Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 23 (1909-1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.37 MB)

Scans (108.74 MB)

ebook (8.49 MB)

XML (4.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

(1909-1910)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Hoofdartikel
Waarom Boekbeoordeelingen?
door S.M.

Lieve Jetty.

Voor mij ligt je brief.

Ik herlees je vragen en glimlach.

Nog altijd de oude dus!

Verontwaardigd, misschien gekrenkt, omdat ik een boek, dat door de pers met veel reclame erin geloopen is, niet zoo buitengewoon ‘superieur’ vind.

En nu je verzoek, eerlijk antwoord te geven op je beide vragen: ‘Komen die goede boekbeoordeelingen de auteurs ten goede? - en dan: ‘Acht je beoordeelingen beslist noodig?’

Zie je, kindlief, als ik heel kort moest zijn, zou ik kunnen volstaan met vraag één met ‘ja’, en vraag ‘twee’ met een beslist ‘nèen’ te beantwoorden.

Dat valt je tegen, hé, Jetty?

Ik zie in gedachten al je teleurgestelden

[pagina 482]
[p. 482]

blik. Maar weet je wel, dat ik altijd om je moest lachen, als je onmiddelijk na het verschijnen van een nieuw boek, alle moeite deed een zekere hoeveelheid beoordeelingen machtig te worden, om, zoodra er sprake van dit boek was, het wèl of nièt mooi-zijn er van te bewijzen, zelfs al had je er geen regel van gelezen.

Wat heb ik je vaak geplaagd met je kinderachtig vasthouden aan de woorden van de verschillende recensenten.

Is niet elke smaak persoonlijk?

Heeft joù lieve Jetty, niet wel eens een paar bladzijden van fijn gevoel of van groote waarheid in een boek zoò zeer getroffen, dat je niet kon begrijpen dat dit boek slecht was beoordeeld?

Weet je hoe dit kwam?

Dat mooie gedeelte was den recensent gewoonweg ontgaan!

Ontgaan?

Je gelooft mij niet.

Weet je wel, Jetty, dat den recensent meer ontgaat dan dat hij leest?

Ja, heusch, word nu maar niet boos, want het is de waarheid.

Als de recensenten allen plichtgetrouw en waarheidslievend waren, als zij volbrachten wat zij op zich namen en waarvoor ze aangesteld en... betaald werden, zie, dan zouden boekbeoordeelingen in alle opzichten beslist noodig zijn.

Nu, komen zij alléen dan de auteurs ten goede als de beoordeelingen gunstig luiden.

Over het algemeen zou ik er beslist voor zijn om alle boekbeoordeelingen af te schaffen.

Waarom?

Wel, lieve Jetty, jij die er buiten staat, die met geen enkelen recensent bevriend bent of in verbinding staat, jij weet niet, hoe soms alles van een stemming of van een gril van een recensent afhangt.

Het is me herhaaldelijk opgevallen, en - het behoort tot de groote uitzonderingen, hoe onze redactrice, Mejonkvrouwe de Savornin Lohman met een buitengewone eerlijkheid en onpartijdigheid de haar toegezonden boeken beoordeelt.

Men ziet heel nauwkeurig hoe deze recensente vòor zij het boek bespreken gaat, het niet alleen eerst heeft gelezen, maar ook grondig heeft doordacht.

Dit bewijst weer de groote eerlijkheid van haar karakter.

Mejonkvrouwe de Savornin Lohman teekent geen boekbeoordeelingen met haar naam als ze van het boek in questie slechts een paar enkele bladzijden heeft ingezien.

Hoevelen doen dit helaas wèl!

Herhaaldelijk komt het voor, dat door een slechte bladzijde, een overigens uitstekend boek, totaal wordt afgemaakt.

Is het niet wreed, en - oneerlijk, dat de recensent zoo willekeurig zijn taak vervult?

Stel je voor, dat een jong auteur, jaren aan een boek heeft gewerkt, waar hij heel zijn hart en ziel heeft ingelegd.

Natuurlijk verwacht het jonge mensch een nauwkeurige bespreking in de periodieken waarheen de uitgever een recensie-exemplaar heeft gezonden.

Wat gebeurt nu?

Bij dezen tijd van uitgaven, worden den recensent nog tal van boeken toegezonden.

De recensent is keurig.

Hij ziet de titels - ziet de namen der schrijvers, en... legt de onbekenden ter zijde, om zich vol ijver op de lezing te werpen van die auteurs die in de mode zijn.

Zijn tijdschrift en zijn ‘talent’ is hij verplicht een verheerlijking op den bekenden X. of Y. te schrijven.

Deed hij dit niet, dan zou hem al spoedig worden verweten, dat hij niet het minste verstand van letterkunde had.

Nu krijgen ten slotte zij een beurt, wiens naam nog maar heel even of misschien nog heelemaal niet bekend is.

‘Jammer voor dat tijd verknoeien,’ denkt de recensent, terwijl hij een wanhopigen blik werpt op de hem toegezonden recensie-exemplaren, die langzamerhand tot een heel stapeltje is aangegroeid.

‘Nevermind’ zegt de recensent, neemt het eerste het beste boek ter hand, slaat het open en begint zonder iets van de vorige bladzijden te weten een bladzijde te lezen, misschien slechts de helft ervan.

Voor hem, den vlugge, is eene enkele bladzijde genoeg om zijn oordeel te vellen.

Wat doet het er toe, de man heeft tòch nog geen naam! Als 't nu een beroemdheid was, ja dan!...

Zie, lieve Jetty zóo gaat het in de meeste, gelukkig niet in alle gevallen, maar.. het scheelt niet veel.

Het is ergerlijk te weten hoe bij boekbeoordeelingen en o zoo veel van relaties, van vriendschappelijke verhoudingen en van de bui van een recensent afhangt.

Zelfs de vriendinnen van een recensent kunnen als het het werk van een schrijfster

[pagina 483]
[p. 483]

geldt o zooveel invloed uitoefenen op de beoordeeling van den recensent.

Onlangs hoorde ik het volgende, waarvan ik voor de waarheid geheel kan instaan.

Een recensent geeft van drie achter-elkaarverschijnende boeken van een schrijfster de meest gunstige, bijna schitterende beoordeelingen. Hij is zeer ingenomen met het werk van de schrijfster, en bespreekt het uitvoerig in de verschillende tijdschriften waaraan hij medewerker is, en biedt de schrijfster aan zoodra weer een nieuw werk verschijnt dit wederom te bespreken.

Als de schrijfster hem wil bedanken zegt hij eerlijk, dat zij in het minst niet dankbaar behoeft te zijn, want hij is zeer met haar werk ingenomen en het is hem een genoegen haar boeken te lezen en te bespreken.

Even voor het vierde boek verschijnt, wordt de jonge letterkundige bevriend met een dame, die ook schrijft, maar zoò, dat haar manuscript door alle groote uitgevers van ons land wordt geweigerd en om zich toch gedrukt te zien, laat zij haar boek dat niemand op risico wil uitgeven op eigen kosten drukken.

Ze weet maar al te goed, dat de vriendrecensent met zijn talrijke relaties gaarne voor de noodige goede beoordeelingen zal zorgen.

Dit gaat gemakkelijk onder collega's alleen, maar een ‘ach amice, doe me het genoegen en zeg een vriendelijk woordje van dit of dát boek’, en... 't is in orde.

Ondertusschen verschijnt het vierde boek van de schrijfster, wier werken tot nu toe zoo goedgunstig door den recensent besproken en beoordeeld zijn.

De schrijfster deelt haar uitgever mede, dat zij persoonlijk het recensie-exemplaar voor het blad waaraan het jonge mensch recensent is, den recensent zal doen toekomen, met het verzoek dit boek nog voòr Sint Nicolaas te bespreken.

Vol spanning, maar met weinig ongerustheid, ziet de schrijfster de beoordeeling tegemoet, wel vertrouwende, dat deze evenals bij de drie vorige boeken van het zelfde genre gunstig zal luiden.

Maar de schrijfster heeft in haar onnoozelheid? niet eraan gedacht, dat niet alleen met den recensent, maar ook met diens ‘letterkundige?!’ vriendin rekening moet worden gehouden.

De letterkundige vriendin jaloersch waarschijnlijk op de vroeger zoo goede beoordeelingen, verzoekt het boek te mogen lezen en voor hem te beoordeelen. Een eerlijk recensent had dit geweigerd.

Resultaat! - De schrijfster ontvangt na een paar dagen bericht, dat het boek te leelijk is om te lezen! zoodat het buiten bespreking bleef! Echt vrouwelijk zulk een beoordeeling, niet waar?

En nu ten bewijze, dat de recensent zich alleen door de jaloezie der vriendin had laten leiden, wil ik nog even het verhaal ten einde vertellen.

De schrijfster, die het voor haar uitgever héél vervelend vond, dat haar boek niet in het bewuste weekblad besproken zou worden, ging met een nieuw exemplaar naar den uitgever van het blad, en vroeg of dit boek kon besproken worden, dat door een misverstand eerst heden werd toegezonden. De uitgever-redacteur noemde den naam van X den recensent.

De schrijfster vertelde, dat zij dezen kende, en er veèl prijs op stelde, dat het boek door iemand werd besproken, die haar totaal vreemd was. De uitgever had de vriendelijkheid haar dit te beloven.

Eenige weken later verscheen een schitterende beoordeeling van het boek, waarvan de andere recensent op aanhitsing van een vrouw, verklaard had, dat het te leelijk was om te lezen.

Zie lieve Jetty, als je zulke dingen hoort, dan gaat al gauw je geloof in de onkrenkbare eerlijkheid van een recensent voor goed verloren.

Eerst dan als elk recensent ieder boek zelf zou lezen, en doordenken en zoowel het goede, als het slechte van het werk zou aanduiden zoodat de auteur op zijn fouten opmerkzaam gemaakt veél uit zulk een eerlijke beoordeeling zou kunnen leeren, eerst dàn zou ik met veel beslistheid zeggen: Alle beoordeelingen zoowel goede als slechte komen den auteur ten goede.

Nu behalve een héel enkele uitzondering na, ik noemde als allerbeste uitzondering freule de Savornin Lobman, die beslist eerlijk en onpartijdig elk boek eerst beoordeelt na lezing, en het werkelijk niet met haar geweten zou kunnen overeenbrengen, om ten koste van relaties of vriendschap een goede critiek te geven van een boek, dat zij slecht vindt, en omgekeerd, de beoordeelingen partijdig zijn, en de recensenten geen verantwoording geven van de taak, die zij op zich hebben genomen, acht ik recensies overbodig.

[pagina 484]
[p. 484]

Ieder beoordeelt toch een boek volgens zijn eigen smaak, is het niet?

Sommigen lezen alleen om te genieten van de letterkundige waarde van een boek, anderen weer is het alleen om den inhoud te doen. Ware het niet veel beter dat iedere lezer zelf oordeelde, vrij van recensie-invloeden?

Voor jou, lieve Jetty, ware dit niets.

Je zoudt gewoonweg in den beginne geen enkel boek aanraken, als niet eerst recensent A of B er zijn heilig oordeel over had gegeven.

Toch, ten slotte, geloof me kind, nam je een boek op, uit zucht tot lezen, je las het en ging uit eigen oogen zien.

Je oordeel was geen na-praten meer, maar de vrucht van ernstig-lezen, en denken, en hoe dit ook moge luiden, het zou eerlijk zijn - en dat was veel waard.

Wees nu niet boos, dat ik je dit alles zoo onomwonden schrijf, maar mijn antwoord is een noodzakelijk gevolg op de vragen, die je mij in je brief hebt gesteld.

Je weet nu eerlijk mijn meening.

Òf, hoogst-ernstige, gewetensvolle, onpartijdige goed-doordachte en voor-den-auteur-beleerende recensies, òf anders,... wèg met alle beoordeelingen. Ik ken nu al een uitgever, die als een van de eersten in ons land geldt, en een uitstekend zakenman is, die zoo weinig waarde aan beoordeelingen hecht, dat hij liefst geen recensie-exemplaren naar de weekbladen en maandschriften meer zendt, tenzij de auteur er bizonder op is gesteld.

Hij is het geheel met mij eens, dat ieder mooi, boeiend, geestig, lezenswaardig boek wel zijn weg vindt, ook zonder afkammende, ophemelende, of afbrekende, hatelijke en slechte beoordeelingen. En dan die reclameachtige lijst van schitterende beoordeelingen?

Ach kom, lieve kind, begrijp je dan niet, dat uit elke beoordeeling alleen het goede, soms maar een paar kunstig-werkende bijvoegelijke naamwoorden zijn gebruikt, en al het leelijke of afkeurenswaardige uit de critiek, gewoonweg is weggemoffeld bij de recensie-aanprijzingen.

Als ik te zeggen had, geèn critieken hoor.

En dan die arme recensenten, die zoo gaarne hun honorarium innen?

Ja, die zouden leelijk op hun neus kijken. Maar misschien help jij met je gedweep met boek-kritieken die arme werkelooze recensenten dan wel aan een ander baantje, hé, Jetty?

Nu dag, lieve kind.

Schrijf eens gauw terug!

Een hartelijken zoen van

Je je liefhebbende,

SOPHIE M.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken