Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hollands Maandblad. Jaargang 2010 (746-757) (2010)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hollands Maandblad. Jaargang 2010 (746-757)
Afbeelding van Hollands Maandblad. Jaargang 2010 (746-757)Toon afbeelding van titelpagina van Hollands Maandblad. Jaargang 2010 (746-757)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.62 MB)

Scans (73.67 MB)

ebook (11.84 MB)

XML (1.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hollands Maandblad. Jaargang 2010 (746-757)

(2010)– [tijdschrift] Hollands Maandblad–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 32]
[p. 32]

De nieuwe naïviteit



illustratie
from the book depository


Er is in medialand iets gaande dat mij enige tijd heeft geïntrigeerd, zonder dat ik op enigerlei wijze begreep wat het behelsde. Wanneer ik de krant lees of naar de Nederlandse televisie kijk, bevangt mij de laatste jaren (behalve plaatsvervangende schaamte) een vaag en enigszins incoherent gevoel van onrust. Alsof ik getuige ben van een traag smeltende gletsjer, een bijna onmerkbaar wegzinken in drijfzand, een nauwelijks meetbare klimaatverandering. Was het nu de neerslag van een meer algemeen cultureel proces van debilisering en infantilisering waarvan ik getuige was, of lag het gewoon aan mijn eigen gestaag afnemende intellectuele vermogens?

Neen, niets van dat al, besef ik thans - nu ja, voor de laatste mogelijkheid durf ik mijn vinger niet in het vuur te steken, en voor de eerste twee eigenlijk ook niet. Maar de afgelopen zomer vielen alle stukjes op hun plaats en begreep ik plots waarom de Nederlandse media thans zijn zoals ze tegenwoordig zijn. Dit kwam misschien door de adembenemend overspannen dertien openingspagina's die de Volkskrant wijdde aan voetbal, de dag nadat Nederland roemloos en eerloos de finale van het wereldkampioenschap verloor. Misschien kwam het ook omdat de ombudsman van deze krant de talrijke klagende lezers, die meenden dat het wel wat minder kon, daar de wereld toch groter is dan een voetbal, nogal ruw afbekte en omstandig betoogde dat zijn krant de juiste journalistieke keuze had gemaakt door zelfs meer pagina's aan het gebeuren te wijden dan de Metro en de Spits.

Misschien kwam het ook door de grote kop over zeven kolom waarmee NRC Handelsblad de editie van maandag 26 juli jongstleden opende. Oorlog afghanistan grimmiger dan gedacht stond er te lezen. Dit riep ogenblikkelijk de vraag op wie dan had gedacht dat de oorlog in Afghanistan minder grimmig was, neen, dat welke oorlog dan ook niet grimmig zou zijn. In dit geval ging het om de berichtgeving inzake de openbaarmaking op internet door WikiLeaks van 92.000 zogeheten ‘tactische rapportages’ van het Amerikaanse leger uit de periode januari 2004 tot en met december 2005. Deze geheime (‘Confidential’ niet ‘Top Secret’) interne rapportages werden gedecodeerd en samengevat door The New York Times, The Guardian en Der Spiegel, en vervolgens verspreid over de wereld. Het was het grootste lek van geheime Amerikaanse legerdocumenten sinds de Pentagon Papers.

De hoeveelheid details die naar buiten kwam, was even overweldigend als deprimerend. Samengevat bieden de WikiLeaks Papers het volgende beeld van de oorlog in Afghanistan, die begon in 2001 en dus bijna langer duurt dan twee wereldoorlogen bij elkaar opgeteld: - Er zijn meer burgerdoden dan officieel bekend is gemaakt; - Bondgenoot Pakistan (en in het bijzonder de Pakistaanse geheime dienst isi) verleent hand-en-spandiensten aan de Talibaan; - De Afghaanse regering is corrupt en onhandelbaar; - De ‘hearts and minds’ van de Afghaanse bevolking zijn niet veroverd, en hellen zelfs langzaam richting Talibaan; - De oorlog op de grond wordt niet gewonnen, en derhalve verloren.

Er valt veel te zeggen over de openbaarmaking van de documenten. The Guardian plaatste zelf de kanttekening dat hoewel de samenballing van het materiaal en het onthullingsverhaal zelf een krachtig en wat toon betreft nieuw beeld boden op de oor-

[pagina 33]
[p. 33]

log, nog moest blijken of de geboden feiten afzonderlijk inderdaad ‘nieuw’ en onbekend waren. Dat laatste wordt inderdaad betwijfeld door sommige Afghaanse journalisten en bijvoorbeeld door de periodiek Kabul Weekly, die mopperend reageerden dat zij al jaren berichten over de oorlog zonder dat westerse media er veel aandacht voor hadden, en dat nu dezelfde feiten door westerse media via internet werden ‘onthuld’ er plots wel aandacht is. Deze klacht is niet helemaal juist. Ook door diverse westerse publicaties en websites wordt de oorlog in Afghanistan in zijn ontluisterende details gevolgd, voor wie het weten wil. Sterker nog: de internet-encyclopedie Wikipedia zelf bood al vóór de publicatie door WikiLeaks diverse uitstekende pagina's met grosso modo dezelfde soort gegevens en zeker dezelfde conclusies.

De slotsom luidt in feite dat slechts voor wie de ogen gesloten had gehouden en voor wie niet wilde weten de gegevens van WikiLeaks een schokkende openbaring konden zijn. De kop oorlog afganistan grimmiger dan gedacht was derhalve niets anders dan een vingerwijzing dat wij als geïnvolveerde natie liever niet wilden weten wat er gaande is en evenmin willen weten dat een oorlog altijd grimmig is en dat er geen niet-grimmige doden vallen.

Sinds Hollands Maandblad een Facebook-pagina onderhoudt, ben ik niet langer verbaasd over dit soort krantenkoppen, noch over een opening van de krant met dertien pagina's voetbalverhalen. Facebook is een voorbeeld van een social media website, ofwel een internettoepassing die de mogelijkheid biedt ‘informatie’ met een netwerk van anderen te delen op een directe en simpele wijze. Bekende voorbeelden van social media websites zijn naast Facebook tevens YouTube, Linkedin en Twitter, maar ook Hyves en NuJij. Ik weet niet of alle Hollands Maandblad-lezers vele uren per dag bezig zijn op dit soort sites ‘informatie’ uit te wisselen, maar de rest van de wereld is dat wel. Sommige universitair opgeleide mensen menen zelfs dat het hier gaat om ‘media die je daadwerkelijk laten socialiseren met de omgeving waarin je je bevindt’, waardoor ze voor een wereldwijde revolutie in menselijke interactie en tussenmenselijke relaties zullen zorgen.

Dat moge zo zijn, maar wat ik heb geleerd sinds Hollands Maandblad op Facebook actief is, deed mij begrijpen wat er in medialand gaande is dat mij zo intrigeerde, en ik betwijfel of ik zonder Facebook de vinger op de wonde had kunnen leggen. Via Facebook maak je ‘vrienden’ en via deze ‘vrienden’ kun je weer nieuwe ‘vrienden’ maken wier ‘informatie’ dan in een eindeloze stroom langskomt. Deze ‘informatie’ (variërend van hartenkreten tot flauwe grapjes, en van vakantiefoto's tot onversneden marketingstrategieën) kun je markeren als ‘leuk’. Dan zien je ‘vrienden’ dat ze ‘leuk’ zijn en dat ze derhalve bestaan. Het is evenwel onmogelijk om iets ‘niet leuk’ te vinden, of iemand te bestempelen als ‘geen vriend’, laat staan als ‘corrupte klootzak’ of ‘dodelijke vijand’.

De wereld van Facebook blijkt een volkomen naïeve kinderkosmos, waar de enige fragmenten van de echte wereld die er doordringen ‘leuk’ zijn en je ‘vrienden’ alles en elkaar ‘leuk’ te vinden. Maar deze kinderkosmos wordt bevolkt door volwassenen, en Facebook zelfs voornamelijk door hoger opgeleide volwassenen, onder wie ook talrijke doctorandussen, schrijvers en journalisten.

Dit is om diverse redenen ontmoedigend. Niet eens zozeer vanwege de doctorandussen (die heb ik reeds opgegeven) en de schrijvers (over hen twijfel ik elke maand), maar wel vanwege de journalisten. Journalistiek behoort immers een ambacht te zijn waarin ‘vrienden’ niet bestaan en niets ‘leuk’ is. - Aldus besef ik nu wat er gaande is in medialand, en begrijp ik mijn vage gevoel van onrust wanneer ik tegenwoordig een krant lees of naar de televisie kijk. Wij zijn omringd door Facebook-journalisten, die ‘vrienden’ maken en de wereld niet wantrouwen maar ‘leuk’ vinden. Wij leven in het tijdperk van de nieuwe naïviteit. Geen wonder dat men denkt dat de oorlog in Afghanistan niet grimmig is. Bij de video van het bombardement kun je maar op één knop klikken: ‘Leuk!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken