Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 24 (1910-1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 24
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 24Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 24

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.02 MB)

Scans (109.51 MB)

ebook (7.65 MB)

XML (4.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 24

(1910-1911)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Hoofdartikel
Weelde.

De tegenwoordige tijd is een tijd van vooruitgang; ja zeker, in vele opzichten - maar ook een van verval. - Freule Lohman durfde laatst zeggen, dat er veel in onze dagen overeenkomt met den tijd vóór de Fransche revolutie in Frankrijk - en dat lijkt me heel waar. Vooral de vreeselijke zucht naar weelde in die dagen - tot in 't bespottelijke toe - vinden we dat niet tegenwoordig (misschien nog niet zóó erg, maar dat zal niet uitblijven!) overal terug? Die weeldebacil zit zóó overal in de lucht, dat men zich er al geen rekenschap meer van geeft en het al heel gewoon begint te vinden, als we de grootste luxe aantreffen, daar, waar 't in geen geval te pas komt.

Ik wil hiervan eens een voorbeeld geven; - een jong meisje trouwt; zij schaft zich van allerlei moois aan voor haar a.s. huishouden; - ze heeft bij deze vriendin deze salonlamp gezien, die ze zoo mooi vindt en

[pagina 418]
[p. 418]

dus zal zij trachten een nog mooiere te vinden (om meteen haar daarmee de oogen uit te steken); - van die kennis bewonderde ze steeds dat prachtige vuurscherm - iets in dien geest wil ze zich ook aanschaffen - of zoo'n heerlijk Smyrnaasch tapijt, dat lijkt haar zoo'n heerlijk bezit - en zoo gaat zij door, totdat ze haar huis heeft ingericht. Zoo mooi, zoo weelderig, dat gravin A. 't zich niet beter zou wenschen... en tot haar beurs er haar aan herinnert, dat hare krachten uitgeput zijn. Wat zal ze nu gelukkig zijn in hare nieuwe prachtig ingerichte woning; zooiets, daar had ze steeds van gedroomd, want haar ouderlijk huis bood niet zooveel weelde. Nu heeft ze dan ook al die fraaiigheden, waarom ze een rijke, aristocratische schoolvriendin steeds zoo benijdde. Haar man is nu wel niet een rijke baron of een van die groote hanzen - slechts een gewoon ingenieurtje, maar nu kan zij ook eens toonen, dat zij zich evengoed zoo weelderig kan inrichten, dank zij de goede zaken van Papa - en zij kan het moment haast niet afwachten, dat ze terugkomend van hare huwelijksreis (die er ook al bijbehoort als iets onmisbaars; hoe verder hoe voornamer!) zich met haren man kan installeeren in haar nestje. - En of ze benijd wordt... wat zal die gelukkig zijn! - zoo denkt men. Hoe straalt haar gezichtje als ze haren bezoekers zulk een schat van porselein en kristal en zilver kan laten zien; - niets ontbreekt haar... haar geluk schijnt volmaakt...

En 'k vraag me dan telkens af: ziet dan niemand 't ongezonde, bespottelijke van zoo'n toestand? Voelt dan niemand, dat zoo'n meisje zich vóór haar huwelijk behoorde af te vragen: welke betrekking bekleedt mijn a.s. man; tot welken stand zullen we dus behooren; en welke meubels hebben we dan noodig om netjes in dien stand te kunnen leven.

Een koningin is toch geen koningin om hare sierlijke paleizen en hare weelderige toiletten; en een vischvrouw is geen vischvrouw om hare eenvoudige, sterke kleeren en hare vischmanden? de zaak wordt eenvoudig omgedraaid - van de bijzaken maakt men de hoofdzaak tegenwoordig; terwijl men schijnt te vergeten dat weelde geen geluk aanbrengt - integendeel dat geluk juist te vinden is dààr, waar tevredenheid en zelfopoffering heerscht - of dat 'n paleis is of 'n hut.

En wat zijn nu de gevolgen van die zucht naar weelde? naar 't steeds-boven-zijn-stand-leven? Men zou zoo denken: één stand zal er zeker wèl bij varen, n.l. de winkelstand; voor hen is nu de gouden tijd aangebroken - die stand kan nu kapitaaltjes vormen. - Maar is dat zoo?? - Ja zeker, men ziet overal de zaken vergrooten; als paddestoelen rijzen de groote magazijnen uit den grond; de kleine zaken worden bazars en de kleine lieden beginnen met winkeltjes; maar wat is 't gevolg daarvan? - dat ze als sneeuw voor de zon weer verdwijnen; ‘deze failleerde na mislukte speculatie’, ‘die was weer te groot geworden’; met een droppel is niemand tevreden; 't onderste uit de kan wil men hebben en dan komt later de harde waarheid. O, die ongelukkige speculatiezucht, als 'n gevolg van de zucht naar weelde; want als A. 't heeft en kan doen, dan zal en moet B. 't ook hebben en kunnen doen. Heeft hij er geen geld voor: wat nood! - geld is overal te krijgen voor hooge interesten - een kansje is zacht te wagen; wie weet of Fortuna hem niet eens de hand reikt en dan - ja, dan zal hij echt gelukkig zijn - vrij wat gelukkiger dan nu met zijn bescheiden inkomentje. - - Eens wagen! wel dat kan ieder - gelukt het niet, nu dan is er nog niets verloren en de Hypotheekbanken maken 't je zoo gemakkelijk tegenwoordig; ze werpen 't je immers haast in de schoot.

Waarom zou ik ook niet kunnen wat mijn vriend kan - we zijn allemaal menschen! Wat ook 'n onrechtvaardigheid, dat de een laten moet, wat de andere wel doet - hebben we niet allemaal aanspraak op weelde en op geluk? (wat 'n beste klant voor H.H. socialisten!)

Och, dat we toch eens wat wijzer werden en ons niet lieten meenemen in dien verderfelijken maalstroom; - dat we eens den moed hadden tegen den stroom op te roeien en eens verstandig te worden; - dat de geschiedenis met z'n revoluties ons eens wat wijzer maken mocht!!

C.B.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken