Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 29 (1915-1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 29
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 29Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 29

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.32 MB)

Scans (98.55 MB)

ebook (5.40 MB)

XML (3.84 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 29

(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Aan wien de schuld?

Dat is een vraag, die tegenwoordig bij velen opkomt, die menige tong en menige pen in beweging brengt. Men wil weten, wie het eigenlijk is, die den ontzettenden oorlog veroorzaakte. Men wil den schuldige opsporen, men wil hem brandmerken, men wil zijn toorn over hem uitgieten, men zou hem van de aarde wenschen te verdelgen.

Er wordt gezocht, er wordt gewikt en gewogen, maar de meeningen blijven verdeeld. Hier wil men de schuld werpen op de eene, daar op de andere partij. Onwillens en onwetens soms sympathiseert men met één der beide groepen aardbewoners, die elkaar vijandig gezind zijn.

Waarom houden wij ons eigenlijk bezig met dat volkomen nuttelooze en doellooze zoeken naar het einde van 't onontwarbare kluwen, dat de hoogere politiek op de wereld wierp? Zou het dan mogelijk wezen, dat er millioenen menschen dwalen en andere millioenen het rechte pad bewandelen? Dwalen ze niet allen? Is het ons werkelijk gegeven over een der strijdende volken het schuldig uit te spreken? Zegt ons gezond verstand niet, dat er overal schuld is?

En dan: waartoe dient het eigenlijk te vragen, waarom er gevochten wordt?

Wat zouden we doen, als we den schuldige ontdekten?

Er is oorlog, er woedt een vreeselijke wereldoorlog en hij stemt ons tot innig medelijden met de menschheid. Want ook deze oorlog is een uitvloeisel van 's menschen natuur. Zeer zeker zijn er aanleidingen tot de verwikkeling geweest, die we nauwkeurig kunnen

[pagina 133]
[p. 133]

omschrijven, zooals b.v. de moord van vorstelijke personen en het besluiten tot mobiliseeren. Maar het zal wel een echt menschelijke gezindheid zijn, die de diepe oorzaak is van dien ontzettenden strijd.

De volkeren bestaan uit individuën en de daden der volkeren zijn een uitvloeisel, het extract, van de daden der individuën, en de gezindheid van een volk is het gemiddelde van de gezindheid zijner individuën. Wanneer het individu oorlog wil, zal er oorlog zijn en als het vrede wil, zal er vrede zijn. Al wat men van buiten af de maatschappij als een verplichting wil opleggen zal geen resultaat hebben, indien niet ieder staatsburger die verplichting op zich neemt. Van roode steenen kan men geen wit huis bouwen en als de bladeren groen zijn is de gansche boom groen.

Hij, die er van overtuigd is, dat, onder alle omstandigheden, de vrede te verkiezen is boven den oorlog, zal den vrede nooit kunnen verstoren.

Oorlog is geweld, geweld is het gevolg van haat, en haat zetelt al of niet in 's menschen hart.

De volgende redeneering is zeer eenvoudig:

Laat men alle geschillen door rechters laten beslechten, dan heeft het geweld uitgediend, dan krijgt men vrede door recht.

Ja, maar - hoe doet men, als men vermeend onrecht moet dulden? Dan verzet men zich toch, daar men immers, hoewel men in waarheid ongelijk heeft, daarvan niet overtuigd is. Dan kan er van een vredelievende gezindheid al geen sprake meer zijn, als men de leer is toegedaan: ‘het recht moet zegevieren’. En men kon er licht toe besluiten het vermeende onrecht met geweld te weren.

Een andere vraag is, of men het geweld niet anders kan uitoefenen dan door het dooden van menschen. Er zou een oorlog mogelijk zijn, die gestreden werd zonder gebruik te maken van kanonnen. Misschien is het in de toekomst bestaanbaar, dat het eene land een ander dwingt tot berusting in vermeend onrecht door b.v. zijn handelsproducten niet binnen de grenzen toe te laten.

Wanneer er tusschen twee partijen oneenigheid bestaat, kan een van beide het recht aan haar zijde hebben, maar zoodra gewelddadigheden bedreven worden kan er van onschuld geen sprake meer zijn. Want niet de oneenigheid zelve is uit den booze, doch wel het geweld, dat daarvan het gevolg is.

Van iemand, dien ik liefheb, kan ik veel verdragen zonder hem geweld aan te doen, van iemand, dien ik haat, verdraag ik slechts de geringste onaangenaamheid niet zonder tot gewelddadige bestraffing geneigd te zijn. De liefde nu kan in ons zóó groot en zóó rein zijn, dat we liever alles dulden dan een ander het minste leed aan te doen. Jezus staat voor ons als een verheven beeld van zuivere liefde.

Evenals de eene mensch den ander soms haat en met opzet doodt, zal een groep van menschen een andere groep kunnen haten en trachten te dooden, zal het eene volk tegen het andere oorlog kunnen voeren. Een onbeschaafde slaat zijn medemensch eer in 't aangezicht dan de beschaafde. Een onbeschaafd volk grijpt eer naar de wapens dan een beschaafd.

Maar geen volk zal de wapens opvatten, dat in zijn geheel is bezield met reine, christelijke liefde. Jezus liet zich onschuldig aan het kruis nagelen. Een volk van reine, liefdevolle menschen zal zich liever laten verdelgen, dan met geweld zijn recht doen zegevieren over het onrecht van den vijand.

En wie is nu de schuldige in den grooten wereldoorlog? Het is ons menschenhart, dat nog plaats heeft voor haat, het is ons menschenhoofd, dat nog wraakgedachten koestert, het is de menschenhand, die zich tegen den broeder opheft - het is Kaïn.

 

G.J.M.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken