Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historie van Hughe van Bordeus (1860)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.61 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Wolf



Genre

proza

Subgenre

epos


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historie van Hughe van Bordeus

(1860)–Anoniem Huge van Bordeeus–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 22a(Fij)]
[fol. 22a(Fij)]

¶ Hoe hughe op eenen stercken toren liep ende blies sinen horen als hem Oydom die valsche verlochende kersten vanghen ende doden wilde.

DOe hughe sinen gulden cop ende horen had weder gecregen so was hi blide ende hi liep bouen op eenen stercken toren met sijn geselscap ende hi blies seer luyde sinen horen, die so soeten gheluyt gaf dat sie alle blijde waren die hem hoorden ende sie werden danssende ende die coninc werd ooc danssende met sijn mannen van wapenen ende seyden dat si noyt soeter geluyt en hadden gehoort ende baden hem dat hi noch blasen soude twelck hi dede ende blies met sulcker cracht dat geringe coninc abroen hoorde daer hi te Moyon lach ende seyde tot sinen heeren ende mannen

[Folio 22b]
[fol. 22b]

Ic hore mienen vrient men heeft hem te dorimonde niet wel gedient want hi is in groten node beuaen ic wil hem met mijnre hulpen bistaen. Nv begeer ic hier te sijn bi gods wille met hondert dusent mijnre mannen wel gewapent Ende so geringe als de coninc abroen hadt begeert was hi terstont met sijn macht te dorimonde. Ende als hem hughe sach was hi seer verblijt, ende daer versloech coninc abroen met sijn volc al die sarasinen ende mannen van wapenen die hugen met sinen gesellen wilden verslaen ende si en conden hem niet verweren so dat se daer al doot bleuen, ende hughe nam sinen oom oydon geuangen ende scanc hem dem coninc abroen, die seyde. Hughe neue wildi niet dat v oom leuende bliue. Neen ic seyde huge, hi heuet qualic tegen my verdient. So suldi sijn gewroken mijn vrient. Ende abroen seyde, so sal hi hangen bij der keelen aen een galge. Daer en behoefde men niet te lopen noch te gaen noch hem veel te pinen, want also saen als Abroen die goede here die woorden had hegeert so was hi buten der stede terstont aender galgen geknoopt. Ende den baylyou vander stadt wert gegeuen al dat lant ende den kerckerier den goeden man. Doe seyde coninc abroen tot huge Die here Jesus die moet v bewaren van allen tegenspoet, ende reyst nv na babilonien om v bootscap te volbrenghen totten amirael Gaudijs ende tusschen wegen suldi vinden een tstercste casteel dat onwinlic is ende heet dunalster: daer woont een groot misscapen tyran die al tlant daer ontrent bedwingt, ende tis een edel sarasijn ende hi ontfanct iaerlicx cccc.m. gouden bisanten vanden babiloenscen van hoot gelt, ende deden sijt niet si souden moeten steruen. Och here seyde hughe, soudic dien tyran sparen ic sal mijnen horen blasen heb icx van doen. Doen loech abroen ende seyde Hu\ghe

[Folio 23a]
[fol. 23a]

dat weet god dat mijn hulpe bereyt is. Ende is dat ghi dat casteel winnen mocht daer is op een halsberch seer scoon, ende sijn meester wracht daer ouer .vij. iaer lanck. Ende hi is van sulcker cracht dat so wien aen zijn lijf heeft, dien mach deren noch quetsen swerden noch geenderley wapen ende hi past wel een kint van .ij. iaren, ende hoe dick ende hoe groot dat een man is hi salhem oock passen Mer diet aen sijn lief draghen moet sijn een vry edel man ende hi moet ooc suuer sijn van alle dootsonden Ende waer ooc dat v moeder gepeyst had om met een anderen man te conuerseren ghi sout ooc niet de halsberch comen nen aen doen al mocht ghi daer mede winnen al dat goet van alexandrien. Doe seyde huge, o heer coninc ic ben een edel man, ende mijn moeder was een edel vrouwe, ende was ooc loyael ende getrouwe goet stantuastich. Doe seyde abroen die edel man, god vanden hemel moet v geleyden ende bi v sijn in allen uwen weghen. Ende si sijn vriendelic van malcanderen ghescheyden ende hughe nam oorlof met sijn gheselscap ende reedt wech menigen bijsteren wech door bosschen ouer bergen, valleyen ende reden so langhe dat si quamen op een hoghe montaengie daer si saghen een schoon stercke casteel. Doe seyde de grijse Aliames na mijn wanen so staet daer dat casteel van dunnalster, daer ons coninck Abroen af seyde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken