die eenzaam was en slechts verwierf
 
Naar veelheid 't fel en bodemloos verlangen
 
Ben ik. Nu treed ik starend uit een langen
 
Nacht 't licht weer tegen, dat ik zocht en dierf.
 
 
 
Zoo heel veel strijd is over mij gegleden,
 
Eer mij een licht zoo mat en rustig klaarde.
 
Ik voel geen smarten meer en heb geen wenschen.
 
 
 
Ik ga genadevol tusschen de menschen
 
En zoek het leven waar de vreugd vervaarde.
 
Want hij verzacht, die zelf veel heeft geleden.

III.

 
Zooals de scheem'ring valt, en dan de nacht
 
En dan de dag weer gloort, zoo ben ik zelf;
 
Een boom van wind bewogen, 'n schoone elf
 
Die in de lente 't eerste wonder wacht.
 
 
 
Ik tast in 't eigen duister rond en delf
 
Met kracht, wat eenzaamheid en droefenis bracht;
 
En bìed 't den menschen als een koningsvracht,
 
Als 'n kostbaar kleed van onaantastb're elf.
[pagina 774]
[p. 774]
 
Waarom is schoonheid bij de menschen niet
 
En wordt een duffe leer als waar geprezen?
 
Waarom wordt waarheid als iets slechts verbannen?
 
 
 
O, menschen gaat Uw enge geest ontspannen,
 
Wees als een boom ter zonne opgerezen
 
Als 'n vrije vogel zingend vrij zijn lied.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken