Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Jaargang 1892 (1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1892
Afbeelding van De Huisvriend. Jaargang 1892Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1892

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (25.09 MB)

Scans (85.32 MB)

ebook (26.95 MB)

XML (2.18 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Jaargang 1892

(1892)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

In afwachting.

Vóór het geopende raam, dat op het kruispunt van twee wegen uitkwam, kon Gabrielle uren lang zitten; soms hield zij een boek in de hand, waarin zij van tijd tot tijd las, dan eens weer streelde zij den kop van Fido, den mooien hond, die zich tegen haar aan kwam vlijen. Maar dat ging in gedachten; gewoonlijk tuurde zij vóór zich uit naar de twee wegen, die elkander vóór haar oogen ontmoetten; de eene leidde naar de groote stad, in welker nabijheid de villa stond van Gabrielle's ouders, de andere kwam van het land en was eigenlijk een bijzonder mooie laan van linden, die elkander in vriendelijke welving tegenkwamen en een koepeldak van bijna een half uur lengte vormden, en daar, juist bij de samenkomst dier twee wegen, bevond zich Gabrielle's lievelingsplekje.

Waar keek zij naar uit in die lange middaguren, dat zij daar zat te droomen?

Zij wist het zelf niet; zij zag uit naar het groote onbekende, dat haar jong meisjeshart met een geheimzinnige vreugde en een trilling van nieuwsgierig genot vervulde. Wat zou het zijn, van waar moest het komen, onder welken vorm, zij kon het niet raden, en juist dat volkomen onbekende, die algeheele onzekerheid gaven aan haar afwachting dat eigenaardig bekoorlijke.

Een naam moest dat verwachte dragen, en die naam was ‘Geluk!’ Ja, het was haar geluk, waarnaar Gabrielle dagelijks uitzag, waarvoor zij lectuur, arbeid, zelfs Fido vergat. Langs een van die twee wegen moest het komen, maar langs welken?

Uit de stad of van buiten, te voet, te paard, of in een rijtuig, als een bezoek of een brief?

En zoo peinsde zij dikwijls uren lang; geen bezigheid, geen genot scheen haar begeerlijker, dan hier te zitten en naar buiten te zien en te... wachten.

Gabrielle's ouderlijk huis werd door vele leden bewoond, waarvan ieder vol en onbeperkt gebruik had van zijn tijd. Niemand bekommerde er zich dus over, dat Gabrielle op deze manier zich amuseerde; men liet haar stil begaan.

En zoo gingen de dagen om, en de weken, en eindelijk de maanden; de lindenlaan werd van lichtdonkergroen, toen geel en koperkleurig; het raam moest toe, de herfstwind gierde langs de ruiten, later sloegen hagel en sneeuw daartegen, maar Gabrielle gaf haar plaatsje niet op; zij bleef er zitten turen, wachten, - wachten; maar wat zij wachtte, kwam nog maar niet.

Zij werd er soms ongeduldig en droefgeestig door, maar toch kon zij haar oogen niet afwenden, haar stoel niet verschikken. Zij was geboeid door het ledige voor haar, door de stomme verwachting van het ‘Geluk,’ dat toch stellig eens moest komen en dat nog altijd op zich liet wachten.

En eindelijk werd de spanning zoo groot, dat Gabrielle geen oogenblik bijna meer leven kon ver van haar lievelingsplekje. Haastig nam zij haar maaltijden, haastig sprak zij met bezoekers of huisgenooten, alleen maar om zoo spoedig mogelijk weer naar buiten te kunnen zien.

Toen kwam de tijd, dat haar omgeving zich ongerust begon te maken, haar afleiding bood, haar bijna met geweld van dat zitje wilde aftronen; het baatte niet; Gabrielle was verstrooid, rusteloos, afgetrokken, zoolang zij ver van daar vertoefde; zij werd eerst kalm als zij daar zitten mocht en onafgebroken naar buiten kon staren.

Het ‘Geluk’ kon immers eens komen, terwijl zij niet daar zat; het zou voorbijgaan omdat zij 't niet had opgemerkt!

En zoo ging de tijd om, het eene jaar volgde het andere, en de treurige waarheid bleef niemand meer verborgen; Gabrielle had een idée sixe, een treurig idée sixe, en dat was haar zucht om op een plaats te zitten en altijd naar hetzelfde punt te staren; zij was niet recht bij het hoofd, werd er gezegd, maar

[pagina 23]
[p. 23]

zij viel niemand lastig, zij schaadde niemand, als men haar maar ongestoord daar liet zitten op die eens door haar gekozen plaats.

Langzamerhand veranderden Gabrielle's donkere lokken van kleur, haar tint werd vaal, haar oogen vielen in, haar gestalte kromde zich, om haar heen vernieuwde en verjongde zich het leven, maar elke dag vond haar reeds zeer vroeg op haar plaats, altijd starend naar buiten, altijd wachtend op het geluk, totdat eens die plek ledig bleef; en van de stad naderde een zwarte wagen, maar Gabrielle's oogen zagen dien niet meer; die wagen kwam haar halen, en toen was het voorgoed gedaan met haar eindelooze afwachting van het ‘Geluk’ dat nooit komen wilde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken