Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 24 (1910-1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 24
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 24Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 24

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.02 MB)

Scans (109.51 MB)

ebook (7.65 MB)

XML (4.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 24

(1910-1911)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Hoofdartikel
De behoeften der armen gaan vóór het genot der rijken.

Ik ben geen socialiste, noch behoor ik tot de eene of andere richting, of wensch daarvoor propaganda te maken. Liever wil ik U eerlijk zeggen dat ik van een gezellig, smaakvol intérieur houd en niet zou kunnen leven zonder een zekere luxe en comfort om mij heen, noch mij zou kunnen kleeden van de goedkoope jan-en-alleman's producten der bekende confectiezaken.

Eigenlijk rangschikt gij mij dus beter in de rubriek van ‘mondaine vrouw’.

Doch toch moet het mij van de lippen, hoe ik het veroordeel als zonde, het gedachteloos onnutte geld verspillen, terwijl uw medemensch gebrek lijdt! (alléén omdat het U nu éénmaal een zeker genot of pleizier geeft!) Denk eens aan de St. Nicolaas, Kerstmis of Nieuwjaarsfeesten! Hoe ontzettend veel geld aan onnutte, smaaklooze prullen en en cadeau's is er niet geofferd. Hoe ontzettend veel geld is er letterlijk niet weggesmeten (soms alleen voor het pleizier van het winkelen!) - terwijl uw naaste gebrek lijdt, en geen geld heeft voor brood.

Denk U daar eens even in!

Geen geld voor brood, d.i. den hongerdood sterven. Is dat niet verschrikkelijk? En is het niet zondig, dat gij uw geld aan onnuttig-

[pagina 690]
[p. 690]

heden verspilt terwijl uwe medemenschen verhongeren?

Als voorbeeld haal ik U eene ware gebeurtenis aan in Londen - waar trots al den rijkdom van het West-End - elken dag eene lijkschouwing plaats heeft in het East-End, indien de jury weet dat de dood door verhongering is veroorzaakt.

't Geval hier bedoeld was dat van een kindje van een arbeider, die geen werk kon krijgen en die 's morgens het kind, het jongste van zijn vijftal, dood in bed had gevonden. De vader was geen stuiver in de wereld rijk, het geheele gezin woonde in één kamer en betaalde daarvoor f 1,80 (3 Sh.) huur in de week.

Sedert maanden waren ze allen langzaam aan het verhongeren en daar de man doof is, is er heel weinig kans dat hij werk zal vinden, hoewel verscheidene getuigen verklaarden, dat hij er van den vroegen morgen tot den laten avond moeite voor deed.

't Tooneel was hartbrekend; den man kon men aanzien hoe hij er aan toe was, hoewel hij niet jammerde en klaagde en met tragische soberheid niets ergers zei, dan dat zijn vrouw wel wat voedsel noodig had: ‘Mij wife could do with a bit of food’.

Er ging dan ook bij velen der aanwezigen een zucht van verlichting op, toen de lijkschouwer zei: Ik zal hem 4 weken lang tien Shillings per week laten uitbetalen en hem nu dadelijk het eerste geld geven.

Eenvoudig weg zei de man: ‘Ik dank U zeer Mijnheer, mijn vrouw en kinderen zullen nu een stukje eten kunnen krijgen’.

 

‘Begrijpt mij wel, lezers, ik ben geen Droogstoppel!’

Ik zou U niet graag de poëzie en het genot ontzeggen, van een ander een mooi cadeau te schenken of eene aardige verrassing te bereiden. - Ik zelf vind niets heerlijker dan pakjes maken en iemand pleizier doen.

Neen, wat ik als zonde veroordeel, dat is het onnutte geld verspillen, - terwijl uw medemensch gebrek lijdt. - Duidelijk zegt eene inwendige stem mij dan:

‘De behoeften der armen gaan vóór het genot der rijken’.

Den Haag.

A.I.G.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken