Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 23 (1909-1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.37 MB)

Scans (108.74 MB)

ebook (8.49 MB)

XML (4.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

(1909-1910)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Gedachtenwisselingen.

I. Aan den Heer H. v. Holk.

(naar aanleiding van zijn ‘gedachtenwisselingen’, met den Heer F. DOMELA NIEUWENHUIS.)

 

Mijnheer.

 

Uw stukken in de Holl. Lelie, gericht tegen den Heer Domela Nieuwenhuis, hebben mij pijnlijk getroffen.

Gij hebt een plagerige, onpleizierige manier van schrijven, terwijl Ge voor onpartijdig door schijnt te willen gaan.

U houdt zich slechts op bij neven-kwesties en bemoeit U niet met de hoofdzaak: de onrechtvaardige terdoodveroordeeling en de onschuld van Ferrer, waarschijnlijk omdat Gij juist daartegen weinig weet in-te-brengen.

En hoe kunt U den treurigen moed hebben van Uw ‘beperkte christelijke liefde’ te gewagen? Is beperkte christelijke liefde nog wel christelijke liefde?

Was Christus' liefde beperkt?

Gij vraagt of 'n anarchist wel 'n mensch is? Zijt Ge zèlf 'n mensch?

En waarom maakt ge laffe toespelingen op de laatste levensdagen van Domela Nieuwenhuis? Een eerlijk waarheidzoeker?

Waarom? Och, Ge zijt boos. Ge hebt ongelijk en voelt U in Uw eigen woorden-net gevangen.

Is dit uw manier van ‘gedachtenwisselen’?

Noem een kat, een kat; dan spaart Ge Uw tijd en woorden en plaatsruimte v/d Holl. Lelie.

Ik geloof wel dat alle lezeressen en lezers het met mij eens zullen zijn dat ze recht hebben op eerlijkheid in de Gedachtenwisselingen. Recht op eerlijk-erkennen van ongelijk, óók tegenover anarchisten, (al zijn dat zulke bizonder slechte menschen) en geen vernuftig woorden-spel.

[pagina 602]
[p. 602]

Gij zegt;

 

‘dat een mensch nooit te oud is om te leeren, bevestigt ge inderdaad, door Uwe erkenning dat van Ferrer, en van elken voorganger die zich vergeet, (dus ook van U-zelf) kan gezegd worden dat “het” een stommerik’ is. Door deze erkenning met Uw handteekening voluit te bekrachtigen bevestigt ge inderdaad, dat tenminste Gij - nog niet te oud zijt om te leeren, want die werkelijk volleerd is, publiceert niet dergelijke verklaring van zichzelf.

 

Dus door iets te verklaren als wáár, wat waar is, zou men een ‘stommerik’ zijn

(Het woord is niet van mij).

Nu wordt Uw houding mij eerst recht duidelijk.

Gij wilt voor 'n volleerd mensch doorgaan.

Dus, meneer van H., géén ongelijk erkennen hoor, anders zijt ge 'n ‘stommerik.’

Met de meeste hoogachting

JOH. G. SCHIPPÉRUS.

II. Aan den Heer C.A. van Greuningen.

Indien er nog een bewijs nóódig was, dat de Katholieke Kerk - die zeer zeker het lezen der H. Schriften aanmoedigt voor bevoegden - niet anders dan wijs handelt, waar Zij de lezing daarvan ontzegt aan ònbevoegden, dan zou dit volkomen geleverd zijn door het laatste schrijven van den heer van Greuningen naar aanleiding van een tweetal hem opgevallen Schijnbare tegenstrijdigheden tusschen Evangelie en Kerkleer. Ik heb vroeger reeds te kennen gegeven, dat ik een tijdschrift van algemeene strekking als dit, niet de geschikte plaats acht om kwesties als de onderhavige te behandelen in een dispuut, dat uitteraard niet anders kan zijn dan onvolledig en dus oppervlakkig. Ik zal mij verder dan ook van controverse in dezen onthouden.

Alleen wil ik den heer v. Greuningen nog den raad geven, om, indien hij van goeden wil is en genoemde schijnbare tegenspraak hem werkelijk een ernstige verontrusting is, zich eenvoudig te wenden tot den eersten den besten katholieken exegeet, die, ik ben er zeker van, hem zeer stellig volgaarne uit den droom zal helpen en den gerezen twijfel zal doen vervliegen als nevel voor de zon.

Wat het slot van 's heeren van Greuningen's schrijven aangaat, indien ik, pijnlijk getroffen door een lichtvaardig aanvallen van 't geen mij heilig is, mij wellicht eenigszins bits heb afgewend, dan wil ik hiervoor gaarne mijne verontschuldigingen aanbieden.

H. VAN ROGGEN - BLOMHERT.

III. Spiritualisme?

Onlangs hebben verschillende Hollandsche dagbladen melding gemaakt van een Prijsvraag, uitgeschreven te Utrecht, voor de beste fotografische opname van een, zich op een spiritisten-séance vertoonenden geest.

Sedert is van den uitslag niets gehoord. Echter ‘die gelooven, haasten niet’ en wil ik op den uitslag van die prijsvraag niet vooruitloopen. Echter heeft ze mij aanleiding gegeven in deze ideé eens flink het mes te zetten.

Na langdurig, nauwkeurig onderzoek, van openbaringen en verschijnselen, zooals die beschreven worden o.a. in de werken van Mevrouw Elise van Calkar, en bedoeld worden als op fotografische-platen zich te kunnen ontwikkelen, ben ik gekomen tot het volgende resumé:

Evenals het licht uitstraling geeft waarlangs de aard en de duur van den uitstraler (bol) is te benaderen, geeft ook de menschenziel uitstraling. De uitstralende gloed van ziel, gestalte, gelaat en taal, kan op den duur eene omgeving zoodanig drenken, zich daarin (bijv. in een huis) zoodanig vastzetten, evenals de warmte van de zon, dat latere bewoners wier ziel harmonisch is, de huizen, door gelukkigen bewoond geweest vroolijker zullen betreden dan die van ongelukig- en eenzaam behuisd geweest zijnden. De nieuw daar inkomenden kunnen zóódanig geestelijk worden aangetast, dat zij zich langs die uitstraling het beeld fixeeren van den laatsten bewoner of daar gestorvene of zelfmoordenaar. Hoe heviger emotie daar is afgespeeld, hoe intenser de vastzetting daar; dus hoe gloedvoller de uitstraling, hoe vatbaarder de geestelijke waarneming.

Maar nimmer neemt die verschijning een stoffelijken vorm aan; dus ook nimmer is het beeld langs fotografischen weg waar te nemen, evenmin als de beelden, die wij vóóraf helderzien.

Iets anders is dat, gelijk het ééne beeld van gips is en het andere van marmer, en gelijk niet één boomsoort innerlijk gelijk is, ook de menschen verschillend van maaksel en zielsaard zijn, welke zich afspiegelt in 't oog. Ziel en oog geven uitstraling naar gelang van gloedkracht. Zoo nu in het oog is waar te nemen dé karakter eigenschappen, zoo is aan de gloeduitstraling, haar teint (kleur) langs het schijnsel den tijd van uitgaan van het levenslicht te benaderen; evenzoo als het verduisteren van de wegstervende kaarsvlam.

Goed te verstaan: dat het dus niet mogelijk is te bepalen hoe lang iemands levensduur zal zijn, maar alleen de licht tempering, dus eene bepaling van het uitgaan van het levenslicht, wanneer dat dus binnenkort, bijvoorbeeld binnen enkele jaren zal plaats hebben, binnen het ongeveer eerste vijfjarige tijdperk. Wiens levenslicht binnen dat tijdperk uitdooft, draagt onmiskenbare teekenen van kleur-verflauwing. Op langeren duur-tijd is er geen waarneming. Doch dit ligt voor de hand, daar er dan (dus) nog geen verflauwing is.

En zouden heeren fotografen verstandiger doen, zich in deze (positieve) richting te bewegen, dan een negatief na te jagen van iets wat niet stoffelijk bestaat.

 

3 Febr. '10.

H. VAN HOLK.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Joh. G. Schippérus

  • Helena van Roggen-Blomhert

  • H. van Holk

  • over Ferdinand Domela Nieuwenhuis


datums

  • 3 februari 1910