Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 28 (1914-1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 28
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 28Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 28

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.69 MB)

Scans (95.78 MB)

ebook (6.75 MB)

XML (4.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 28

(1914-1915)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bericht.

In den brief dato 11 Augustus l.l. van de redactrice, die in No. 8 van 19 Augustus werd gepubliceerd, kwamen eenige pro-Duitsche mededeelingen voor, die wij niet opnamen, eenerzijds, omdat wij beter vonden in deze dagen geen sympathieën voor één der oorlogvoerende landen te hebben, anderzijds, omdat de redactrice schreef dat de publicatie geheel of gedeeltelijk kon plaats hebben. Wij namen daarom deze mededeelingen niet op. Achteraf blijkt nu, dat met dit laatste alleen het zakelijke gedeelte van den brief bedoeld was en niet datgene, wat over Duitschland gezegd werd. De redactrice schrijft ons nu, dat zij verwacht had, den geheelen brief opgenomen te zien, reden waarom wij dezen hieronder in zijn geheel opnemen, met weglating van het zakelijke gedeelte.

Amsterdam, 2/9 1914.

L.J. VEEN.

 

Bad Nauheim, 11 Augustus 1914.

 

Gij zult zeker wel begrepen hebben, dat U zich op de een of andere manier met ‘De Hollandsche Lelie’ moet helpen, want ik mag geen Hollandsch werk, manuscripten of brieven verzenden, alleen open zijnde, in het Duitsch gestelde postzaken. Daarom kan ik ook de manuscripten van anderen, die ik hier heb, niet zenden. Op 't oogenblik is reizen onmogelijk. Alle Hollanders, die met mij hier waren, zijn eveneens gedwongen te blijven. Russen, Engelschen, Belgen, Franschen mogen de stad niet meer verlaten. Den 31en Juli reisde een Hollander, een bekende van mij, van hier, en ik ontving eerst den 5en Augustus een bericht uit Kleef, dat hij daar niet verder kon; zijn koffer was verdwenen en hij dacht tot Nijmegen te voet te gaan, omdat de treinenloop, enz. had opgehouden. Ik behoef U niet te zeggen, hoezeer ik naar Holland verlang te komen, maar de toestand is nu voor ons buitenlanders zeer onaangenaam, hoewel het goddank heel veel waard is, dat ik hier bij iedereen zoo bekend ben, terwijl men bovendien de Hollanders vriendelijk behandelt.

Men moet in deze dagen hier in Duitschland temidden van een wereld-badplaats zijn, om op de juiste manier de liefde voor het vaderland te bewonderen, die nu iederen Duitscher bezielt. Er is geen spoor van klagen, ofschoon toch de vreemdelingen, de buitenlanders, in het bizonder zeer veel Russen (ongeveer 2000 jaarlijks), hier het geld inbrengen.

Iedereen heeft zich kalm, trouw aan zijn plicht, zonder evenwel den Franschen overmoed en bluf, voor den opmarsch gereed gemaakt zoodra de mobilisatie begon. Het doet iemand bizonder genoegen de jonge mannen iederen dag te zien wegtrekken, zingende ‘Gott erhalte Franz den Kaiser’ of ‘Deutschland, Deutschland über Alles’, blijmoedig en gereed voor den strijd, maar niet verhit door alcoholische dranken! Overigens heeft de regeering hier ook in dit opzicht zeer gewaarschuwd, wat niet genoeg te waardeeren is! En deze orde, deze snelheid, waarmede alles mobiel wordt gemaakt! Wij voelen het allen zoo juist hier, men heeft uit afgunst den oorlog gewild en daarom moet de rechtvaardige zaak van Duitschland zegevieren!

Want - zooals het wetboek met documenten

[pagina 122]
[p. 122]

bewijst - heeft de keizer tot op het laatste oogenblik den eerlijken vrede gewild. Hoe duidelijk en mooi waren zijn telegrammen aan den tzaar en hoe dubbelzinnig en onoprecht heeft deze geantwoord! Dat de Franschen zich zóó zouden houden, kon men zich immers wel denken! Maar de laagheid van de Engelschen is weerzinwekkend! De Amerikanen hebben zich, zooals vanzelf spreekt, allen met een Amerikaansche vlag voorzien, opdat men ze dadelijk herkennen kan. Maar ook de andere nationaliteiten dragen hunne kleuren, voor zoover zij bondgenooten zijn!

Ach, ons lief, trouw Nauheim is geheel veranderd! Men mist alle bekende gezichten van die mannen, welke men hier kende uit zaken of anderszins! De dokters, voor zoover niet te oud, zijn ook weg. De anderen zijn met voorbereidingen bezig om gewonden te kunnen opnemen! Want wij krijgen hier tot dat doel een lazaret. De Kurkapel moest mee in den oorlog, het Kurhaus is derhalve gesloten. Ook de uitspanningen zijn daarmede opgehouden. Binnen eenige dagen zullen hier vele inwoners van Metz aankomen, die verpleging, enz. noodig hebben.

Een groote vreugde was voor ons allen de inname van Luik! Wij rukten elkander de Frankfurter Zeitung uit de handen!

En over al deze ellende - die de huichelachtige Russen en Engelschen wilden oproepen - schijnt de zon heden zoo wonderlijk mooi, zoo belovend, zoo vroolijk! Men kan zich in 't geheel niet voorstellen, dat daarginds die jonge gezonde mannen moeten vechten, moeten lijden en sterven....

Waarom?

Omdat de andere mogendheden afgunstig zijn op Duitschland's welvaart en geluk!

Wat mij persoonlijk betreft, mijn beste, trouwe vrienden en lezers, het gaat mij, de omstandigheden in aanmerking genomen, goed. Men moet wel geen gevoel hebben, wanneer men niet dagelijks opschrikt bij het vernemen van zulke treurige gebeurtenissen, als deze wereld-oorlog met zich brengt.

En Nauheim is mij lief en trouw; daar voel ik het juist dubbel, wanneer ik bedenk, hoeveel er nu wegtrokken om nooit terug te keeren! Aan den anderen kant voelt men zich echter ook verheven door den ernstigen eerbied - de eischende houding van deze bevolking, die bluft noch klaagt, maar het onveranderlijke gewillig en moedig onder de oogen ziet, eensgezind en trouw verbonden in dezen moeilijken tijd, welke zoo onverwachts de bloeiende wereldbadplaats geheel veranderde.

Wij Hollanders, zooals wij hier nu nog zijn, sluiten ons bij elkander aan. Dat is nu het mooie in moeilijke, groote uren, dat men het kleingeestige vergeet om elkander te naderen, helpend en troostend. In dezen geest heb ik persoonlijk ook nu dank te zeggen aan vrienden, dichtbij en ver, nieuwen en ouden.

Vaarwel en laten wij op een spoedig weerzien hopen.

 

ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • L.J. Veen

  • Anna de Savornin Lohman


datums

  • 2 september 1914

  • 11 augustus 1914