Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 23 (1909-1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.37 MB)

Scans (108.74 MB)

ebook (8.49 MB)

XML (4.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

(1909-1910)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Brief van Nergenshuizen.

Over liefde en over vriendschap heb ik iets te zeggen, dat tegenover de meest gangbare opvattingen staat. Wij hebben er hier menig woord aan besteed en het scheen ons wel eens toe slechts een kwestie van woorden te zijn: als had de een slechts voor ‘vriendschap’ te verstaan ‘liefde, en omgekeerd, om elk verschil van meening opteheffen. Toch bleek het van groot gewicht het eene woord niet voor 't andere te nemen, daar zij den kern raken van menschelijke verhoudingen en wij ontdekten dat het verkeerd gebruik der woorden tot misverstand en verwijdering kan leiden tusschen menschen die elkander het naast moesten staan: echtgenooten.

Het zoeken naar juiste bepaling der genoemde woorden en begrippen, begon door eene uitspraak die wij vernamen: “Vriendschap tusschen een gehuwde en een ongehuwde, van verschillende sexe, kan bestaan zonder dat die behoeft te groeien tot liefde.” - Onze eene helft - wij zijn een paar - was geneigd dat dadelijk toetegeven, onze andere helft zei beslist “neen!” Geen der beide helften had overtuigingsgronden gereed, maar elk voor zich en met elkaar gingen ze aan 't zoeken, dagen lang in waak en slaap en ons resultaat wil ik weergeven:

Liefde wordt gekend in velerlei uitingen en vertoont zich in zeer verschillende nuancen. Men kent naastenliefde, ouderliefde, liefde tot God; liefde tot een werk, een vorm, een inhoud; men kan iemand liefhebben om eigenschappen van lichaam of ziel; men kan liefde gevoelen voor menschen, dieren, bloemen maar ook voor voorwerpen, toestanden, uitingswijzen; kortom voor al wat denkbaar is. Daarom kan men velen en veel liefhebben, op velerlei wijze en wie rijk is aan liefde, diens liefde vloeit uit als een stroom en elk hart dat zich er toe openstelt ontvangt ze.

Nu mogen 't waar zijn dat men spreekt van schoolvrienden, studievrienden, handelsvrienden en - hm - tafelvrienden, doch met het woord “vrienden” wordt dan bedoeld “genooten” en het begrip “vriendschap” is daaraan niet verbonden.

Vrienschap toch, is het gansch zich geven aan elkaar van twee zielen, in vol vertrouwen; vriendschap is wederkeerige zielsliefde en kan slechts aan één gegeven worden. Men kan wel bij velen vinden genegenheid, bewondering, hulpvaardigheid en andere liefdeblijken; iemand die uitmunt door schoonheid, kunnen, kracht of leven kan vele vereerders hebben maar niet vele vrienden en moet dikwijls het smartelijk gemis van vriendschap voelen. Gelukkig wie een vriend heeft.

De uitdrukking “mijne vrienden” moet dan ook luiden: mijne goede bekenden, zij met wien ik 't liefst omga, zij die mij genegen zijn, wien ik genegen ben; kortom: mijne lieven.

Maar het woord “geliefden” acht men slechts den prediker dienstig en om nu niet onhartelijk te schijnen - ook wel onhartelijk verbergend - zegt en schrijft men “beste vriend”, “liefste vriendin” en maakt alles-zeggende woorden tot niets-zeggende phrasen.

Er is nog een reden waarom men hier ver-

[pagina 827]
[p. 827]

mijdt van “liefde” te spreken, want ook dat woord wordt, evenals “vriendschap” gebruikt om schooner schijn: Men zegt “ik heb u lief” en meent “ik begeer u”. Wie eerlijk is spreekt zooals hij voelt, maar preutschheid en bedrog verbergen het begeeren achter den schijn van onzelfzuchtigheid en toewijding. -

Ware nu de uitspraak, die ik in den aanvang vermeldde, geformuleerd als volgt: “Er kan liefde - of er kan vriendschap - zijn, zonder lijfsbegeeren” dan zouden wij zeggen: Zeker, dat kan; hoewel bij zeer innigen en voortdurenden omgang tusschen de beiden, allicht verteedering zal ontstaan en het zielsneigen onbewust en onopzettelijk samengaat met lichaamsneigen, tot geen der beiden zeggen kan van waar en hoe de zinnenbedwelming kwam; - maar geen vriendschap kan ontstaan zonder dat een liefdegevoel voorafging.

Men begint met iets te beminnen in dengeen wiens vriend men worden zal.

Daar ik weet dat de eigen-geworden opvatting der woorden het juist verstaan van anderen kan verhinderen, nog dit: Ik heb iets liéf in den flinken arbeider, die opgewekt en zorgzaam zijn werk doet; ik zet liéfde om in een daad, als ik hulp verleen; ik beminde, veel, in haar die eerst mijne vrouw en later mijne vriendin werd, maar nu wij vrienden zijn hebben wij elkaar gehéel lief en, hoe kwistig ook met liefde jegens anderen, er is iets dat wij énkel aan elkaar geven en aan niemand anders zoo volkomen: vertrouwen. Daardoor schromen wij niet elkander elke diepte en elke zwakheid bloot te leggen, want geen spotlach of smaadwoord zal verkillend over ons gevoel gaan. Vertrouwen doet ons vinden wat wij van geen ander ooit ontvingen en zal ons doen blijven voor elkander wat niemand anders ons ooit zijn kon.

Is vriendschap dus iets dat boven liefde staat?

Vriendschap is een geheel eigen vorm van liefde, waarin twee menschen, over en weer, hun hoogst en laagst innerlijk naar waarheid geven en blootleggen. Het is de hechtste band die tusschen twee menschen bestaan kan. Welk ouder verheugt zich niet, als hij niet slechts kinderliefde ontvangt maar van zijn kind de vriend mag zijn! -

Een huwelijk zonder vriendschap kan niet de volle bevrediging geven. Daarom moet de huwende geen lievere vriend buiten hebben, want dan vindt zijn best en innigst deel daar buiten bevrediging en de gehuwde wordt eene verlatene; tenzij ook die den vriend buiten heeft en het huwelijk een schijnvorm is.

Maar in den eerlijken echtverbintenis, zij die ook gesloten eer de nauwste band gelegd werd, zullen beiden volharden in den wil den echtgenoot tot vriend te maken en geen ander. -

Men moge het ouderwetsch vinden, doch mijn gemoed kent het huwelijk als sacrament en ik stel echtscheiding gelijk met zelfmoord; wanhoopsdaad, die het kruis afwerpt dat, in liefde en ootmoed opgenomen, rozen kan dragen. Mijne ziel weet, dat zulk een daad geen bevrijding brengt, maar zwaarder lijden en bittere boete. - Hen die het gezag der evangelieën erkennen wijs ik op Mattheus 5:32 Maar ik zeg u, wie zich van zijne vrouw afscheidt, tenzij dan om overspel, die maakt dat zij overspel doet; en wie eene afgescheidene trouwt die doet overspel.’ -

Gaan we eens na wat ieder onzer vernam van oorzaken tot echtscheiding, zoo uit bekendheid er mede als door lectuur, dan zullen we steeds bevinden dat de wil ontbrak elkaar tot vrienden te hebben, bóven ieder ander en... elkanders vrienden te zijn; de wil zichzelf geheel te geven en de andere geheel te ontvangen, zonder eenig voorbehoud. - Eigenliefde en ongeduld kunnen vele pogingen doen mislukken, maar een eerlijke wil kan elke hindernis overwinnen. Men wensche den andere toch niet als eene verbeterde uitgaaf van zichzelven: ontdaan van fouten en met versterking van deugden! Het recht op eigen persoonlijkheid worde geëerbiedigd, 't bedenken van wat wij doèn dragen stemme tot verdraagzaamheid en wij zullen de zusterziel gaan liefhebben zóó als die is.

‘Ik wil geen vriend die ja knikt als ik het doe, dat kan mijn schaduw beter’ heeft Plutarchus eens gezegd.

En wie staan sterker tegenover de wereld dan twee vrienden die hun geheele leven - uiterlijk als innerlijk - samen deelen! 't Geslacht en 't huwelijk zelfs buiten beschouwing gelaten, zijn zij een twee-eenheid, en alle klanken in hen worden tot harmonieën.

Zielsverwantschap is een der vele verwekkers van liefde, zielslièfde alleen kan tot vriendschap voeren. -

Een treffend voorbeeld van durende vriendschap, die de schoonheid van twee levens heeft verhoogd, is die tusschen Yolande Desvieux en Jacques Benigne Bossuet, de vermaarde bisschop van Condom, ons verhaald door Mevrouw Bosboom-Toussaint in ‘Mejonkvrouwe de Mauleon’. De van kind aan hem

[pagina 828]
[p. 828]

verloofde Yolande deed van den innig geliefden afstand, toen zij Bossuet's heilige roeping verstond; doch de in reine liefde wortelende vriendschap bleef hen verbinden tot de dood hen scheidde.

Mij is een geval bekend van echtscheiding, gevolgd door een nieuw huwelijk van den man. Deze gevoelde zich in 't eerste huwelijk ongelukkig en verwachtte zijn geluk van eene andere vrouw. De echtgenoote had in waarheid lief en bepleitte de zaak van haren man bij de begeerde, die daarop volstrekt niet voorbereid was; bepleitte zoo overtuigend, dat ook deze er de schoonheid van een offer in zag en er in toestemde den man te huwen na ontbinding der eerste echt. Zoo geschiedde en de eenzaam gewordene vertrok naar elders.

Nu zegt het spraakgebruik: de vroegere echtgenooten scheidden in vriendschap en de liefde werd verplaatst; maar de waarheid is: er bleef liefde - althans bij de vrouw - maar de vriendschap was reeds te voren elders geschonken; hij had opgehouden haar te geven en te vragen en zij mocht niet verhinderen de mogelijkheid van nieuw geluk, door vriendschap, tusschen de beide anderen. Hare liefde verhief zich bóven vriendschap, werd tot Offering. -

Zoovelen, die zich wonder wat inbeelden op hunne ‘bijzonderheid’ of ‘normaliteit’, wanen hem of haar die ze eenmaal kozen tot levensgezel ‘onbeduidend’ ‘grof’ ‘overgevoelig’ of wat ook, noemen den ander ‘onbegrijpelijk’ of zichzelf ‘onbegrepen.’ Zij neigen spoedig tot vriendschap voor wie hen schijnt te verstaan, hoewel veelal slechts bekoord door nieuwheid der prikkel. Een liefdeband wordt dan verscheurd, een nieuwe gelegd en ook deze faalt het begeerd geluk te geven.

Als zij eens eerlijk en trouw-beproefden het wezen van de andere lieftehebben, zij zouden het leeren verstaan en welke rijkdom zou dan voor hen ontbloeien!

Anderen zeggen, ‘ik heb recht op geluk’. Zij vergeten dat de andere dat ook heeft en het recht ook, te verwachten dat zij het bevorderen. Maar bovenal vergeten zij, dat het wezenlijke en door niets te rooven geluk uit ons eigen wezen groeien moet en dat zij die het van anderen verwachten een schijn najagen.

BETA.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken