Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 23 (1909-1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.37 MB)

Scans (108.74 MB)

ebook (8.49 MB)

XML (4.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

(1909-1910)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Boekbeschouwing.

‘Golgotha’ door Wladan Georgewitsch.

Misschien herinneren mijn lezers zich nog, dat ik de vóór enkele jaren verschenen Mémoires van den ex-minister-president van Servië, terstond bij de uitgave, uitvoerig besprak, om de zéér interressante onthullingen, welke zij bevatten aangaand hetgeen vóórafging aan den koningsmoord op Alexander en zijne, - hoe men ook over haar denken moge, - dóór haar vreeselijken dood in èlk geval diep te beklagen vrouw.

Wat hij dien eersten keer gaf als geschiedenis, dat heeft George Georgewitsch déze maal omkleed met een romantisch waas; d.w.z., niet hetzelfde stuk levensherinnering, waarover zijn Mémoires handelen, maar een ander uit zijn zoo nauw met Koning Milan's leven verbonden ministerbestaan wordt door hem ìn Golgotha aan de vergetelheid ontrukt. En indien ik dezen ‘roman’ dan ook even zeer als de Mémoires met gretige belangstelling las, het is omdat hij eigenlijk niets anders behelst dan historische feiten, nuchter en onverbloemd aaneengereid, enkel verdicht wat aangaat de voor elkéén doorzichtige namen als Moravie voor Servië, koningin Irene voor Koningin Natalie, enz.

Geschiedenis, niet die van de geschiedboekjes, welke ons op school worden ter lezing gegeven, maar die welke tijdgenooten schrijven omtrent hetgeen achter de schermen gebeurt, omtrent de ware beweegredenen, die regeerders en vorsten doen handelen, zij is dikwijls veel boeiender, veel dramatischer, dan welke spannende roman ook, uitgesponnen in fantasierijke hersenen van schrijvers en dichters. Ieder die in dezen Balkanroman méébeleeft het intieme drama, dat vóórafging aan de afdanking van koning Milan ten behoeve van zijn zoon Alexander, drama niet verzonnen, maar bijgewoond van a tot z door zijn lijfarts en vriend George Georgewitsch, zal moeten erkennen dat hetgeen hem hier wordt ge-

[pagina 491]
[p. 491]

boden minstens even interressant is als de verzonnen liefdes-nooden en levensrampen, waarop de groote meerderheid der romans ons onthalen, en die bijna zonder uitzondering vermoeiend op elkaar gelijken, juist omdat zij ‘bedacht’, van elkaar-nà-gedaan zijn.

Toch, niet om den roman, of om de feitengeschiedenis als zoodanig, trof mij Golgotha in de alleréérste plaats.

Voor mij zijn deze onthullingen een bewijs te meer, voor de zóóveelste maal, van de overwegende rol ten goede of ten kwade, die de vrouw speelt in het leven van den man, rol, welke haar oneindig machtiger en invloedrijker maakt op èlk, ook het verst-reikend gebied, dan door wèlke feministische ‘rechten’ ook. Omdat het hier geldt haar vrouwenmacht, haar alles-beheerschende macht van behoorende tot die andere sexe waarbuiten de man niet kan.

Indien Koningin Natalie-, en laat mij er dadelijk bijzeggen dat óók George Georgewitch, zoo min als iemand anders, haar schuld toewijst, - indien zij geweest ware de zich gévende, de zich haar rol van echtgenoote bewuste vrouw van liefde, inplaats van te willen wezen een koude, haar eigen-wil dóórzettende, héérschzuchtige méde-regeerster, men kan gerust zeggen, dat noch de afdanking van Milan, noch. de ellendige ondergang van Alexander ooit zouden hebben plaats gehad.

Koning Milan had vóór en boven alles nóódig een liefhebbende vrouw.

Gezonde man, met een sterk-ontwikkeld zinnen-leven, verlangde hij met recht van haar die zijn troon deelde, die, na zijn eenzame jeugd, gekomen was in zijn leven om er zóógenaamd liefde te brengen, dat zij hem in de éérste en éénige plaats zou wezen zijn echtgenoote, de herhaaldelijk blijmoedigvruchtdragende trotsche moeder van een gróót aantal prinsen en prinsessen.

Inplaats daarvan vond hij een geheel en al met hare eigene trotsche schoonheid egoist-vervulde ‘ikheid’, die, nadat ze noodgedrongen haar ‘plicht’ van den lande een kroonprins geven had vervuld, geen andere gedachte meer had dan zich voor een herhaling van het zwangerschap te vrijwaren, opdat hare schoonheid en jeugd ongerept zouden blijven, wier ideaal er niet naar uitging te zijn, zooals b.v. de Keizerin van Duitschland het zoo mooi verstaat, de echtgenoote en de moeder op den troon, maar wèl, de mede-een-rol-spelende, mede-raad-gevende, mede-besturende koningin. Lees deze bladzijden, waarin Koning Milan zich over haar uit:

Wat te zeggen van een vrouw, die tot zichzelve zegt:

Ziezoo, nu heb ik tegenover mijn man en mijn land mijn plicht volbracht, en de rest gaat mij niets aan; nu behoor ik voortaan aan mijzelve, en aan de zorg voor het instandhouden mijner schoonheid. Vrouwen van ondervinding hadden haar gezegd, dat het beste middel tot dat doel is geen kinderen krijgen, en tevergeefs bracht men haar onder het oog: een jonge dynastie wordt niet door één enkelen troonopvolger voldoende bevestigd; vruchtdragen is immers het eigenlijke doel van het vrouwelijk organisme, en daarom draagt het ook wel degelijk bij tot het behouden van schoonheid. Alles tevergeefs, haar slaapkamer bleef voor den echtgenoot op slot. Ik, die tot u spreek, was toen een fatsoenlijk man, ik was niet verliederlijkt. Ik had het huwelijk lief, het scheen mij vies buiten het eigen onbesmette thuis heimelijke genoegens elders te moeten gaan zoeken.

Neen, zeg niet, dat zulk een aanklacht ‘overdreven’ is, verzonnen ‘roman’ taal. Dat hij mij zoo trof, dat hij mij een bevestiging te méér werd van de geheime ‘schuld’ van zoovele op hare ‘deugd’ zoo pratgaande, en over de ‘ontrouw’ van haar man zoo aandoenlijk-klagende vrouwen, dat is immers juist, omdat ik wéét de werkelijkheid zoo te zijn in méér dan één geval, waarin ik werd, - door mijn onversaagd juist in dat opzicht de dingen bij den naam durven noemen, durven veroordeelen de schijnbaar deugdzame egoiste vrouw tegenover den door haar feitelijk tot ontrouw genoodzaakten man, - van dezen laatsten de confidente, de, zonder dat hij mij vroeger persoonlijk kende, door hem opgezochte vriendin, omdat hij, uit mijn schrijven over die dingen, in mij had gevonden een vrouw, die éérlijk was, en die begréép. Ik zou ze u b.v. met name kunnen aanwijzen die oogenschijnlijk door haar echtgenoot zoo verguisde eenzame gade, die al haar leven de rol heeft gespeeld van de bitter door hèm verongelijkte, op het punt van echtelijke trouw, en die, precies als Koningin Natalie, hem dreef met dat al tot die uitspattingen, omdat zij-óók, ná het eerste kindje, de deur op slot gooide, en halsstarrig weigerde hare toch immers door het huwelijk op zich genomen huwelijksplichten aan haren man te vervullen. Hij was een ontwikkeld en zeer begaafd man, zij dreef hem, door haar weigering, tot steeds grooter afdwalingen op zedelijk gebied;

[pagina 492]
[p. 492]

zij echter speelde tegenover de maatschappij de nuttige, deugdzame, zich voor alle maatschappelijke quaesties interresseerende ‘verlaten’ echtgenoote. En toch, wie was hier in den grond het méést te veroordeelen, deze sterk-zinnelijke man-natuur begeerig naar een gróót gezin, van ganscher harte bereid om, - met zijne groote gaven ruimschoots in staat daartoe ook - voor talrijke kinderen het brood te verdienen door hard werken, en veroordeeld, inplaats daarvan, tot het samenleven met een beslist slechts één kind willende vrouw, of die dorre, egoiste, onverschillige echtgenoote, die zich wel den knappen, rijken, voor de wereld véélbeteekenenden echtgenoot had willen verkoopen op het stadhuis, maar achter de schermen weigerde háár deel van het contract éérlijk na te komen, zich er aan onttrok door een eenvoudig de deur op het nachtslot gooien, en die, diens-ondanks, aan jan-en-alleman durfde uitschreeuwen haar verongelijkt beleedigd bestaan van ‘bedrogen’ echtgenoote, - daarom werd beklaagd óók?

Of, wilt ge nog een ander werkelijkheidsvoorbeeld, dat misschien nog droeviger is, laat me U dan vertellen van het bezoek, dat ik eens kreeg van een door een dergelijke wreede gedwongen-onthouding bijna tot krankzinnigheid opgezweepten ongelukkige, die mij bekende: ‘Ik wil trouw blijven aan mijn vrouw, ik wil - maar ik voel dat ik, na zeven jaren van haar-aanhoudend-weigeren, niet meer kan, dat ik, of elders moet zoeken wat zij niet wil geven, of zal ondergaan in zenuwziekte, en erger. Mijn werkkracht verlamt, mijn gedachten concentreeren zich aldoor op dat ééne punt, en, geen enkele voorstelling, geen enkele bede, vermag iets op mijn vrouw, omdat zij bang is voor een tweede zwangerschap’. - - Ja, dat alleen hield die vrouw tegen van het volbrengen van haar echtelijken plicht, een laffe, kinderachtige angst. En toch, - haar man, die zichtbaar onder den pantoffel zat, was daarvan angstvallig overtuigd - als hij zijn troost ten slotte elders zocht bij eene die niet ‘bang’ zou zijn voor eventueele gevolgen, dan zou zij hem nooit vergeven, dan zou zij hem overal uitkrijten als den misdadigen zondaar bij uitnemendheid, den vernieler van hun huiselijk geluk.

Want, juist dáárom zeide ik hoe dat geval mij zoo byzonder droevig voorkwam, zij was héél tevreden met haren om hárentwille zich tot kuisch leven veroordeelenden echtgenoot. Zij bekommerde zich niet, om zijne folteringen noch om haar eigen schuld aan hem. Zij had een kind, een thuis, een geachte positie in de maatschappij; alles dóór dien man, dien zij het leven tot een hel maakte! En zij zou heel beleedigd-verwonderd zijn geweest, hadt gij haar durven zeggen dat gij haar gemeen en onzedelijk vondt. Toch, m.i. was zij dat, zij veel meer dan de eene of andere op straat zich voor haar oogenblikkelijk plezier aan 'n toevalligen man gevende vrouw, om van die zich voor geld moeten verkoopen niet eens te spreken.

Wij weten allen wat uit Koning Milan is geworden; óók een, die zijn geluk is gaan zoeken bij maîtresses die - Koningin Natalies eigen ‘Mémoires’ zijn dáár om het ons te vertellen, - zoover ging ten slotte, dat hij, onder de oogen zelve zijner wettige vrouw, de Koningin, een favorite onderhield, welke door de eerstgenoemde, de driftige Natalie, ten slotte met een rijzweep uit het Paleis is gejaagd. Wij weten óók allen, dat Natalie, evenals elke andere vrouw, in zoo'n geval, degene is geweest, die werd bekláágd, en werd gelijkgegeven, en dat hare, eindelijk door haar man dóórgezette echtscheiding, in de oogen van Europa was een verachtelijke misbruikmaking van macht zijnerzijds, waarom men met háár moest medelijden hebben, niet met hem. Toch, wie leest onpartijdig de geschiedenis, hij zal moeten erkennen, dat Natalie-zelve heeft gewild haar ongeluk, en dat zij veel meer heeft betreurd daarin het verlies van een troon dan van haar moederschap. Juist omdat George Georgewitch zeer onpartijdig zich stelt in deze geheele zaak, en erkent zelf hoe hij het was, die de veel-besproken acte van echtscheiding, door den Aartspriester, eigenhandig uitgevaardigd, eigenlijk ontwierp om Milan te helpen, juist omdat de ex-minister zich bij deze feitenerkenning stelt veel meer nog op het standpunt van aanklager van Milan, wiens echtscheiding hij af keurt, dan van Natalie, juist dáárom kan men wèl aannemen dat zijn getuigenis waarachtig is en betrouwbaar! Welnu, dan moet men voor de zooveelste maal erkennen: achter de schermen is de vrouw veel machtiger, veel invloedrijker, beheerscht zij veel afdoender het lot, èn van personen, èn van geheele rijken, dan welke man misschien ook! Helaas, dat zij zoo dikwijls van dien alles beheerschenden invloed, juist op dit speciale gebied, misbruik maakt om te zijn niet des mans goede maar zijn kwade engel!

 

ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Vorstenschool


auteurs

  • Anna de Savornin Lohman

  • over [tijdschrift] Tijdspiegel, De

  • over C.L. Torley Duwel

  • over Johan Hora Adema

  • over Marie Metz-Koning