Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Jaargang 1893 (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1893
Afbeelding van De Huisvriend. Jaargang 1893Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1893

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (20.41 MB)

Scans (71.66 MB)

ebook (22.52 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Jaargang 1893

(1893)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 71]
[p. 71]

De kunst van het handlezen.
(Met afbeeldingen.)



illustratie
De psysische, geestelijke, hand.


Het is een eigenaardig teeken, dat in onzen tijd, waarin de natuurwetenschappen zulk een verbazende vlucht hebben genomen en men meer dan ooit aandringt op realisme in de kunst, op streng wetenschappelijk onderzoek op elk gebied, dat juist thans het magnetisme, het spiritisme, hypnotisme, het gedachtenlezen enz. zoovele aanhangers winnen en men zelfs onder de meest ontwikkelden en geleerden een menigte beoefenaars vindt van deze theorieën, die allen ten doel hebben de nog onbekende zijde van het menschelijk bestaan te ontsluieren.

Wij zullen niet onderzoeken van waar dit verschijnsel komt, maar wijzen er alleen op, dat in geen enkel tijdvak de geheime wetenschappen zulk een aantal geleerde hoofden, diepzinnige denkers en een nieuwsgierig publiek bezighielden als juist thans.

Bijna geheel vergeten takken dezer ‘kunst der kunsten’ worden nu weer in het volle daglicht gebracht, en hiertoe behoort ook de handleeskunst of chiromantie.

Eens een zeer ernstige, hooggeachte wetenschap, in de laatste vijf eeuwen afgedaald tot handwerk der zwervende Zigeuners en diep veracht door alle ontwikkelden, biedt toch juist de handleeskunst aan de denkenden nog den meest vasten grondslag, zoodat de veel bespotte chirognomie of chiromantie tot een der beste middelen gerekend kan worden om tot de juiste kennis van het menschelijke karakter te geraken.

In de laatste tien jaar is de handleeskunst tot hoog aanzien gestegen; in Frankrijk, Engeland en Amerika heeft zij zelfs een hoogen bloei bereikt. In Engeland vooral is het zoover gekomen, dat verstandige vaders, vóórdat hun zonen een beroep kiezen, de handen der jongelieden laten onderzoeken door handleeskunstenaars - die zich daar in menigte bevinden - en gelukkige verloofden laten den blik van de oogen hunner aanstaande bruiden afdwalen naar haar handen; en zij hebben gelijk, want zegt het oog veel, de hand oneindig meer. Dit willen wij in de volgende bladzijden zoo kort en zakelijk mogelijk trachten te verklaren.

Er zijn geen twee personen wier handen, zorgvuldig met elkander vergeleken, volkomen gelijk zijn. Waarom? - Antwoord: Omdat er geen twee personen zijn, die zoowel in hun uiterlijke verschijning als in hun zieleleven volkomen op elkaar gelijken. - Daarentegen hebben geheele volkeren zekere eigenaardigheden in de handen, die in alle standen merkbaar zijn. Waarom? Omdat zij bepaalde eigenaardigheden van het karakter verraden, die sedert eeuwen aan dit volk behooren. Hieruit volgt ten eerste, dat ieder mensch op bijzondere wijze gevormde handen bezit, en ten tweede, dat de vorm der menschelijke hand zeer afhankelijk is van zijn zieleleven.

Ware dit niet het geval, dan zou het schilders en beeldhouwers niet zoo moeielijk vallen een hand goed af te beelden en daarin het diepste gevoelsleven op een waardige wijze uit te drukken.

Verder lette men er op, dat wanneer bij diep ingrijpende veranderingen in den gemoedstoestand door zware hersenziekten, sommige eigenaardigheden des geestes verdooven, de eigenaardige kenteekenen daarvan in de menschelijke hand worden uitgewischt. De handen van zulke ongelukkigen worden glad, stomp en spreken slechts dat uit, wat de zieke nog aan geestesgaven bezit.

Wij mogen het dus als een feit aannemen, dat de hand van ieder mensch een bepaalde physionomie bezit en de krachten en neigingen van de ziel zichtbaarder weet uit te drukken dan het gezicht. Het gezicht kan men veranderen, de hand onmogelijk.

De oude handprofeten hadden aan alle hoogten en laagten op de palm der hand namen en beteekenissen gegeven, als Maanberg, Jupiterberg, Saturnusvlakte enz., en lazen daaruit: (Jupiter) eerzucht, (Mecurius) koopmansgeest, (Apollo) kunstzin, (Mars) heerschzucht.

Dit houden wij voor spelerij en hechten daaraan evenmin waarde als aan de lijnen in de hand, die ons toekomstig lot en karakter zouden voorspellen. Zoo zoude bijv. de hoofdlijn, die tusschen duim en wijsvinger ontstaat en schuin door de hand loopt, wanneer zij met de sterk geteekende levenslijn samenkomt, verstand en scherpzinnigheid beteekenen, en zoo zij niet met haar samentreft, zorgeloosheid en nalatigheid verraden. De levenslijn, wanneer zij niet tot de pols voortloopt, maar eensklaps afgebroken wordt, zou een plotselingen dood voorspellen.

Wij zullen ons met deze zinnebeeldige leer niet bezighouden, maar ons hoofdzakelijk tot het zichtbare en tastbare bepalen.

Om de hand behoorlijk te kunnen beschouwen en te bestudeeren, heeft men haar in drie onderdeelen gesplitst, en wel in:

1.De pols.
2.De handvlakte.
3.De vijf vingers.

De pols heeft voor de handleeskunst weinig beteekenis en wij zullen ons dus voornamelijk met de handvlakte en de vingers bezighouden.

Legt men twee handen naast elkander, bijv. die van een ruw en energiek karakter, waarbij de materieele eischen overheerschend zijn, en die van een fijngevoelig, willoos mensch zonder hartstochten en hevige neigingen, dan zal de eerste hand zich breed, hard, stevig en dik vertoonen, de tweede daarentegen mager, slap en smal. Uit de vermenging dezer beide soorten van handen kan men alle andere soorten vormen, en men kan met zekerheid zeggen: is de pols lenig, van harmonische dikte en staat zij in behoorlijke verhouding tot het lichaam en de vingers, dan verraadt dit een geest, die normaal ontwikkeld is, helderheid en tact bezit en deze eigenschappen weet te gebruiken.

Zulke handen zijn niet zoo algemeen als men denkt. Is de hand zacht, met kleine vleezige ballen op de binnenzijde der vingertoppen, dan is haar bezitter fijngevoelig, in tegenstelling met gevoellooze, hard-

[pagina 72]
[p. 72]

vochtige personen, bij wie deze ballen klein en hard zijn of geheel ontbreken.

Over het algemeen wijzen slappe handen op luiheid, teederheid, weinig diepte van gevoel; reeds het kleinste kind heeft een handtype, welke hem zijn geheele leven bijblijft. Natuurlijk kunnen ouderdom en handwerk dit oorspronkelijke type wijzigen, maar deze veranderingen gaan dan ook samen met groote veranderingen in karakter en zielstoestand.

De ideaal-hand der chirognomen (handkunstenaars), een hand die stevig en lenig tegelijk is, zonder hard of zacht te zijn, en hierdoor een werkzamen, vrijen geest verraadt, zal nooit, zelfs door den zwaarsten arbeid zoodanig verharden, als de vaste, onbuigbare hand die reeds na korten tijd stijf en strak wordt, wijl de geest dien vorm voortbrengt en vasthoudt.

De handvlakte wijst hoofdzakelijk op de temperamenten, hartstochten en neigingen der menschen, terwijl de vingers meestal op zijn geestesaanleg en talenten betrekking hebben. De vingers geven dus den sleutel tot

illustratie
door ijsland: Slaapkamer van een IJslandsche pachthoeve.


de karakterkennis van het individu. De geniaalste onderzoeker uit den laatsten tijd op dit gebied der chiromantie, de Fransche kapitein d'Arpentigny, heeft de vingers in de volgende soorten onderscheiden:
1.De spaanvormige vingers, n.l. zulke waarvan de buitenste leden aan de vingertoppen breeder dan aan de knokken zijn.
2.De hoekige vingers, die aan de toppen en aan de knokken even breed zijn en dus den vorm van een rechthoek hebben.
3.De conische vingers, die min of meer kegelvormig eindigen.

Deze vormen bepalen dus, zooals wij dadelijk zien zullen, zekere eigenaardigheden van geest en karakter, die echter door beenigheid of gladheid der vingers gewijzigd kunnen worden.

Spaanvormige vingers beteekenen dat de persoon meer neiging bezit tot het practische dan tot het ideale, bepaalden zin voor het stoffelijke, voor het industrieele werk en verklaarden tegenzin voor wijsbegeerte en poëzie.

Hoekige vingers duiden voorliefde aan tot philosophie, wetenschappen en vooral logica. Menschen met zulke vingers hebben veel lust in zaken, zelden hoogen poëtischen zin.

Menschen met conische vingers hebben kunstenaarszielen en streven naar het ideale in kunst en leven.

De duimen nemen ook een zeer belangrijke plaats in bij de kunst van het handlezen. De duim wijst op den vrijen wil, de kracht der logica. Het is opmerkelijk dat idioten gewoonlijk met misvormde of zonder duimen geboren worden, en kleine kinderen houden zoolang den duim onder de andere vingers verborgen totdat zij beginnen hun eigen wil te toonen.

De duim is zoo gewichtig in de chiromantie, dat men hem ook in drie onderdeelen heeft gesplitst.

1.De duimwortel.
2.Het eerste lid.
3.Het tweede of nagellid.

In den duimwortel of duimbal zit het teeken van den wil, waarvan men de kracht meten kan uit de lengte of dikte van den wortel; hoe grooter de wortel dus is, hoe grooter de wilskracht, het verstand, de zedelijke sterkte.

In het tweede lid zetelt de zin van het oordeel, de voorstelling, het vormen van een besluit.

Een kleine, magere, weinig geteekende duim is menschen eigen, die besluiteloos en vreesachtig zijn. Men vindt ze bij vrouwen en meisjes die een verliefden aard bezitten en den man volkomen onderworpen zijn. Een heerschzuchtige, energieke vrouw, die haar man ‘onder den duim’ heeft, zal er zulk eenen niet bezitten. Een kleine duim wijst op een zielstoestand, waarbij hart en gemoed het zwaartepunt vormen; hun bezitters handelen meer naar den indruk van het oogenblik, dan naar vaste overtuiging en rijp beraad. Personen met groote duimen zijn daarentegen gewoonlijk energieke, geestvolle personen, die weten wat zij willen en steeds met overleg handelen, Een duim, waarvan het eerste lid smal, dun en kort is, verraadt een weifelenden, besluiteloozen aard, terwijl een groote, dikke duim wijst op gevoel van eigenwaarde, dat tot hoogmoed en zelfoverschatting reiken kan.

De verhouding van deze beide duimtypen verkondigt, in verband met de hand- en vingervormen, de belangwekkendste mengsels van karakter en aanleg, en de genialiteit der handleeskunst vindt hier een uitgebreid veld voor haar onderzoekingen.

Over het algemeen verraden groote handen zin voor kleinigheden, middelsoort handen voor grootsche opvatting in kleine en groote zaken, en kleine handen, als zij smal zijn en beenige vingers hebben, spitsvondigheid en strijdlust.

Men heeft zeven handtypen vastgesteld.

1.De oorspronkelijke (elementaire, breede) hand.
2.De spaanvormige hand.
3.De artistieke, kegelvormige, conische hand.
[pagina 73]
[p. 73]
4.De nuttige, hoekige hand.
5.De philosophische hand.
6.De geestelijke (psychische) hand.
7.De gemengde hand.
De elementaire hand valt op door haar groote breedte en dikte, de palm is hard, de vingers stijf en dik; zij behoort aan ruwe, weinig denkende menschen, die hun leven onverschillig en traag doorbrengen, zich laten onderdrukken en met het noodzakelijke tevreden zijn. Het zuivere type van deze hand vindt men in Europa zelden; zij behoort aan de Lithauen, Lappen en vooral aan de Indische Paria's.

illustratie
De hoekige hand.




illustratie
De kunstenaarshand.




illustratie
De spaanvormige hand.




illustratie
De wijsgeerige hand.




illustratie
De elementaire hand.




illustratie
De gemengde hand.


Het tweede type heeft meest een grooten duim en teekent daardoor zelfvertrouwen, vlijt, liefde voor den arbeid, gewoonlijk van mechanischen aard, plichtsgevoel en trouw; weinig zin echter voor schoonheid en ideale goederen.

De artistieke hand met kegelvormig toeloopende vingers is het derde type. Is de hand kort en dik met groote duimen, dan verraadt zij roem-, geldzucht en list met een uitvindersgeest verbonden. Is zij buigzaam, de palm middelsoort en de duim klein, dan kan men haar geestdrift en zin voor schoonheid toeschrijven. Vertoont zij bijzondere breedte en is dan hard, zoo wijst zij op zinnelijkheid; de conische vingers verkondigen phantasie, neiging tot diep denken, lust voor het schilderachtige en poëtische. In de liefde zullen deze menschen minder trouw zijn dan genotziek en minder vaste grondbeginselen hebben; ook verkwisting, traagheid, zelfzucht, lust tot liegen, schrijft men zulke menschen meestal toe, hetgeen licht volgt uit het overwegen der scheppende phantasie. Deze soort van handen vertoonen oneindig veel vermengingen en schakeeringen met andere handen, die bovengenoemde eigenaardigheden wijzigen; daarnaar moet men dus het karakter van zulke naturen beoordeelen.

Gaan wij nu naar het vierde type, de hoekige hand over, die een tegenstelling vormt met de artistieke. Zij is eer groot dan klein, de vingers beenig, de leden sterk ontwikkeld, de nagels hoekig, de duim op grooten wortel stevig gevormd, de palm hol en tamelijk hard. Zulk een hand behoort den man van zaken; het verstand zal alles wat hij doet en nastreeft leiden. Zij stellen de kunst niet hoog, maar achten het werkelijke en practische meer. Zulke menschen zullen zich netjes kleeden en regelmatig in hun gewoonten zijn, hun overheden achten, zelden oproermakers worden.

Het vijfde type, de philosophische hand, heeft zelden een kleine palm; karakteristiek zijn daarvan de beenige vingers, waarvan het bovenste lid half

[pagina 74]
[p. 74]

hoekig, half kegelvormig is. De duim is tamelijk breed en beide leden zijn bijna even groot. Personen met deze hand letten meer op het ware, dan het schoone; het wezen der dingen interesseert hun meer dan de vorm. De beenige vingers wijzen op berekening, hun kegelvormige toppen op kunstenaars-aanleg. Deze menschen hebben een critischen, onderzoekenden geest, het verstand is hun levensster; zij analyseeren alles en men vindt ze begrijpelijkerwijze in de Oude wereld meer dan in de Nieuwe.

Het zesde type is de geestelijke (psychische) hand. Deze komt niet veel voor; zij onderscheidt zich door kleinheid en zachtheid en komt gewoonlijk met den geheelen lichaamsbouw overeen; zij is smal, de vingers zijn glad, zacht en gewelfd, de toppen fijn en spits. De duim is slank en schoon gevormd.

Menschen met zulke handen leven in en van idealen, bezitten geen eerzucht en geen zin voor het practische, alles wat laag en zelfzuchtig is blijft hun verre; hun lichaam is niet sterk, gewoonlijk zijn zij dwepers voor een groot idee, het abstract edele, schoone en verhevene is het doel van hun streven.

De gemengde hand komt het meest voor; dikwijls zijn daarin twee of meer der overige handvormen vereenigd. Zulke handen behooren aan menschen, wier neiging tusschen wetenschap en kunst staat; die zekere handigheid voor alles bezitten en meest dilettanten blijven; nu eens overheerscht deze, dan weer die vorm; zijn alle typen in dezelfde vermenging aanwezig, dan verraadt zij karakterloosheid, ten minste als de duim niet op genotzucht, gierigheid of huichelarij wijst.

Natuurlijk komen deze typen zoowel bij mannen als bij vrouwen voor; maar kenteekenend is het, dat men slechts zelden de spaanvormige of philosophische hand onvermengd bij de vrouw vindt. De artistieke daarentegen zeer dikwijls; ook dat de duim in den regel zoo klein is, doet uitkomen dat de vrouw zich minder door het verstand dan door het hart laat beheerschen; vrouwen met sterk ontwikkelden duim zijn daarentegen bazig, gevoelloos en oefenen op de mannen minder invloed uit dan haar medezusters.

Over 't algemeen is de vrouwelijke hand veerkrachtig, zacht, buigzaam - het karakteristieke komt er zwakker in voor. Meestal verraden vrouwenhanden met hoekige toppen zin voor huiselijkheid, een opgaan in het huwelijksleven; zijn de handen smal, slank, de duimen klein, de toppen fijn en spits, zoo is er weinig lust voor het huiselijke, en groote oppervlakkigheid.

De vrouw met spaanvormige vingers is huiselijk en practisch, met kleine handpalm en teere vingers dweperig en traag. Over het algemeen is de vrouwenhand moeilijker te doorgronden dan de mannenhand.

Zoo vindt men niet alleen bij individuen, maar bij geheele volken een bepaald karakter van de hand, dat met de grondtrekken van het karakter overeenkomt. Terwijl wij in Frankrijk den hoekigen, practischen maar tevens bevalligen handvorm zien, vindt men in Engeland den spaanvorm in alle schakeeringen, eveneens in Noord-Amerika, terwijl in Zuid-Amerika de artistieke vorm den voorrang heeft. Hetzelfde type treft men aan bij de voor het oogenblik levende negers; de droomerige, ideale Indiërs daarentegen karakteriseert de fijne psychische hand.

Wij hebben hier een kort overzicht gegeven van de voornaamste grondbeginselen dezer wetenschap, die ongetwijfeld ten hoogste belangwekkend is.

Lezers, die er meer van willen weten, raden wij aan kennis te maken met de werken van Desbarolles, Heron, Gesman en vooral met de geniale studiën van d'Arpentigny.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken