Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Jaargang 1891 (1891)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1891
Afbeelding van De Huisvriend. Jaargang 1891Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1891

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.21 MB)

Scans (96.69 MB)

ebook (28.42 MB)

XML (2.29 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Jaargang 1891

(1891)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De ontsmettingsovens door stoom onder hooge drukking.

De geleerden van den tegenwoordigen tijd erkennen over 't algemeen eenparig, dat alle overerfelijke of besmettelijke ziekten veroorzaakt worden door de werking van levende kiemen op het organisme. Het is juist de overbrenging dier ziekteverwekkende kiemen van een ziek op een gezond individu, die de besmetting veroorzaakt.

Hunne vernietiging moet dus het doelwit zijn van de voortdurende inspanning, zoowel van den geneesheer als van den bevorderaar der hygiène; en daar het linnen, de kleedingstukken en het beddegoed, na door de zieken gebruikt en bezoedeld te zijn, in een onberekenbaar aantal deze oorzaken van eene bijna zekere overbrenging bevatten, kan men nagaan van hoeveel belang het is, over de middelen te kunnen beschikken om die voorwerpen zoo volkomen mogelijk te ontsmetten.

Reeds sedert langen tijd wist men, dat de aanwending van warmte het zekerste middel is om de doodelijke kiemen te vernietigen; maar het is nog slechts zeer kort geleden dat men de wijze heeft ontdekt, waarop die warmte moet worden toegepast om de totale vernietiging van alle kiemen te verzekeren; en op afdoende wijze is nu aangetoond, dat de stoom onder hooge drukking krachtiger werkende eigenschappen tot het dooden van verderfelijke ziektekiemen bezit dan die van droge warmte, van stoom op 100 graden, of van oververhitten stoom, waarmede de geleerden achtereenvolgens proefnemingen hebben gedaan.

Tot den aanleg van ontsmettingsovens met rechtstreeksche aanwending van stoom onder hooge drukking is dan ook in Frankrijk, waar het denkbeeld grooten opgang heeft gemaakt, reeds besloten in de lazaretten, in de voornaamste zeehavens, in de ziekenhuizen en in een zeker aantal banken van leening. Te Parijs, waar de opeenhooping der bevolking de besmettelijke ziekten zoo gevaarlijk maakt, door hunne uitbreiding te vergemakkelijken, zijn of zullen weldra worden aangelegd vijf ontsmettingsgebouwen, voorzien van ovens met stoom onder hooge drukking. Drie van zulke ovens zijn op het oogenblik reeds in werking; de eerste is verbonden aan de inrichting voor kosteloos nachtverblijf in de rue du Château-des-Rentiers, de tweede aan het vrou-

[pagina 108]
[p. 108]

wen-werkhuis in de rue Fessard, en de derde, welke pas kort geleden in gebruik werd genomen, aan de toevlucht voor behoeftigen in de rue des Récollets. Twee anderen, gevestigd bij de stations der verplaatsbare ambulances in de rue Chaligny en de rue de Staël, zijn in aanbouw. Alle bovengenoemde ontsmettingsovens zullen ter beschikking van het publiek gesteld worden.

Het lokaal waarin de ontsmettingsoven gevestigd wordt, is rondom afgesloten en in twee compartimenten verdeeld door een schot over de geheele hoogte en breedte, ten einde eene zoo volkomen mogelijke afscheiding te verkrijgen tusschen dat gedeelte van het gebouw, waarin de besmette voorwerpen worden aangevoerd, en dat waarin zich de gereinigde artikelen bevinden.

Een voertuig, hermetisch gesloten en uitsluitend voor dit doel gebezigd, wordt naar het huis gezonden, waar de persoon woont, die de te ontsmetten voorwerpen in zijn bezit heeft; laatstgenoemden worden aldaar ingepakt in ondoordringbare bekleedsels, in den gereedstaanden wagen geladen en naar het ontsmettingsgebouw overgebracht. Onmiddellijk nadat de aangevoerde artikelen ontladen zijn, moet het voertuig ontsmet worden met een oplossing van bijtend sublimaat ter sterkte van een op duizend. De gezuiverde artikelen worden later aan hun eigenaar teruggebracht in wagens, die nooit tot het vervoer van besmette goederen gebezigd zijn.

Bovendien worden in het gebouw, waarin de oven gevestigd is, met de grootst mogelijke zorgvuldigheid alle hygiënische voorzorgsmaatregelen genomen. De ontlading en de behandeling der besmette voorwerpen geschieden binnen een afgesloten ruimte; de werklieden die ze behandeld hebben, zijn verplicht, alvorens zij de inrichting verlaten of het voor de gezuiverde artikelen bestemde lokaal binnentreden, een tusschenvertrek door te gaan, waarin zich een waschtafel en een besproeiingstoestel bevinden en waar zij hun werkpak tegen schoone kleederen verwisselen. En opdat er eindelijk geene enkele kiem zou kunnen ontsnappen, worden zoowel de bij het reinigen

illustratie
de ontsmettingsovens door stoom onder hooge drukking. (Zie blz. 107.)


der ziekenkamers opgezamelde stoffen en de verband-artikelen, als de afval en het stof der inrichting zelve onmiddellijk ter plaatse verbrand in een bijzonder toestel, inwendig zoo ingericht, dat er geene brandende stukjes watten of andere stoffen naar buiten kunnen verdwalen.

De zuivering der besmette artikelen geschiedt, zooals wij reeds gezegd hebben, in een oven door middel van stoom onder hooge drukking. Er bestaan werkelijk een groot aantal sporen van bacillen of bacteriën, die weerstand bieden aan den invloed van droge warmte of óververhitten stoom, wijl het weerstandsvermogen dezer sporen aanmerkelijk grooter is dan dat der volwassen vormen van deze microphyten. Dientengevolge kan men zelfs bij de twee uur lange werking eener droge warmte van 150 centigraden niet zeker zijn van eene volkomen zuivering. Die warmte dringt nl. slechts zeer langzaam tot het binnenste der matrassen door (een maximaal-thermometer, binnen in een matras geplaatst, die gedurende vijf uren is blootgesteld aan de hitte van een drogen oven, op een temperatuur van 118 graden, stijgt niet hooger dan '50 graden) en veroorzaakt niet den dood der sporen in houtskool, in hooi, in aardappelen of in tuinaarde, die almede het krachtigste weerstandsvermogen bezitten.

Daarentegen worden al die sporen, die zelfs door een verblijf van twee uren in stoom van 100 graden niet gedood worden, en alle bacteriën vernietigd door een verblijf gedurende een maximum van vijftien à twintig minuten in stoom onder hooge drukking tot een temperatuur van ongeveer 115 graden, of met andere woorden: van een drukking onder 1.7 atmosfeer.

De stoom onder hooge drukking werkt niet alleen meer afdoende dan droge hitte, maar de goederen welke aan eene minder hooge temperatuur worden blootgesteld, hebben ook minder van beschadiging te lijden. Terwijl de katoenen en vooral de wollen goederen, blootgesteld aan de werking eener droge hitte van 150 graden, al spoedig bedorven worden, oefent hun verblijf in den stoom onder hooge drukking gedurende het maximum van twintig minuten, vereischt om eene algeheele ontsmetting te verkrijgen, geen merkbaar nadeel op deze stoffen uit.

In de ovens met stoom onder hooge drukking

[pagina 109]
[p. 109]


illustratie
op het jaagpad. Naar eene Teekening van Jan Vrolijk, in het bezit van den heer P.J. van der Burgh, te 's Hage. (Zie blz. 110.)


[pagina 110]
[p. 110]

oefent deze rechtstreeks zijn invloed uit op de te ontsmetten voorwerpen. De oven bestaat uit een grooten, horizontalen cilinder van plaatijzer, ter lengte van 2 meter en met een middellijn van 1.30 meter, van buiten voorzien van een isoleerend houten bekleedsel. Deze cilinder steekt halverwege door het schot, waarmede de beide deelen van het gebouw van elkaar zijn gescheiden, en is aan elk der beide uiteinden voorzien van een plaatijzeren deur met hermetische sluiting, waarvan de eene, die voor het inbrengen der besmette voorwerpen dient, uitkomt in dat gedeelte van het ontsmettingsgebouw, dat voor de te zuiveren artikelen is afgezonderd, terwijl de andere, die voor het uitnemen der gereinigde stoffen gebezigd wordt, in het tweede gedeelte van het gebouw opengaat.

De te ontsmetten goederen worden op een rolwagentje geplaatst, dat drie volledige stellen beddegoed kan bevatten, en zoodanig geschikt, dat zij niet met de wanden van den oven in aanraking kunnen komen.

Een aanvoerbuis brengt den stoom uit den ketel in het binnenste van den oven, waarin hij ontsnapt door een pijp, die met een zeker aantal gaatjes voorzien is.

Binnen in den cilinder zijn twee stellen buizen aangebracht, welke door eene afzonderlijke geleiding met den stoomketel in verband staan en dienen moeten om het inwendige van den oven en zijne bekleeding te verhitten, ten einde daardoor het condenseeren van den ingevoerden stoom te voorkomen.

Ziehier de wijze waarop het toestel werkt. Nadat de verwarmingsbronnen van te voren op een temperatuur van 140 graden zijn gebracht, rolt men het wagentje in den cilinder, sluit de toegangsdeur en laat den stoom in het binnengedeelte van den oven toe. De stoom, lichter zijnde dan de in dit binnengedeelte aanwezige dampkringslucht, drijft deze laatste naar het achtereinde van den cilinder, waar zij door een openstaande kraan gelegenheid heeft om te ontsnappen. Men belet op die wijze, dat er zich in den oven een mengsel van dampkringslucht en stoom vormt, welks ontsmettende kracht veel geringer is dan die van stoom alleen.

Zoodra men bemerkt dat al de aanwezige lucht is uitgedreven, draait men de kraan dicht en regelt men de toevloeiing van den stoom, ten einde binnen in den oven de drukking te verkrijgen, die overeenkomt met de temperatuur welke daar moet heerschen (deze temperatuur bedraagt ongeveer 115 graden en de daarmede overeenkomende drukking van den stoom 1.7 atmosfeer). Na verloop van vijf minuten sluit men gedurende een minuut de toevoerkraan, waarmede de stoom rechtstreeks uit den ketel wordt binnengelaten. Er ontstaat dan op dat oogenblik een condensatie en dientengevolge een luchtledig, en de daardoor voortgebrachte drukking geeft gelegenheid tot ontsnappen aan de luchtblazen, die, zonder dezen voorzorgsmaatregel, gevangen zouden blijven in de mazen der weefsels, in de vezels van de wol der matrassen enz., en maakt het mogelijk dat ook de fijnste deeltjes der te ontsmetten goederen met den zuiverenden stoom in aanraking komen.

Vervolgens geeft men den stoom weder vrijen toegang en stelt men gedurende vijftien minuten de te ontsmetten voorwerpen aan de werking van den stoom bloot. Men staakt dan de toelating van den rechtstreekschen stoom, doch blijft inmiddels met den toevoer in de verwarmingsbronnen voortgaan; men zet de uitgangsdeur van den oven halverwege open, en de droging heeft in het toestel zelf plaats.

Het eenige overwegende bezwaar bij deze bewerking bestaat hierin, dat er door de aanraking met stoom van boven de 100 graden onuitwischbare vlekken ontstaan op zulk linnengoed, dat met gekleurde eiwitachtige stoffen bezoedeld is, zooals bloed en dergelijken. Men tracht dit bezwaar te verhelpen, door het bezoedelde linnengoed, alvorens het in den oven te rollen, in een oplossing van potasch-permanganaat te dompelen, die zich met de organische stoffen vermengt en de vlekken spoedig kleurloos maakt, zonder het weefsel der goederen te bederven. Daar deze oplossing van potasch-permanganaat op zich zelve reeds ontsmettend is, behoeft men niet te vreezen voor eene mogelijke besmetting der met de reiniging belaste werklieden. Het geheele verloop der bewerking duurt gewoonlijk niet langer dan een kwartier.

Hoe beknopt bovenstaande beschrijving ook zij. toch kan er voldoende uit blijken, welke onschatbare diensten deze ovens zullen bewijzen aan de openbare hygiène en gezondheid. En toch heeft de vestiging dezer inrichtingen, in den eersten tijd althans, van den kant der naaste buren, ter plaatse waar zij in werking gebracht zouden worden, te worstelen gehad met den van ouds bekenden tegenstand, dien de wetenschap altijd van de onkunde te lijden heeft. Velen verbeeldden zich, dat de aanwezigheid van zulk een ontsmettingsoven juist een bron van verpesting voor hunne buurt zou worden, ja haar als 't ware tot een vergaarbak van al de microben der stad zou maken. Doch nauwelijks hadden de ovens gedurende eenige dagen gewerkt, of de tegenstand was niet alleen overwonnen, maar zelfs verkeerd in eene innige dankbaarheid aan de geleerden, wier studiën en navorschingen ons de middelen aan de hand doen om de besmetting der vreeselijkste ziekten zooveel mogelijk te keer te gaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken