Filmbespreking
Hiroshima mon amour
door R.H. Hakkert
Alain Resnais is een van de franse filmers van deze tijd die ons iets te zeggen heeft. Geen boodschap of iets dergelijks. Hij geeft zijn visie op de wereld en de mensen die daarin leven. Hiroshima mon amour is Resnais' eerste grote film. Literatuur en film hebben het nooit goed met elkaar kunnen vinden. In deze film is echter voor het eerst een indrukwekkende synthese ontstaan.
‘Schrijf literatuur, schrijf alsof je aan een roman werkt. Denk niet aan mij en vergeet de camera’.
Dit was de opdracht die Resnais (na een afwijzing van Françoise Sagan) gaf aan de franse schrijfster Marguerite Duras, toen hij haar vroeg het verhaal en de dialogen voor Hiroshima mon amour te schrijven. Zij is daarmee stellig de eerste literator in de geschiedenis van de film geweest, die zo geformuleerd haar opdracht tot het schrijven van een scenario heeft gekregen.
Hiroshima mon amour is het mooiste liefdesverhaal dat ik ooit op de film heb gezien. Wat Marguerite Duras schreef, heeft Resnais met een fijngevoeligheid in beelden gezet die zijn weerga niet kent. Het verhaal is eenvoudig en gecompliceerd tegelijk. Een franse actrice (Emanuele Riva) werkt in Japan mee aan een film over de vrede. En waar kan dat verhaal anders spelen dan in Hiroshima? Ze ontmoet daar een Japans architect (Eiji Okada). De film begint met beelden van hun ineengestrengelde lichamen, die telkens van substantie veranderen, als doorstond hun liefde alle verschrikkingen van de atoombom die Hiroshima vernietigde. De geliefden houden van elkaar in het besef van de onhoudbaarheid en daardoor de onmogelijkheid van hun liefde. Zij zijn beiden getrouwd en zoals zij zelf zeggen: gelukkig getrouwd. De vrouw beseft de onmogelijkheid van hun liefde het eerst. Zij herkent in de Japanner de onvergetelijke liefde die zij eens voelde voor een duitse soldaat in Nevers: even absoluut en onmogelijk. En zij vertelt haar Japanner voor het eerst haar levensverhaal vanaf de oorlogsdagen in Nevers tot aan de dag dat zij naar Parijs vluchtte: dezelfde dag waarop Hiroshima door de atoombom werd vernietigd. Deze herinneringen die voor haar allesbepalend zijn, komen in Hiroshima weer tot leven en zij vertelt haar tedere en tegelijk gruwelijke verhaal alsof de Japanner de duitse soldaat was. Beelden van Hiroshima en Nevers volgen elkaar op en wisselen elkaar af als gebeurde alles op hetzelfde moment, op dezelfde plaats. En dan volgt het onherroepelijke afscheid: zij gaat terug naar haar man die onwetend is van haar verleden, hij gaat terug naar zijn mooie vrouw. Zij heeft haar verhaal verteld en zal proberen haar beide geliefden nu voorgoed te vergeten.
Hiroshima mon amour doet naar de vorm sterk denken aan Resnais' indrukwekkende korte film Nuit et brouillard, waarin de filmer door elkaar heen de Duitse concentratiekampen laat zien zoals ze in de oorlogsjaren ‘functioneerden’ en zoals ze tien jaar na de oorlog nog in het duitse landschap stonden als herinneringen aan een even absurd als verschrikkelijk verleden. Resnais scheidde in Nuit et brouillard heden en verleden door de beelden van de concentratiekampen ‘in functie’ in zwart-wit, en de beelden van 10 jaar later in kleur op te nemen.
In Hiroshima mon amour zijn heden en verleden nauwelijks meer gescheiden. Hiroshima 1958 wordt Nevers 1942-1945 en omgekeerd. De beelden uit die twee steden sluiten geheel bij elkaar aan, het tempo is hetzelfde, de geliefden zijn hetzelfde al hebben zij een ander gezicht, alleen de muziek is anders.
Resnais is bij de uitwerking zeer consciëntieus te werk gegaan. Dit blijkt vooral uit het feit dat hij bij het maken van het draaiboek de film reeds volledig voor ogen heeft gezien, beeld voor beeld, opname voor opname, want van dit draaiboek is hij tijdens de opnamen, de montage en de nasynchronisatie nauwelijks meer afgeweken. Bij de afwerking kwam hij telkens weer op zijn oorspronkelijke idee terug. De opnamen in Japan en Frankrijk werden door verschillende cameramensen gemaakt. Typerend voor Resnais is dat de toch niet de eerste de beste franse cameraman Sacha Vierny de opnamen van zijn japanse collega Takahashi Michio niet eerder mocht zien, dan nadat hij zijn opnamen in Nevers had afgemaakt. Hiermee heeft Resnais het gevaar van beinvloeding willen vermijden. Voorzien van deze wetenschap is het verbluffend te zien dat de bewegingen van beide camera's in Hiroshima en Nevers volkomen gelijk zijn, geheel en al zonder overgangen op elkaar aansluiten.
Alain Resnais houdt van de bewegende camera. Zijn bijna eindeloze rijen vervelen nooit, omdat zij bij hem een duidelijk doel hebben. Vaak ook geven zij een voor zijn film onmisbare sfeer aan. Met zijn rijen tast hij de omgeving af, het zijn poëtische verkenningen van het terrein waar hij zijn verhaal laat spelen.
Even typerend voor Resnais' werkwijze is zijn montage. Er mag geen beeld geknipt worden zonder zijn toestemming. Hij is er van de eerste tot de laatste meter zelf bij. Geen buitenstaander krijgt tijdens de montage iets van de film te zien. Ook bij Hiroshima mon amour heeft Resnais pas na de montage twee componisten gevraagd de muziek te componeren, die een zo essentieel deel van de film is geworden. Honderden en nog eens honderden composities heeft hij beluisterd, voordat hij besloot de Italiaan Giovanni Fusco en de Fransman George Deleru de opdrachten te geven. Deleru heeft de wals gecomponeerd die de beelden in Nevers begeleidt, de rest is van Fusco.
Resnais (37 jaar) is begonnen als 16 mm-filmer. Achtereenvolgens maakte hij Van Gogh (1948, bekroond), Guernica (1949), Gauguin (1950), Les statuent meurent aussi (1954, Prix Jean Vigo), Nuit et brouillard (1955, Prix Jean Vigo), Toute la mémoire du monde (1956) en Le chant du styrène (1958).