Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 23 (1909-1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.37 MB)

Scans (108.74 MB)

ebook (8.49 MB)

XML (4.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

(1909-1910)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Over Toilet en wat ermede in verband staat.

Reisplannen.

Onze hoofdredactrice verzoekt mij, naar aanleiding eener tot haar gerichte particuliere vraag, een artikel te willen maken over de voor het Zuiden, de Riviera, méést geschikte kleeding. Nu, zij schrijft mij zoo dikwijls dat er géén plaats is voor mijn werk, dat ik dubbel blij ben thans door haar opdracht weer eens iets van mij te kunnen laten hooren. -

Het Zuiden! - - De hollander, die er voor het eerst heengaat, denkt daarbij aan zomerzon en zomerwarmte, aan bloeiende bloemen, en aan zitten op een bank aan de middellandsche zee - - en pakt een paar dunne zomer-japonnetjes in, en een zomerhoed van 't vorig jaar -, en, te Nice, te Menton, te San-Remo, te Monte-Carlo, waâr dan ook aangekomen, valt zij in dit voor het klimaat aldaar geheel ongeschikte en geheel niet de rigueur-toilet jammerlijk op; maar, wat nog veel erger is, zij loopt te rillen van de kou, ergert zich, dat dit nu het hooggeroemde Riviera-klimaat héét, deze koelheid, en eindigt drie tegen een met koude te vatten en een gedeelte van haar reisgeld achter te laten aan een of anderen steeds zeer duren dokter. -

Ik herinner mij, hoe ik, bij een mijner séjours in 't Zuiden, twee hollandsche jongedames heb gadegeslagen, die het type opleverden van zulk een dwaze vergissing. - Zij liepen in December, als het, óók aan de Riviera, maar een páár uurtjes van den dag warm is, en dan nog alleen in de zon, in witte neteldoekjes en fleurige katoentjes; - zij hadden luchtige zomersche Liberty-dassen gestrikt om zwierige Panama-hoeden; - zij hadden zich ten overvloede uitgedoscht met goedkoope, witte reismantels van véél te dunne voile-stof, die na één week reeds een verdachten goren tint kregen; - en iedereen keek haar na, lachte haar uit, maakte minder vleiende opmerkingen. - Toen het eigenlijk voorjaar, in Maart ongeveer, begon en ook andere menschen zich dunner en lichter begonnen te kleeden, toen was die veel te opzichtige en geheel onpractische quasi-elegance verlept en verflenst, (het geld ontbrak haar blijkbaar, als de meesten onzer, om zich geheel opnieuw uit te dosschen), en zoo was het einde, behalve nog een ongesteldheid van een harer, dat zij er, op den tijd waarop hare lichte zomer-toiletjes althans gedeeltelijk hadden kunnen dienen, afgetakeld en armoedig uitzagen; al hetgeen had kunnen worden vermeden, indien zij heel-gewoonweg hare hollandsche winterkleeding uit Holland hadden meegebracht, nevens dien overigen opschik.

Want, dat is voor hen die December, Januari, Februari, in het Zuiden willen vertoeven een hoogst-eenvoudig, en toch zoo veel-verwaarloosd voorschrift: meebrengen de winterkleeding.

Heusch, het is overdreven, het is zelfs dwaas, het bij vele hollanders ingevleeschte ideé, dat een Riviera-reis meebrengt de onkosten van ‘zooveel extra-toilet-moeten-maken’, waaronder dan wordt verstaan het aanschaffen van allerlei even ongeschikte als onnoodige luxe van lichte japonnen, en strooien hoeden, en kanten fichus, en wat niet al van op een zomer-badplaats veel-gedragene, maar in Nice en Monte-Carlo en Menton geheel niet op hare plaats zijnde zomer-drachten. - Een gewone toerist, die in de wintermaanden eenige weken in 't Zuiden denkt te vertoeven, hetzij in een hôtel, hetzij in een pension, hetzij in verschillende plaatsen, hetzij in ééne slechts, kan niet beter en verstandiger doen dan wanneer zij meeneemt voor dagelijksch gebruik een winter-wandelpak, eenvoudig en onopzichtig, géén bont-jacquette natuurlijk, maar een wandelcostuum van laken, cheviot, of serge, daaronder een wollen blouse (onvermijdelijk om mee te nemen voor vele koude dagen), bij mooier weêr een dunnere, van zijde of iets aanverwants. Verder voor 's avonds aan het

[pagina 429]
[p. 429]

diner een gekleedere japon, blouse en rok is in een pension voldoende maar in een fashionable hôtel niet gekleed genoeg, tenzij voor jonge meisjes en voor opera en dergelijke gelegenheden iets in denzelfden geest van ‘gekleedheid.’ Onontbeerlijk is een warme bont-boa (geen mof) of bont-kraag, of zoo iets, die men, als men in de zon zit kan afleggen, maar moet meenemen bij rijtoertjes en op verdere afstanden. Wat het artikel hoeden betreft, niets is dommer en meer provinciaal dan in December of Januari en Februari in het Zuiden te komen met een vóórjarigen hollandschen zomerhoed. Want ten eerste draagt men daar in die maanden géén zomerhoeden dan uit nood, uit gebrek aan chic, en ten tweede is een hoed, die in Holland nog geheel in de mode is, er in Nice en Monte-Carlo al lang uit, als hij van 'n vorig jaar dateert. -

Veel eleganter èn veel practischer is het daarom een nieuw-modische winterhoed op te zetten, en, hetzij een tweeden, méér eleganter, voor beter mee te nemen, hetzij zich, als het weder zich daartoe leent, want het eene seizoen is veel zonniger en vroegtijdiger lenteachtig dan het andere, in Nice of Menton een geheel up to date zomerhoed erbij aan te schaffen, die dan kan dienen voor Monte-Carlo, of voor zonnige uurtjes aan de promenade des middags langs het strand, of ook bij een of ander bepaald toilet, b.v. wit serge, wit laken, of iets van dien aard. Want, wie prijs stelt op chic, die is een wit wandel-costuum in zulk een stof absoluut aan te raden. Wit en crême tailleur-costumes worden nergens zooveel gedragen en komen zóó tot hun recht als aan de Riviera, maar men late zich niet verleiden wit-linnen of aan verwante lichte zomer-pakjes mee te sleepen. Dit staat niet alleen veel te koud, maar óók vulgair in de hoogste mate. Ook zij er de aandacht op gevestigd, dat ik hier bepaaldelijk spreek van wandeltoiletten en tailleur-costumes; gekleede-japonnen zijn namelijk op straat eveneens veel te dun en te zomerachtig om ook maar in de verste verte gedistingueerd te zijn. De gedistingueerde étrangère heeft een donker, maar vooral goed-zittend tailleur-costuum, met een mooi bont, en een winterhoed naar den laatsten smaak, en, bij mooi weder, een dito toilet in wit of crême laken; gesoutacheerd is dezen winter veel mode, met lange jacquette, en gecompleteerd door een naar gelang van het jaargetijde gekozen winter-of zomerhoed. -

Goed-zittende kleeren, naar den laatsten smaak, daarop zij den nadruk gelegd; aan de détails herkent men overigens de vrouw van smaak, die véél reisde; b.v., bruine en grijze schoenen, die minder stof aannemen dan zwarte, zijn bij sommige kleuren van japonnen zeer mooi en elegant, óók practisch; maar onder zwarte rokken vloeken zij, en doen integendeel lomp aan. Wie daarom zich niet de luxe kan veroorloven van allerlei soorten van schoenen, die doet beter één paar elegante zwarte leeren laarsjes of dito half-schoenen mee te brengen dan drie of vier grove bruine of linnen half-versleten voetbekleedingen. - Juist op het punt schoeisel is men aan de Riviera zeer oplettend. Sleeprokken op straat zijn natuurlijk even onpractisch als leelijk, maar de ‘fussfreie’ japon van den gemaakte-kleeren winkel, die veel te kort is gewoonlijk voor zoo menige reeds wat corpulente vrouw, maakt op de promenade den indruk van een onding van belachelijkheid. Men zorge daarom dat de rok precies van den grond staat, mèèr niet. - -

Een parasol moet óók in de wintermaanden niet worden vergeten, daar de zon, als zij er is, zeer steekt. Kleine bijzonderheden van fijne kragen, dito manchetten, van kant, enz. geven steeds aan elk toilet het ware cachet; hier moet de persoonlijke smaak der draagster zichzelven weten te raden. -

Bij het meenemen van een flinken grooten toiletspiegel heb ik mij-zelve steeds zeer wel bevonden; al munten fransche hôtel- en pension-kamers juist in dit speciale opzicht uit boven die van Duitschland en Zwitserland, toch is het steeds wenschelijk een eigen verzetbaren spiegel bij de hand te hebben, dien men bij het kappen enz. naar het licht kan draaien of wenden zooals dat noodig is. -

Ik heb natuurlijk niet gesproken in dit artikel van hen die bepaaldelijk willen meedoen met het uitgaan-leven in de groote hotels; wie mij daaromtrent om raad wil vragen zal ik echter gaarne beantwoorden; in het algemeen zij ook aan hen gezegd, dat zij zich voor op straat komen moeten houden aan mijn hier gegeven voorschriften, op straffe van anders een ordinairen indruk te zullen maken, terwijl voor de rest, voor het in de groote hôtels zeer ontwikkelde pret-leven, aan te bevelen is althans één gedécolleteerd toilet mee te brengen voor bals en grootere feesten, en verder meerdere lichte avond-toiletten (ook voor oudere dames is dit noodig), die allen zonder voorbehoud moeten zijn geheel

[pagina 430]
[p. 430]

up to date en geheel frisch; écharpes, avondmantels, in een woord alles wat mode is, komt voor zulk hôtel-samenzijn in aanmerking, kan echter in Nice, ook in Menton, veel beter gekocht worden dan in Holland-zelf, tenzij bij enkele geheel up to date winkels in den Haag of Amsterdam, waarvan ik gaarne adressen wil geven.

Nog zij gewaarschuwd dat men voor het carnaval en de bloemen-corso's zich niet mooi moet maken, maar integendeel uiterst eenvoudig en vooral niet opvallend voor den dag moet komen, daar de volte en het gedrang ontzettend zijn, zoodat men niets van elkanders chic toch ziet, terwijl bovendien de bloemen waarmee men wordt geworpen vlekken dikwijls, en de trams, de gehuurde zitplaatsen, etc., etc., lang niet altijd schoon zijn bij zulke gelegenheden, waarbij iedereen op de been is. In het carnaval is het zelfs wenschelijk bepaald oude plunje aan te trekken - ook al weer tenzij men behoort tot een of ander uitgaand hôtelkringetje.

Het spreekt van zelf dat deze algemeene regels zich nog laten aanvullen in allerlei opzichten. Ik wil gaarne, indien men daarom vraagt verdere inlichtingen verschaffen; gelijk ik begon met te zeggen, het is een geheel onnoodige dwaasheid zich voor het zuiden te willen uitrusten met een quasielegantie van zomer-opschik; veel beter en veel practischer is het te zorgen voor een gedistingueerde winterkleeding, die niet àl te warm is, zooals een bontmantel; (ofschoon ook deze, om hem àpart mee te nemen, een zeer aanbevelenswaardig bij-artikel blijft, voor rijtuig-tochten, enz.)

Redactrice toilet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken