Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 23 (1909-1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.37 MB)

Scans (108.74 MB)

ebook (8.49 MB)

XML (4.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

(1909-1910)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Gedachtenwisselingen.

I. Aan Mevrouw A.C. Furnée-Govers.

Door ongesteldheid werd ik verhinderd terstond uw schrijven te beantwoorden. Nu, zoo kort voor ons op reis gaan, kan ik niet op al uw bedenkingen afzonderlijk ingaan, maar hoop er later op terug te komen. Uw hoofdbezwaar, waaruit alle andere vragen en bedenkingen voortvloeien is: ‘Waarom, indien we allen mediamiek zijn aangelegd, is een medium noodig om ons met de onzienlijke wereld in verbinding te brengen?’

Waarom? Wordt eigenlijk die vraag niet heel eigenaardig beantwoord door mevrouw C. Arntzenius in haar Gedachtenwisseling Holl. Lelie No. 51, voor mij, die ik daar juist las? Of beter, is dat schrijven zelf niet het antwoord?

Door geboorte, opvoeding, aanleg, omgeving, traditie, enz. enz. zijn wij nu eenmaal allen verschillend, hebben we, noch lichamelijk, noch geestelijk, allen hetzelfde voedsel noodig. Wat goed is voor den een kan slecht zijn voor den ander. In negen van de tien gevallen ontraad ik seances, maar die tiende keer bestaat óók en heeft recht als zoodanig te worden erkend.

Zij, die gelooven met hart en ziel, warm en innig, niet slechts als alles hen voor den wind gaat, maar ook in dagen van moeite en strijd, hebben geen séances noodig, behoeven geen mediums na te loopen om in contact te komen met de onzienlijke wereld.

Maar.... zij die twijfelen en zoeken, en hongeren en dorsten, zij, die niet kunnen gelooven

[pagina 823]
[p. 823]

zonder bewijzen, waarom zouden wij hen niet helpen vinden, wat ze noodig hebben om vrede en rust te krijgen voor hun ziel, om gelukkiger te worden?

Ook hierin is Jezus ons vóórgegaan. Hoewel hij zalig sprak, gelukkig noemde, hen, die geloofden zonder te hebben gezien, was hij Thomas, die dat niet kon, ter wille.

Later als de Redactrice het toestaat eens een artikel, waarin ik mijn best zal doen de andere bezwaren te ontzenuwen.

J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE.

II. Aan Mevrouw C. Arntzenius.

Heerlijk, dat U mij om opheldering vraagt. Door mijn niet sterke gezondheid kan ik zooveel minder doen voor anderen, dan ik wel zou wenschen en ben ik altijd dankbaar wanneer de gelegenheid zich eens voordoet. Ik herinner mij U nog zoo goed uit onze jonge-meisjes-tijd in Amsterdam.

Naar het oordeel der wereld is, meen ik, het leven voor U minder vriendelijk geweest dan voor mij. Maar.... zal misschien niet eenmaal blijken, dat ook hier wereld-oordeel faalde. Wanneer men over menschen en toestanden oordeelt, dan denkt men doorgaans slechts aan het kortstondige leven hier op aarde, aan het uiterlijke leven, het voorbijgaande. Wij beoordeelen en helaas veroordeelen schaduwbeelden, omdat het Licht ontsnapt aan onze uiterlijke waarneming.

‘De misères en onrechtvaardigheden in de wereld’, zooals gij zegt,... o wat zijn ze ook altijd voor mij geweest een struikelblok om te gelooven in een Liefde-Macht. Ook als spiritualiste was de wreedheid in de natuur, al wat wij onrecht noemen, mij nog dikwijls een pijnlijk raadsel.

Langzamerhand, hoe precies zou ik niet onder woorden kunnen brengen, is alles instinctief in mij tot klaarheid gekomen. Niet dat ik begrijp of kan verklaren, maar ik voel dat er geen onrecht bestaat al schijnt het zoo, omdat wij zoo héél dikwijls, ja doorgaans slechts zien den stoffelijken kant der dingen.

O, ik hoop niet, dat ik den indruk geef hardvochtig en onverschillig te zijn. Er is droefheid en ellende en wanhoop zoo overweldigend groot dat we ons eigenlijk schamen zelf gelukkig te kunnen zijn, een gevoel van schuld hebben over ons eigen geluk, een gevoel als:

 
‘Dann bete ich verstohlen,
 
Zum Sternenhimmel hin:
 
Ach sei mir doch nicht böse,
 
Weil ich so glücklich bin.’

Onrecht, wat wij zoo noemen, kan ons zóó ter neer drukken, en bedroefd maken, dat het al onze levensvreugde verlamt. Maar.... niet vreugde, volmaking is 's levens doel, is geluk.

Het zijn de beste oogenblikken in ons leven, waarin onze ziel zich bewust is van een heerlijk gevoel van rust en vrede,... van vreugde soms, zelfs te midden der stormen des levens, een innerlijk geluk, waarbij geen aardsche genietingen te vergelijken zijn.

Wát ik bedoel zegt Oscar Wilde zóó heel mooi in ‘De profundis’: ‘Eens had ik het gevoel, dat er in een nauwe, armoedige straat van Londen genoeg werd geleden om te bewijzen dat God geen liefde was.’ (Hij was toen, wat de wereld gelukkig en voorspoedig noemt, op het hoogste punt van roem.) Na zonde, en vernedering afschuwelijk, onmenschelijk groot, en grenzenloos lijden, schrijft hij: ‘Ik had ongelijk, nu voel ik anders, nu voel ik, dat juist liefde de eenige verklaring is van alle smart. Ik kan geen andere verklaring vinden, want alleen door lijden en smart kan de ziel des menschen de volmaaktheid nabij komen.’

Gij schrijft: ‘Ik kan dus niet spreken van Geloof. Den eenen keer komt 't protestantisme me 't beste voor, den anderen keer geef ik beslist de voorkeur aan 't katholicisme, als zijnde de godsdienst van rust, van kalmte, omdat je móét aannemen, móét gelooven.’

Verwart gij ‘gelooven’ hier niet een beetje met voor wáár houden, erkennen, aannemen? Geloof, dat invloed uitoefent op ons leven, op ons gansche wezen en zijn, is geen zaak van het verstand maar van het hart, behoort tot ons gemoedsleven. Iets voor wáár houden, ijveren voor meeningen en instellingen heeft met ons ziele-leven niets te maken. Geloof is geen waarheid, die moet worden erkend of aangenomen, maar een toestand, een innerlijke gezindheid, die zich moet oplossen in het leven.

Evenals gij, geloof ik aan een leven hiernamaals, niet omdat het in den bijbel staat, maar omdat het spiritualisme mij bewijzen gaf. Maar... als spiritualiste eerst heb ik den Bijbel gelezen, goed gelezen en liefgekregen, omdat ik begréép. Het was een genot,... de duisternis verdween en alles werd licht.

Heinrich Heine zegt: ‘Wie zijn God verloren heeft, kan Hem in den Bijbel wedervinden, en wie Hem nooit heeft gekend, dien komt hier de adem van het goddelijk woord tegemoet.’ - Hoe zou het anders kunnen uit het meest spiritueele boek, dat bestaat?

‘Er is dus geen geloof in me’ schrijft gij verder. Is dat oordeel over U zelve wel juist? Zoo héél veel menschen noemen zich ongeloovigen, wier geloof (of ongeloof zoo ge wilt) veel mooier, veel meer innig-religieus, veel liefdevoller is dan het geloof van hen die zich ‘geloovigen’ noemen.

‘Waarom moet dus spiritisme samengaan met christelijk geloof?’ -

Ik zou die vraag liever omkeeren aldus: ‘Waarom moet christelijk geloof samengaan met spiritisme?’ En dan antwoorden: Wanneer christelijk geloof niet samengaat met spiritualisme, niet is spiritualiste in merg en been, dan is het niet Christus' geloof.

Dát geloof, (ik bedoel niet, wat men doorgaans onder christelijk geloof verstaat, het kerkgeloof) maar het geloof, doorgloeid, bezield van den Christus-geest, kunnen, neen moeten protestanten en roomschen en joden en heidenen, moet en kan ieder hebben. Spiritualisme is geen speciaal eigendom van christenen of naam-christenen, maar de kern, de hoogste heiligste levens-openbaring van Christus' geloof. Zijn geloof, zijn liefde-leer, zijn leven, hij zelf, de Zoon des

[pagina 824]
[p. 824]

menschen behooren niet aan een secte, aan enkele uitverkorenen, hoe ze zich dan ook noemen, maar aan de menschheid.

De tijd zal komen dat alle geloofsverschillen zich zullen oplossen in Zijn liefde-leer, den éénen, waarachtigen universeelen godsdienst der liefde.

Want... liefde tenslotte is de alpha en de omega, het eenige dat waarde heeft en waarde blijft houden in eeuwigheid.

J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE.

III. Ervaringen.

Met veel belangstelling de gedachtenwisseling over 't spiritisme in dit blad volgende, schreef ik hierover ook eens aan onze hooggeachte Redactrice, wat mijn man en ik op dat gebied ondervonden hadden. Op aanraden van haar wil ik dan ook gaarne enkele voorvallen mededeelen. Voor ruim 2 jaren hielden wij geregeld met onze ouders en enkele vrienden séances, en ontvingen dan berichten door 't schrijfmedium, of door tafelbeweging.

Op een avond echter werd mijn man van de séance weggestuurd, en ontvingen wij de waarschuwing, dat hij vooreerst niet meer aan mocht zitten, daar zijn zenuwgestel in de war en zijn gezondheid hierdoor veel te lijden had.

Wij hebben aan die waarschuwing gehoor gegeven en hebben mijn man en ik opgehouden met de séances.

Na dien tijd hoorden wij in onze kamer steeds kloppen op verscheidene meubelen doch hieraan werd geen gehoor verleend. Na dien tijd echter zagen wij dikwijls wanneer wij 's morgens weer voor 't eerst in de kamer kwamen, verschillende voorwerpen op de piano omvergeworpen liggen.

Eerst veronderstelden wij dat wellicht de kat dit gedaan had, en namen er geen nota van. Doch dit gebeurde dikwijls, ook al was 's avonds de kamer door ons gesloten geworden.

Verleden jaar winter 's avonds thuis komende, vinden wij, hoewel de kamer gesloten was geweest, onze pendule, welke op den schoorsteenmantel stond, midden in de kamer op den grond liggen, met gebroken bovenstuk, doch aan het uurwerk was niets kapot.

Eenige weken later komen wij 's morgens in de kamer (die gesloten was geweest) en vinden 't kapje van een schemerlampje, hetwelk in 't opentusschenvak van 't buffet stond op 't blad van 't buffet geplaatst, juist onder 't lampje, en ten laatste vonden wij een tijd later 's morgens een vaas bloemen welke op tafel had gestaan, op den grond liggen, doch echter zeer onnatuurlijk.

Wij hebben een tafel met een kruisstuk tusschen de pooten. De glazen vaas was aan den onderkant bolvormig met een evenwijdig uitloopende tuit. Nu lagen de bloemen op den grond en 't water der vaas ook, maar deze zelf lag met den bol over 't kruisstuk dertafel, zoodat de evenwijdig uitloopende tuit op den grond stond.

Daar wij die verschijnselen natuurlijk niet aangenaam vonden, schreven wij hierover naar een familielid in Apeldoorn, die geregeld eens per week bij haar aan huis séances houdt en verzochten haar den controlegeest eens te vragen, of deze misschien ook zou willen zien, welke deze geesten waren en wat zij wilden.

Hierop ontvingen wij antwoord en vernamen dat er bij ons talrijke geesten in de kamer waren, welke door de enorme kracht, die van ons beiden uitging, gebruik maakten om deze verschijnselen voort te brengen. Wij hebben toen gevraagd wat wij hiertegen konden doen en kregen tot antwoord van den controlengeest: ‘Geen nota van nemen, wij zullen trachten hen te verwijderen’.

Na dien tijd zijn de kloppingen in huis ook niet meer zoo hevig als vroeger en behalve kleinere voorvallen, hebben wij den laatsten tijd weinig ondervonden.

Mochten er soms lezers of lezeressen van de Holl. Lelie zijn die inlichtingen over boeken van Spiritisme enz. willen hebben, dan zijn mijn man en ik gaarne bereid, ze te geven.

Dordrecht.

EEN SPIRITISTE.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • J. van Rees-van Nauta Lemke

  • over C. Schlimmer-Arntzenius

  • over A.C. Furnée-Govers