Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Jaargang 1890 (1890)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1890
Afbeelding van De Huisvriend. Jaargang 1890Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1890

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.40 MB)

Scans (101.75 MB)

ebook (23.62 MB)

XML (2.37 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Jaargang 1890

(1890)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

In den ‘effectenhoek’ te Johannesburg.

Voor steden in wording moet men wat door de vingers weten te zien. Alles, de straten, de huizen, de menschen, de toestanden, alles draagt er nog den stempel van het ongeregelde, het nog niet tot vaste vormen gekomene, het naar bestemde grenzen en rustpunten zoekende. Men leidt er een leven op ‘zien komen’, en ieder dringt en wringt zich zooveel mogelijk naar voren, om het eerst bij de hand te zijn, als straks het vurig verwachte geluk opduikt. Zulk een plaats is ook de Transvaalsche stad Johannesburg, die dezer dagen door een onzer daar vertoevende landgenooten beschreven werd als een ‘wondere stad, welke hare geschiedenis op voert tot vóór drie jaren - zegge drie jaren! - waar thans naar schatting meer dan vijftigduizend menschen wonen en waar de grond, op welken de huizen zijn gebouwd, in meer dan voldoende hoeveelheid goud bevat, om aan eenige goudmijn-maatschappijen het aanzijn te schenken, ware het niet dat de opening van de in de stad zelve gelegen terreinen niet wordt toegestaan.’

Johannesburg is dus door de goudkoorts aangetast. Heel veel meer wetenschap is er niet noodig, om zich een voldoende verklaring te vormen van het woeste, schreeuwerige tooneel op onze plaat: een kijkje op de onder den blooten hemel gehouden beurs te Johannesburg. Zelfs de habitués van den door zijn rumoerigheid beruchten ‘effectenhoek’ op de Amsterdamsche Beurs zullen moeten erkennen, dat de Johannesburgers zich ook nog al vrij wel op ‘levendigen omzet’ verstaan. Men verhandelt er natuurlijk mijnwaarden: aandeelen in bestaande, ontworpen of.... hersenschimmige gouddelverijen; men looft en biedt en dingt en schreeuwt tegen elkaar op, en kaatst elkander de fortuinen toe, alsof het sneeuwballen zijn. Het is de strijd om het bestaan in zijn aanschouwelijksten vorm, een karakteristieke verzameling van ‘opgewonden standjes’, waartusschen de opmerkelijke bedaardheid van een enkelen beursbezoeker hier en daar niets anders dan de stilte kan zijn, die den storm voorafgaat.

Trouwens, dat de stemming der Johannesburgers ongelooflijk snel tot het kookpunt stijgt, hebben zij in het begin der maand Maart ll. bewezen, bij gelegenheid dat President Kruger een bezoek aan hunne stad bracht. Een talrijke en woelige volksmenigte, zulke koppen en tronies als wij hier op de ‘beurs’ bijeen zien, was op Oom Paul verbitterd wegens zijne houding in de hangende spoorwegzaken, belette hem eerst te spreken, en haalde zelfs later, onder het zingen van het Engelsche volkslied ‘Rule Brittannia’, de Transvaalsche vlag van het Engelsche Gouvernements-gebouw neer, die vervolgens door de opgewonden heethoofden aan stukken gescheurd werd. Weinig scheelde het, of eenzelfde lot was wedervaren aan een tweede vlag, uitgestoken uit de woning van den Landdrost, bij wien Paul Kruger logeerde. De Drost, hoe populair ook overigens, slaagde er niet in, de menigte te doen uiteengaan: zijn huis moest door de politie ontzet worden, nadat de hekken reeds door den razenden hoop vernield waren. Gelukkig bestond er geen bepaalde reden om aan deze schandelijke tooneelen een staatkundige beteekenis te hechten. Maar de indruk naar buiten was toch zeer ongunstig, wat al aanstonds genoegzaam hieruit bleek, dat de regeering der Zuid-Afrikaansche Republiek onmiddellijk bij het ruchtbaar worden der zaak een telegram ontving van den Gouverneur der Engelsche

[pagina 171]
[p. 171]

kolonie Natal, waarin hij er zijn afkeuring over uitsprak, dat ook door Engelschen was deelgenomen aan de ongeregeldheden te Johannesburg, en hij zijn leedwezen over het verscheuren der Transvaalsche vlag betuigde, - hoewel de Regeering van Transvaal het opstootje als van geen beteekenis bleef beschouwen, en het onnoodig vond om strenge maatregelen tegen de belhamels te nemen. Weinige dagen later kwam per telegraaf de tijding, dat de President der Transvaalsche Republiek openlijk verklaard had, zijne goedkeuring te hechten aan den onmiddellijken aanleg van een spoorweg tusschen Bloemfontein en Johannesburg. De woonplaats der door ons afgebeelde rumoerige beursmannen komt daardoor nu in spoorwegverbinding met de zee, daar Bloemfontein wordt opgenomen in het net der Kaapsche spoorwegen. Hierdoor werd aan de ontstane anti-Transvaalsche gisting te Johannesburg een spoedig en afdoend einde gemaakt, daar zij geheel plaatselijk bleef en zich uitsluitend tot de rumoerige betoogingen binnen de stad zelve bepaalde. De nieuwe lijn Bloemfontein-Johannesburg zal vermoedelijk in 't laatst van dit jaar geopend worden. De spoorweg-demonstratie heeft dan ook geen verdere gevolgen gehad. Toen President Kruger te Pretoria terugkeerde, werd hem ten overvloede een door tal van burgers onderteekend adres aangeboden, waarin zij hunne verontwaardiging uitspraken over den hoon, welke der Transvaalsche Regeering te Johannesburg was aangedaan; Kruger waarschuwde de onderteekenaars echter tegen het veroordeelen van al de inwoners van Johannesburg wegens de handelingen van wat hij noemde ‘enkele beschonken rumoermakers.’

En zoo kan men zich in de Transvaalsche ‘goudstad’ dan weer rustig aan de zaken en de speculatiën wijden. De toegezegde spoorweg zal de snelle vlucht der zich gestadig uitbreidende stad nog beduidend doen toenemen: nam ze tot dusver schier bij den dag in grootte toe, thans zal zij welhaast bij het uur gaan groeien. En allicht verandert zij dan ook haar karakter, haar aard, haar physiognomie, en wordt het Johannesburg van heden, met zijn stof en zijn goud en zijn schurkerij, eenmaal nog eens een stad die zich met goed fatsoen kan presenteeren in de rij harer Transvaalsche zusteren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken