Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historie van Hughe van Bordeus (1860)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.61 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Wolf



Genre

proza

Subgenre

epos


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historie van Hughe van Bordeus

(1860)–Anoniem Huge van Bordeeus–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 2a]
[fol. 2a]

Die prologhe.

OM wat vreemtds ende wat nieus te hooren dat oude gesten ende oude gescriften menich hondert iaren verborghen hebben ghehouden. So heb ic hier een seer vreemde wonderlijcke noyt wonderlijcker historie int claer ghestelt om dye te ouerlesen ende daer wt ghenuechte te rapen, ende dye sinnen des menschen daer mede te versolaceren als si met eeniger melancolien ende swaricheden belast worden, het si van eenich ingheuen des vyants, oft van swaricheyt des bloets want melancolie ende swaricheyt genereert ende maect dicwil grof bloet dat menich werf den mensche siecte toe brenget. Hier om sal hem die mensche maken eenen blijden geest wan die doet den mensche lange leuen. Dese historie is ghemaect niet om eenich belet van goeden wercken, ende dat men daermede versuymen soude eenigen gods dienst als sermonen vesperen ende der ghelijcken dienste maer si is ooc gemaect om dese lange tongen van clappaerts ende clappeyen als die haren tijt wil len ouer brengen met achterclap om eenen anderen sijn eere te benemen achter rugghe, dan sullen si vinden wat quader arger fenijn dat een quade tonge is ende wat groter last, anxt, partijscap oorloghen, dootslaghen die tonghe bi brenghen ende brouwen mach.

[Folio 2b]
[fol. 2b]

Ende isser yemant dye hierin vindet dat hen mishaghet en wilt daerom ons niet te seer wederlegghen, want het is al te goeder meeninghen ghedaen, want wat dye menschen scrijuen sonder medewerckinghe des heylighen geests dye sijn al wel te straffen ende te wedersegghen. Maer wat dye eewighe waerheyt ghesproken heeft dat sal warachtich bliuen.

Hier volghet die na prologhe.

[Folio 3a]
[fol. 3a]

OM dat men hier achteruolgen ende bescriuen sal van sommighe dinghen die gheschiet souden sijn inden tijden vanden groten coninc Karel. So wil ic eerst wat scriuen vanden seluen Karel Die alder gloriooste ende onuerwinlijcste coninc Karel was seer vroom ende victorioos inden strijden, seer wijs in scientien ende in dye vij. vrije consten, hi was ooc kerstelijk ende duechdelijc van leuen, hy hielt sijn hof eerlic ende sijn heeren ende dienaers in duechden so dattet scheen een clooster te sijn want in sijn hof en mocht men niet sweeren dobbelen caerten, oft dier ghelijcken doen daermen god mede mochte vertoornen. Hi had bi hem oude wise raetsheeren, hy was oock rechtueerdich in sijn vonnissen soowel den armen als den rijcken. O lacen nv houtmen veel abusen inder heeren houen, als van dobbelen, te versweeren gods liden ende leden oncuysheyt, ouerspel maechden schoffieren, vrouwen cracht, ende der gelijcken daer af dicwil den landen grote plaghen comen. Karel was een goet prince ontsiende god, ende een groot beschermer der heyligher kercken. Hy was so sterc in de strijde dat hy met sinen sweerde teenen slaghe een ghewapent man metten paerde dootsloech. Als hy gram was soe verueerde hem een yeghelic. Karel hadde by sijnder coninghinne Hildegaert .iij. sonen als Charlot die sterf sonder oor. Pippijn coninc van italien, Lodewijc coninc van Aquitanien die na keyser wert. Ende hy had ooc .iij. dochteren, Rotruyt, Berga, ende Gilla daer ic nv voort af swighen sal, ende comen totter gesten van onser historien.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken