Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hollands Maandblad. Jaargang 1994 (554-565) (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hollands Maandblad. Jaargang 1994 (554-565)
Afbeelding van Hollands Maandblad. Jaargang 1994 (554-565)Toon afbeelding van titelpagina van Hollands Maandblad. Jaargang 1994 (554-565)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hollands Maandblad. Jaargang 1994 (554-565)

(1994)– [tijdschrift] Hollands Maandblad–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]

[563]

Redactioneel
Oude beginselen, nieuwe wegen

Het Hollands Maandblad heeft nooit grote woorden nodig gehad om het eigen bestaan te rechtvaardigen. Dat is een traditie die de vernieuwde redactie in ere wil houden. Het Maandblad is inmiddels van ongeveer dezelfde leeftijd als de nieuw toegetreden redacteuren, dus het is niet meer nodig vitaliteit te verpakken in luidruchtige leuzen en letterkundig voetengestamp.

Maar het kan niet zo zijn dat een literair tijdschrift bestaat om tot in lengte van dagen langs dezelfde paden voort te schrijden. J.J. Peereboom bewandelde de laatste jaren als redacteur andere wegen dan K.L. Poll sinds de oprichting van wat toen - in 1959 - nog Hollands Weekblad was. En zo zal de nieuwe, vierkoppige redactie ook niet dezelfde route kiezen als Peereboom voorheen in zijn eentje deed.

Vernieuwing is een van die grote woorden die ons in een tijd vol grote woorden moeilijk uit de pen vloeien. We streven er niet naar koste wat kost onze tijd vooruit te zijn en hijgerig voor de stoet ouderwetse avantgardisten uit te lopen. Toch zal Hollands Maandblad veranderen, andere gebieden zoeken en een forum voor nieuwe perspectieven proberen te bieden.

Wat zal veranderen is dat de nieuwe redactie minder poëzie zal plaatsen. De drempel zal hier nog hoger worden gelegd. Niet omdat we niet van poëzie houden, maar omdat we alleen van zeer goede poëzie houden. Voor alle duidelijkheid: Hollands Maandblad blijft een literair tijdschrift met Nederlandse fictie, poëzie en essayistiek.

Wat zal veranderen is dat er meer actuele kwesties in het Maandblad aan de orde zullen komen. Niet omdat ze actueel zijn, want actualiteit is niet meer dan mist die het zicht beneemt op wat er om ons heen gebeurt, maar omdat we niet kunnen geloven dat het openbare debat zich in al zijn kortademigheid terug moet trekken op het keurige formaat van de opiniepagina's in de krant. Dat betekent niet dat Hollands Maandblad geforceerd niet-keurig zal zijn, want goede trouw en een open vizier zijn vanaf de oprichting een rechtvaardigingsgrond van het blad geweest. Maar, om de woorden van Polls beginselverklaring van destijds aan te halen: ‘Wij zijn niet gesteld op de mantel der liefde, die alle verschillen onzichtbaar maakt. Wij staan wantrouwend tegenover de keurigheid waarmee vaak onfatsoenlijke keurigen hun onfatsoen proberen te camoufleren.’

Wat zal veranderen is dat het Maandblad meer een forum wordt voor polemiek. Niet omdat we houden van een ruzietoon, noch omdat we schrijvers zoeken die geredekavel zonder aanleiding en vechten zonder zaak tot programmapunt hebben gemaakt. Wel omdat in het ongebonden en vrije debat het soort wereld begint waarin wij ons thuisvoelen. De redactie heeft wat dit betreft geen last van heilige huisjes, belangrijke vrienden of hooggeplaatsten met wie de verhoudingen niet verstoord mogen worden. Als we al vrienden hebben, dan zijn dat de lezers die zich hierin kunnen vinden.

Wat verder zal veranderen is dat het Hollands Maandblad nog meer van de ruimte tussen de academische wereld en de journalistiek gaat opeisen. Laat Alma Mater maar eens tonen dat het bij haar wemelt van mensen die anderen kunnen interesseren in wat ze uitspoken, dat zij meer voorstelt dan een broedplaats voor kreupel scriptie-proza en lachwekkende beleidsnota's. En laat de journalistiek maar bewijzen dat ze het tijdelijke weet te ontstijgen, dat ze meer kan dan de nieuwsgierigheid van de dag bevredigen.

[pagina 3]
[p. 3]

Wat ten slotte nieuw wordt, zijn enkele regelmatig terugkerende rubrieken die als barometers de culturele en politieke luchtdruk van Nederland en omstreken zullen peilen.

Onveranderd blijft het zoeken van het Hollands Maandblad naar lezers en schrijvers die creativiteit en onafhankelijkheid als geesteshouding koesteren.

 

In dit nummer wil de redactie stilstaan bij de eerste helft van de eigen naam. Kunnen we met de steeds ijler wordende landsgrenzen nog een tijdschrift maken voor Nederland? Hoe Hollands kan een maandblad zijn in een natie die permanent in zelfanalyse is? De laatste jaren heeft een aantal, deels buitenlandse schrijvers zich over het karakter van het vaderland uitgelaten. De diagnoses waren bepaald veelkleurig, maar voor de Nederlander is het nooit goed. Wordt hij geprezen, dan begint hij schamper te lachen om daarna - op en top Hollands - buitenlandse stemmen te citeren die weinig van het vaderland overlaten; van Andrew Marvells ‘indigested vomit of the sea’ en Voltaires ‘canards, canaux, canaille’ tot de tegenwoordig jaarlijks terugkerende, reportage van een buitenlands tijdschrift over de verrotte en decadente Nederlandse samenleving. Toch leiden de rituele geselingen van de buitenlandse pers telkens weer tot hetzelfde geërgerde schouderophalen en dezelfde collectieve zelfverheffing. Dit laatste ritueel laat zien dat Nederlanders de kritiek van anderen minder goed verdragen dan behaaglijke zelfkritiek.

Plotseling manifesteert zich in zo'n geval namelijk iets als de in naburige landen vanzelfsprekende nationale trots, een meeromvattende pendant van het zo kleverige ‘oranjegevoel’. Omdat elke Nederlander last heeft van die ambivalentie tussen openlijke zelfhaat en halfverborgen trots leek het de redactie fascinerend om verschillende publicisten en schrijvers nu eens niet te vragen zomaar over ‘Nederland’ te schrijven, wat waarschijnlijk opnieuw welsprekend maar voorspelbaar gekanker op zou leveren, maar over wat zij aan Nederland vonden deugen. Iedereen die benaderd werd was onmiddellijk enthousiast vanwege dit perspectief, maar bij het schrijven bleek de pen op papier te stokken en de vingers boven het toetsenbord te haperen. Eigen lof, ijdel stof- wie drie duimen wast in waardigheid, schiet drie el op in hoovaardigheid - iedere zot prijst zijn eigen kot - hoog land, lichte turf- bont om de arm, ijl in de darm; de weerstand om het eigen goed te noteren is diep verankerd in de volksaard. Kwam er lof, dan was die meest zuinig, al zien sommigen lichtpuntjes.

Voor het Hollands Maandblad blijft er voorlopig genoeg te doen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken