Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 23 (1909-1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.37 MB)

Scans (108.74 MB)

ebook (8.49 MB)

XML (4.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

(1909-1910)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.

I. De kiesvereeniging te Stellendijk.
(Ingezonden).

Evenzoozeer als de fantastische ideën van ‘Jules Verne’, in den loop der tijden vasten vorm hebben gekregen, - al ware het alleen in de gebruikneming van onderzeesche booten, - zoo ook dreigt nu in verwezenlijking te komen: de idee van de schrijver der ‘Kiesvereeniging van Stellendijk.’ - De raadsleden, met hun achtbaren Voorzitter zitten te discusseeren over belangrijke stedelijke (dorpelijke) aangelegenheden, maar kunnen niet tot eenstemmigheid geraken. Het woord is nu aan de Veldwachter. Diens advies geeft de doorslag.

Dit blijspel kwam mij levendig voor den geest, toen ik heden in het dagblad ‘De Tijd’ van 10 Maart 1910, - eene verklaring zag gepubliceerd van Mr. Aalberse, Leiden 9 Maart 1910.

Deze heer erkent, dat de in voering van gezinshoofdenkiesrecht onvolkomen moet worden geacht wanneer men de gezinnen die (welke) hun manlijk hoofd (hebben) verloren, ongerepresenteerd laat Zijne redeneering is deze: Zelfs aangenomen dat het gezinshoofden-kiesrecht (kletsrecht) er logisch toe zou leiden, om óók het gezin, waarvan een vrouw aan 't hoofd staat, niet onvertegenwoordigd te laten, dan nog behoeft dit degenen, die principieel tegen het politieke vrouwenkiesrecht (kletsrecht) zijn, niet af te schrikken; men zou hier het voorbeeld van onze waterschaps-wetgeving (reglementeering) kunnen volgen. Dus behoeft zich niemand te stellen tegen het organisch-kiesrecht (kletsrecht) De vrouw die eigenares is van een stuk grond kan een mannelijk gemachtigde zenden.

Nu moet de lezer weten, dat bij waterschapsverkiezingen van Ingelanden, niet alleen de vrouw-eigenares maar ook de man-eigenaar, iemand kan afzenden naar de stemming, met een door haar (of hem) onderteekende volmacht, - gewoonlijk in blanco afgegeven aan den veldwachter; wiens moeite dan beloond wordt met een paar fijne sigaren of een prop.

Deze regeling heeft - naar Mr. Aalberse verklaart - zijne volle symphathie. Hij moet er zich nog wel eens over bedenken, maar in schema heeft het zijn beslag. -

 

Zoo zal, in den toekomstigen tijd, de Veldwachter langs ons huis komen met een emmertje aan zijn arm om de stembiljetten op te halen en zijn we verder van alle sousa af. Een genieus idee. In plaats van aan Jan en Piet en Klaas eenvoudig het advies vragen van den Veldwachter.

De kies(klets)vereeniging van Stellendijk!

 

10 Mrt 1910.

H. VAN HOLK.

[pagina 586]
[p. 586]

II. Een uit velen.

Ik wou, dat onze geachte redactrice en de lezers van de Hollandsche Lelie l.l. Vrijdag eens tegenwoordig waren geweest in de vergadering van Volksonderwijs, waarin Dr. Mouton inleidde het onderwerp: Afzonderlijk onderwijs aan slechthoorenden.

Ik ben er van overtuigd, dat allen bewogen zouden zijn geworden over het ongelukkig lot van zoo'n groot getal misdeelden in onze maatschappij, die door geheel of gedeeltelijk gemis van het gehoor of een gebrek aan de gehoororganen, zoo ontzaglijk veel moeten missen.

Aandoenlijk was het de inleider te hooren voorlezen een gedeelte uit een opstel: SchoolervaringenGa naar voetnoot1) opgenomen in No. 10 van het Officieele orgaanGa naar voetnoot2) v.d. Bond van Slechthoorenden, ‘het gehoor’, van Jan./Febr. 1909.

‘Och, ze zijn werkelijk zoo aangenaam niet, de ondervindingen op school opgedaan!

Nog kan de herinnering er aan mij bitter bedroefd stemmen, maar ik wil ze nu toch eens neerschrijven en weergeven. Misschien kan het voor ouders van doove kinderen van nut zijn te vernemen, in welke richting zij hun kinderen niet moeten sturen! Al zou ik maar één enkel doof kind de ervaringen besparen, die ik op school heb opgedaan, dan was mijne moeite reeds rijkelijk beloond. Want de teleurstellingen en verdrietelijkheden begonnen reeds vroeg voor mij! Ik ging nog op de lagere school, toen mijn doofheid zich reeds openbaarde, maar ik weet niet of er met betrekking tot het schoolgaan wel heel veel aandacht door mijne ouders aan die doofheid werd geschonken.

Hoe het zij, ik ging naar school, en deed de ondervinding op, dat die meestal voor een ander kind gelukkige jaren, voor een doof kind een bron van teleurstellingen, miskenning, verbittering en ontmoediging zijn. Het was altijd tobben en sukkelen, niet begrijpen door niet verstaan aan de zijde van het kind, wrevel en ontstemming aan den kant der onderwijzers over de stoornis en stremming in 't onderwijs. Maar dit weet ik nu, dit schrijf ik nu neer, veertig jaren later, maar toen ik een kind was, dacht ik niet aan de oorzaak van dit alles. Wel voelde ik, dat ik anders was dan andere kinderen, en afgunst en bitterheid kwamen in mij op, maar het waarom was verborgen. Ik was nu eenmaal een “vervelend” kind, dat nooit eens goed meelachte om grapjes, nooit mededeed aan allerlei snakerijen, nooit iets begreep van wat er al zoo heimelijk gaande was in de klas. En toch, hoe gaarne zou ik meegedaan hebben, hoe deed ik nog altijd mijn best om mee te doen. En hoe spande ik mij in om de lessen te volgen. Hoe vurig wenschte ik ook tot de besten te behooren, geprezen en aangemoedigd te worden, en in de “hoogste banken” te worden geplaatst.

Daar beneden, ik voelde het immers, daar vooraan, daar zaten de achterlijken, de dommen, de luien en tragen, tusschen wie mijn plaats niet was. Aan die eerzucht en leerlust is het dan ook zeker toe te schrijven, dat ik de lagere school zoo wat mee doorsukkelde. Maar hoeveel inspanning en moeite mij dit kostte, moge blijken uit het volgende voorval. Er werd een leeslesje gedicteerd, een versje, waarvan een paar regels luidden: “Piet en Naatje zaten daar, stom van vreugde bij elkaâr!” Bij het terugontvangen der cahiers bleek het, dat ik van den eersten regel gemaakt had: “Piet en na de Zaterdag”, en dat ik 38 fouten gemaakt had.

Ik kan er nog om schreien! Bovendien, het feit werd ruchtbaar, en de kinderen, allen natuurlijk van den leeftijd, die geen medelijden kent, vermaakten zich over zoo'n dom kind.

Dikke tranen druppelden tusschen de vingers door, die ik, diep beschaamd, voor mijne oogen geslagen had.

De vraag dringt bij mij op: Zouden er nu nog onderwijzers zijn, die zóó weinig hart, zóó weinig medelijden bezitten, als waarvan dit voorval getuigt? En ook, werd het lijden van het kind hier niet noodeloos verzwaard, omdat het gebrek niet erkend, of niet begrepen werd?’

Ik zal hierbij niets voegen. Ieder woord zou 't aandoenlijke verhaal, verzwakken waaruit we zoo'n schoone les kunnen halen, namelijk deze: laat in deze philantropische zaak ieder doen wat de hand vindt om te doen!

A.J. SERVAAS VAN ROOYEN.

's Gravenhage, 28/2 1910.

voetnoot1)
Van Mejuff. Tine Marcus!
voetnoot2)
Tijdelijk gestaakt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • H. van Holk

  • A.J. Servaas van Rooijen


datums

  • 10 maart 1910

  • 28 februari 1910