Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historie van Hughe van Bordeus (1860)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.61 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Wolf



Genre

proza

Subgenre

epos


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historie van Hughe van Bordeus

(1860)–Anoniem Huge van Bordeeus–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

¶ Hoe hugens gesellen ende sijn nichte grote clachten deden daer si op een slot te dunnalster waren.

NV wil ic wat swigen van huge ende verhalen van Aliames ende gherijn die te dunnalster waren op dat stercke casteel die seer droeuich waren om haren heer hughe die so lange achter bleef, ende die ioncfrouwe sijn nichte vrouwe van dunnalster clagede seer ende seyde. Ic sorge dat wi onsen neue nemmermeer sien en sullen leeft hi noch so moet hem god helpen wt sinen noden Als aliames ende gherijn ende haer gheselscap een tijt des smorgens stonden in der salen hebben si gesien eenen bercke comende wter zee gheseylt met grooten stroom.

[Folio 35b]
[fol. 35b]

Doe seyde die schone vrouwe. Die bercke comt wt affriken, want de banier dat swert serpent int velt van goude is die wapen van den coninc affriant, hy sendet Dagayant sinen chijns ende hooft ghelt Doe seyde dye grijse man Aliames sulcken goet is ons al willecome, daer aen en sullen wi ons niet besondighen. Doe seide die edel gherijn. Tis waer dat ghi segghet mer gaet ende wapent v metten anderen ridders ende ic sal die sarazijnen op doen comen ende dan suldijse alle lichtelic verslaen. Ende aliames ghinc ter haven ende sprac die sarasinen toe in sarasijnsche sprake ende beetse willecome ende seyde Gaet bouen men sal v spreken want dagayant mijn heere mach qualick eten want hi en was in acht dagen niet wel gesont. Doe ghingen si wten scepe ende si baden mamet ende appollijn dat hi haren here wilde sparen ende bewaren sijn lijf. Als dese sarasinen binnen der poorten van dunnalster quamen so heeft se gherijn vernomen ende den hoop was cleyn, daer en waren mer .xij. mannen sarasinen. Die onuersaechde gherijn meende hi soudse wel alleen verslaen ende hi sloech in die sarasinen ende si meenden te vlien maer si en conden niet wech raken want Aliames had die poorte gesloten so dat di sarasinen al doot bleuen, ia al hader noch hondert meer gheweest si souden daer al gebleuen hebben. Doe seyde aliames, wat is nv best geraden. In dese bercke is comen tarwe ende wijn ende veel van anderen goeden, ic soude geerne hebben nyeumare of Hughe leefde of niet want ic seer rouwich om hem ben. Nv rade ic voor dat beste laet ons te babylonien gaen varen met desen goede ende vitalie ende daer sullen wi weten dat rechte bescheet van hughen. Doe seide

[Folio 36a]
[fol. 36a]

gherijn. Dat rade ic ooc voor dat beste. Ende doe gingen si hen al bereyden ende die vrouwe vanden casteel was sere verblijt dat si haren neue Huge soude gaen soecken ende si namen dat beste dat opt casteel was van gelde, van goude van siluer ende ander costelijcheden ende droegen dat in die bercke, ende doen ruymden si ghemeender hant van dat casteel ende si ghingen in die bercke ende voeren tesamen so langhe tot dat si te babilonien quamen daer die ammirael op woonde met sijn dochter Doe seyde aliames Mijn heren ic can wel die sarasijnsche spraken, daerom laet mi geworden voor Gaudijs den ammirael, ic meene wel ic sal van Hugen in eeniger manieren weten. Doe seyde gherijn, lieue neue het dunct mi goet al dat ghi doet, wi sijn daer alle mede tevreden seyden die ridder ende die joncfrouwe. Ende doe sochte alyames een cruyt dat heet montfire, ende ghinc dat temperen ende wriuen ende hi bestreeck daer mede sijn hare ende alle sijn leden die daeraf al swert ende bruyn werden Ende als hi dit gedaen had so ghinc hy wter bercken met gherijn metter ioncfrouwen ende metten thien ridders ende quamen totter salen des ammiraels, ende aliames quam met sijn geselscap daer die ammirael sadt ende speelde in dat scaecspel. Ende Alyames gruetende den ammirael seide Mamet ende Appollijn ende ternogant moeten minen oom wel bewaren Dit hoorende dye ammirael besach hem wel ende seyde sijt willecome ons goden moeten v eere laten verweruen, segt my wie ghi sijt ende van waer Doe seyde aliames. Ic was in affriken gheboren, ende ick ben Triakel uwer suster sone dien si met herten lief heeft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken