Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hollands Maandblad. Jaargang 5 (1963-1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hollands Maandblad. Jaargang 5
Afbeelding van Hollands Maandblad. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van Hollands Maandblad. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hollands Maandblad. Jaargang 5

(1963-1964)– [tijdschrift] Hollands Maandblad–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Brieven van lezers

Een vijand van Europeanen

In zijn nogal uitvoerig vertoog tegen mijn boek over televisie geeft de heer K.L. Poll slechts in één zin duidelijk zijn eigen mening over televisie en wel in de volgende context: ‘Sierksma roept over de “bij uitstek menselijke mogelijkheden van TV” en even later waarschuwt hij: als televisie verkeerd gebruikt wordt “zal de massa spoedig niet meer weten, dat zij ooit menselijk is geweest.” Dat is natuurlijk grote onzin. Televisie heeft uitsluitend menselijke mogelijkheden, zolang de programma's door mensen worden gemaakt en niet door dieren of bewoners van andere planeten’ (cursivering van ondergetekende).

Deze gedachtengang berust op een logische vooronderstelling met betrekking tot de mens(en), die dus ook voor een ander communicatiemiddel moet gelden. De journalistiek heeft uitsluitend menselijke mogelijkheden, zolang de artikelen worden geschreven door mensen als bijvoorbeeld Julius Streicher redivivus. De lezer zal gemakkelijk dit voorbeeld met soortgelijke consequenties van het simplisme van de heer Poll kunnen aanvullen, dat naar de vorm kinderlijk, naar de inhoud neuswijs nihilistisch is.

De genoemde schrijver kwalificeert mij als ‘een vijand van Amerikanen’. Daar hij de Amerikanen niet in het geding brengt, moet ik hem gelijk geven, maar daaraan toevoegen, dat voor zo ver het de heer Poll en zijn geestverwanten betreft hij mij ook een vijand van Europeanen kan noemen, zeer bepaald van Europeanen, wier logica monumentaal is als een waterhoofd en onkwetsbaar als een soldatenlaars. Buiten wetenschappelijk verband geef ik voor mij liever niet een definitie, maar een benaderende omschrijving van de menselijkheid, die niet alleen in logisch opzicht kwetsbaar is en op zijn minst ambivalent.

Zo'n benadering is uiteraard iets ingewikkelder dan de flink uit de kluiten gewassen waarheid van de heer Poll: mens = mens(elijk). Deze waarheid is zo groot en eenvoudig, dat zij merkwaardigerwijs nog slechts aangetroffen wordt in de landelijk idyllische omgeving van een boerderij, zoals de genoemde auteur die met de weerzin van de stedeling beschrijft. Hij zal intussen op het erf van die boerderij alleen welkom zijn, wanneer hij in een nieuwe bezettingstijd melk en boter komt vragen. In alle andere gevallen zal zeer kwaadaardig de hond op hem worden afgestuurd onder een hemel vol van complicaties, maar niet tussen hem en mij. Tussen hem en mij staat slechts zijn waarheid als een koe.

Ik ben de heer Poll voor zijn openlijke vijandschap tenslotte zeer erkentelijk. Ik beschouw die als een compliment, omdat mijn boek welbewust werd geschreven tegen intellectuelen van zijn slag. Hij heeft dat blijkens zijn boze reactie zo goed aangevoeld, dat men hem nooit ofte nimmer op een boerderij zou verwachten, wanneer men zich niet moest afvragen, waar hij zijn waarheden anders zou kunnen vinden. Maar bij de slager kan het natuurlijk ook. Of heeft hij met zijn geholderdebolder misschien een koe op zolder?

F. Sierksma

Verkiezingen

Het merkwaardigste commentaar op de verkiezingsuitslag is stellig geschreven door de heer Brandt Corstius in Hollands Maandblad van mei j.l.

De schrijver is om drie dingen blij, waaronder ‘de stevige handhaving van de P.v.d.A., in weerwil van een welvaart zoals we in dit land nog nooit

[pagina 23]
[p. 23]

gehad hebben.’ Ook na een verlies van 5 zetels voor de P.v.d.A. gun ik uw commentator zijn blijdschap ten volle. Maar dan moet hij niet enkele regels eerder verklaren dat ‘twee zetels meer of minder... in Nederland een politieke aardverschuiving (betekent).’ De motivering van de vreugde boet hierdoor althans aan begrijpelijkheid in.

Voorts las ik: ‘Verheugend is ook dat de som van alle “christelijke” zetels weer is teruggelopen.’ Ook hier weer een niet door de feiten te staven opgewektheid. Het aantal ‘christelijke’ zetels steeg met 1 en zo men ook de Gereformeerde Jongeling(s) vereniging mee wil rekenen zelfs met 2.

Als punt drie van de heuglijke facetten aan de verkiezingsuitslagen wordt genoemd: ‘Het succes van de heer Rappard.’ Ook deze constatering sterkt het vermoeden dat we hier te maken hebben met een prognose, die de avond vóór de verkiezingen door de heer Brandt Corstius is opgemaakt. Voor omwerking van deze prognose in overeenstemming met de realiteit was vermoedelijk geen tijd meer, aangezien het typewerk tijdig naar de zetter moest. De lezer, die door de uitslag volledig is ingelicht, schept zo'n werkstukje weliswaar vermaak, maar in het artikel krijgt men de indruk dat het allemaal instructief bedoeld is.

Gelukkig bevat het artikel meer dan onjuiste feiten. De scherpzinnige analysator leidt de lezer naar de eigenlijke kern van onze nationale misère. Hij schrijft: ‘Het enige probleem is de woningnood en dat is een kwestie van prioriteiten: Wat is belangrijker: een fiere marine of méér huizen, theologische faculteiten of méér huizen, dividendbelastingverlaging of méér huizen.’

Thans weten we dus voor welke keus we staan. Verhoging van dividendbelasting heeft - gezien het karakter van deze heffing - een overeenkomstige verlaging van de inkomstenbelasting tengevolge. Voorwaar een vondst! Het effect voor de schatkist is, behoudens een minimaal rentevoordeel, weliswaar nihil, maar van het gewekte sfeertje gaat allicht een stimulans voor de woningbouw uit. (Dat Minister Zijlstra in de thans aanhangige belastingontwerpen om fiscaaltechnische redenen een verhoging van de dividendbelasting van 15 tot 25% voorstelt, zij hier terzijde vermeld).

Ook ontruiming van de theologische faculteiten is een goede oplossing, hoewel enige ruimte voor een politieke faculteit zal moeten worden gecreëerd in verband met een nieuwe leerstoel voor de heer Brandt Corstius. Ik onderschrijf volledig diens verzuchting: ‘We hebben geen genieën nodig, maar gewoon verstandige mensen.’ Maar misschien zijn ook die schaars ...

H. Mobach

Antwoord

Het verkiezingscommentaar dat u een maand geleden in dit blad hebt kunnen lezen, is niet in goede aarde gevallen. Wij waren er nogal trots op één dag na de verkiezingen met dit originele commentaar te kunnen komen dat, door een eenvoudig omkeringsprocédé, reliëf aan de uitslag verschafte. Vele mensen bleken dit niet te kunnen verwerken. Voor hen lieten we de heer Mobach aan het woord die op scherpzinnige wijze uiteenzet dat de drie dingen, waar we blij om moeten zijn, in werkelijkheid niet gebeurd zijn. Om het nu nog even heel precies voor alle lezers te zeggen: we zijn dus niet blij. Is het nu duidelijk?

Helaas bevat de brief van de heer Mobach nog enkele domheden waarover we kort kunnen zijn: dat de woningnood best oplosbaar is als we er maar geld voor over hebben, is al vaak, o.a. door Pen, uiteengezet. Onder dividendbelastingverhoging is te verstaan: verhoging van de belasting op dividenden, ook al zou dit door een verandering in de inkomstenbelasting moeten gebeuren. Ook weet de inzender kennelijk niet dat er kort geleden weer twee theologische faculteiten schatkistgeld kregen, en dat er al een politieke faculteit bestaat waar ik t.z.t. graag de inzender onder mijn leerlingen zal tellen.

 

H. Brandt Corstius


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken