Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Jaargang 1893 (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1893
Afbeelding van De Huisvriend. Jaargang 1893Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1893

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (20.41 MB)

Scans (71.66 MB)

ebook (22.52 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Jaargang 1893

(1893)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 161]
[p. 161]

Porcopolis.
Met vier afbeeldingen.

Met recht verdient de reuzenstad aan het Michiganmeer, die thans door haar Tentoonstelling de aandacht der geheele wereld tot zich trekt, den naam van Porcopolis of ‘Zwijnenstad’.

Vroeger droeg Cincinnatti dezen minder fraaien, hoewel trotschen bijnaam, maar in de laatste jaren heeft Chicago de wereldstad aan den Ohio-stroom in dit opzicht zoowel als in alle andere overvleugeld.

Men bedenke slechts: zes tot acht millioen zwijnen worden jaarlijks in de groote slachthuizen van Chicago geslacht, een ware ‘Massacre der Innocents’, ‘Onnoozele kindermoord’, en

illustratie
het optrekken der dieren.


van 4 tot 600 millioen pond ham, spek en vet worden jaarlijks van Chicago naar de overige werelddeelen gezonden. De waarde der geslachte producten bereikt den enormen prijs van 120 tot 140 millioen dollars in het jaar, en daaruit kan men besluiten welke groote beteekenis deze tak van nijverheid voor de hoofdstad van het Amerikaansche Westen bezit.

Hoe interessant deze fabriekmatige slachterijen van Chicago ook mogen zijn, het is niet iedereen vergund ze te bezoeken, maar de reiziger, die zich gaarne een volledig beeld wil vormen van de ongeloofelijke ontwikkeling en verbazende grootte dezer reuzin onder de steden, mag ook daarom niet terugschrikken.

Men zou denken dat in deze stad, waar zoovele millioenen varkens uit alle Staten van het Westen, voornamelijk uit Illinois, Missouri en Jowa hun intocht doen, de straten en stations wemelen van deze weinig bevallige dieren, dat de winkelramen groote etalages bevatten van duizenden en duizenden hammen en hoogopgestapelde zijden spek, dat men bij elken hoek der straat over een varken struikelt en overal worsten en varkenspooten uitgestald kan zien. Natuurlijk verwacht men ook dat de atmosfeer der stad, waar jaarlijks zoovele millioenen van hammen toebereid worden en die met recht den naam van Porcopolis draagt, door zekeren onaangenamen, eigenaardigen reuk, aan spekslagerijen nauw verbonden, zou moeten vervuld zijn.

Niets van dit alles! Evenmin als men in Neurenberg bijv. iets merkt van het wereldberoemde Neurenbergsche speelgoed, evenmin merkt men in Chicago iets van haar hoofdnijverheid. Men kan maanden lang in Chicago wonen, alle kwartieren doorzwerven en nog niet het puntje van den staart van een dezer zoozeer versmade en toch gezochte dieren ontwaren.

De stad is zoo reusachtig groot, en de zetel van zoovele takken van nijverheid, dat een enkele niet overheerschend te voorschijn kan treden. Chicago bevat ook de hoofdmarkt van den Amerikaanschen graanhandel, en toch kan men jaren in Chicago doorbrengen zonder ook maar één tarwekorreltje te zien te krijgen. Bovendien zijn bij de ongeloofelijke grootte en uitbreiding der stad de inrichtingen zoo practisch aan het werk, dat hierdoor alles rustig en geregeld zijn gang kan gaan.

Wie zich hiervan overtuigen wil, trachte een vergunning te verkrijgen van een der groote slagersfirma's, bijv. die van Phil. Armour en Co., in de Union Stock Yards, waarheen de electrische spoortrein, die met een snelheid van 10 tot 12 Engelsche mijlen in het uur door de straten van Chicago rijdt, u binnen het half uur brengt.

De toegang tot het Veepark geeft een poort met kolossale stierhoornen versierd; een breede avenue, aan beide kanten bezet met statige huizen en stallingen, doorsnijdt het park in zijn volle breedte, en is, wat drukte en verkeer betreft, een tweede Broadway. Maar zij draagt in het zwijnenkwartier van Chicago een heel ander karakter dan in New-York. Werklieden, dienstmannen, veehandelaars, zwijnenherders, makelaars loopen druk bezig heen en weer en omringen voornamelijk een groot gebouw, dat de bureaux der Veeparkmaatschappij bevat. Niet minder dan 200 beambten zijn hier belast met het bestuur van dit grootsche veehotel, dat 345 morgen land bedekt en van 5 tot 600 stalgebouwen van verschillende grootte bevat. De naam van ‘Veehotel’ is zoo ongepast niet, als men aanneemt dat alles hier toegaat als in een der prachtige hotels in het hartje der stad.

Een zwijnen- of runderfokker in Missouri of Jowa

[pagina 162]
[p. 162]

meldt bijv. zijn agent in Chicago de verzending van - nemen wij aan - 3000 zwijnen, met de opdracht deze tegen de hoogste prijzen te verkoopen. De agent bestelt voor deze borstelachtige gasten bij de klerken van het Veepark-kwartier logies. Op het bepaalde uur komen de treinen met de varkens regelrecht in de Stock Yards aan, want alle spoorweglijnen, die in Chicago aankomen, zijn hiermede door zijlijnen verbonden. Hier worden de dieren uit de wagons en door de breede avenuen van het Veepark naar hun eigen stal gedreven, waarvoor de agent dan een bepaalde som per dag betaalt. In dezen prijs zijn kost en bediening begrepen, zooals in de hotels van Chicago geschiedt.

De oppassers en drijvers in de Stock Yards, niet minder dan 2000 in getal, zijn in het transport der dieren zoo geoefend, dat alles verrassend eenvoudig en geregeld toegaat. De vetste en rondste dieren worden eenvoudig uit de wagons langs de schuine planken gerold; zij zijn gemakkelijker te behandelen dan de magere dieren; met hun bekende zucht om zich overal heen te wenden, vooral juist daar waar men hen niet hebben wil, trachten zij zich dikwijls los te rukken en springen, misschien in het vooruitzicht van hun naderend treurig lot, met ongeloofelijke vlugheid over hun beter opgevoede, bedaarde broeders, over hekken en barrières.

Maar ook de wildste worden spoedig gevangen en na een uurtje zijn ze allen op stal Nummer zooveel en zooveel weggeborgen. Nu krijgt de agent van het bestuur der Stock Yards een quitantie voor de aldaar onder dak gebrachte zwijnen en kan deze nu verkoopen aan wien hij wil.

De lengte der straten en gangen, welke dit reuzendoolhof doorsnijden, bedraagt zeven Engelsche mijlen. De voor het rundvee bestemde ruimten zijn eenvoudig met houten schuttingen omzoomd, de stallen voor schapen, zwijnen en paarden echter overdekt. Men had hiervoor planken noodig van de gezamenlijke lengte van 15 millioen voet en de oprichtingskosten van alle gebouwen bedroegen 6 millioen mark. In de verschillende omheiningen kunnen samen niet minder dan 30000 stuks vee worden geherbergd; in de overdekte stallen echter 22000 schapen, 4000 paarden en tweehonderdduizend zwijnen. De maand Maart is de drukste van het geheele jaar; als men dan de Stock Yards bezoekt, is het gebrul dezer duizenden runderen onbeschrijfelijk; hun onophoudelijk in beweging zijnde hoornen zien er uit als een bosch van gewei. Bereden cowboys - prachtige kerels met den Mexicaanschen sombrero diep in het verbrande gezicht gedrukt - bewegen zich onder hen en drijven honderden van brullende runderen door de avenues naar de slachthuizen.

De zwijnenstallen, met de vele duizenden van huilende, knorrende dieren, lijken een echte duivelenstad en 't is bewonderenswaardig hoe er bij zulk een aantal van die alles behalve zindelijke logé's, nog betrekkelijk zooveel orde en reinheid heerschen.

Op een enkelen dag komen er dikwijls 15000 runderen, even zoovele schapen en 50000 zwijnen aan, die met de grootste regelmatigheid moeten worden gevoerd en gedrenkt.

Tweeduizend driehonderd poorten voeren naar de afzonderlijke stallen; de lengte der door artesische bronnen gevoerde watertroggen beloopt over de 31 Engelsche mijlen. Langs de omheinende muren daarvan is aan den kant, die tegenover de spoorwegen ligt, ook een heele stad uit den grond gegroeid, in welks kleine, fraaie huizen, de beambten aan de Stock Yards verbonden, met hun familiën wonen. Zij hebben hun eigen kerken, scholen, post- en telegraafkantoren, ja zelfs hun eigen couranten. Hun morsig handwerk is hun tot een tweede natuur geworden en zij leven zoo tevreden, dat zij aan geen beroepsverandering denken, temeer daar zij van twee tot vijf dollars loon per dag ontvangen.

De slachthuizen met hun hooge schoorsteenen bevinden zich buiten de parkmuren. Daarheen worden langs de vuile straten de tallooze kudden zwijnen gedreven, die met dof geknor de lucht vervullen; zenuwachtige menschen is het niet aan te raden zich in deze slachthuizen te begeven; het slachten van deze arme dieren is een al te stuitend gezicht voor gevoelige harten; daarbij heeft men kans voor langen tijd den smaak in ham en spek te verliezen, wanneer men getuige is van het wordingsproces dat deze onschuldige slachtoffers van onze verhemelten moeten ondergaan, vóórdat zij in smakelijken vorm op onze tafels verschijnen.

Een twintigtal zwijnen hokken nog gezellig brommend bij elkander en vermoeden niet dat het zwaard boven hun hoofden hangt. Van een zwaar gespannen koord hangen kettingen en ringen af; voordat zij het vermoeden, heeft een pootige reus een ring om den achterpoot van het dier gesloten; de ketting wordt opgetrokken en onder een ontzettend gehuil bengelt het aan het touw met den kop naar beneden. Reeds na een paar seconden krijgt het een lotgenoot, en na eenige minuten hangen zij allen aan hun achterpooten.

Dadelijk wordt een deur geopend en een tweede afdeeling slachtoffers binnengelaten, terwijl de opgehangen dieren langs het horizontale koord naar den eigenlijken slachter rollen. Deze staat eenige stappen lager, zoodat de halzen der opgehangen dieren zich ongeveer ter hoogte zijner borst bevinden. Hij was geheel en al met bloed bedekt, zijn voorschoot daarmede bespat; van armen en kleederen droppelde het ter aarde, zoodat hij in een echt bloedbad stond. Maar daar bekommerde hij zich niet over. Hij had er ook geen tijd toe, want nauwelijks had hij het eene dier met een scherp mes den doodsteek in den hals gegeven, of daar bevond zich het volgende weer voor hem. Hoe handig hij zijn beulenwerk ook deed, toch ziet men nog menig zwijn krampachtig trekken, als hij weer een paar meter verder, van den ketting losgemaakt, in een bekken met kokend water gedompeld wordt.

Werklieden, druipend van bloed, met lange stokken voorzien, omringen hen en bewerken daardoor hun val in het hoog opspattende, bloedroode water, terwijl andere mannen de doode lichamen in het water omdraaien. Dit bad heeft ten doel de haren los te maken.

Nadat zij van twee tot drie minuten in het kokend water hebben gelegen, worden zij door middel van reusachtige scheplepels er uitgelicht en op een breede

[pagina 163]
[p. 163]

tafel gelegd, waarop zich een eigenaardige, door stoom gedreven machine bevindt, wel eenig in haar soort.

Onder verschillende hoeken zijn hier in een groot raam raderen gezet, voorzien van kammen en bouten van ijzerdraad, die door middel van kamraderen tegelijkertijd in beweging worden gezet. De nog druipende dieren worden door werklieden, de een na den ander, onder de raderen geschoven. Zorgzaam gaan zij hiertusschen door en komen aan den anderen kant bijna geheel kaal weer te voorschijn. Een rij jongens wrijft de nog overgebleven haren er af. Vlug worden de dieren van hand tot hand verder geschoven, totdat aan het einde der lange tafel de naaste arbeiders-afdeeling ijzeren ankers door de uitgesperde achterpooten der dieren trekt. Deze ankers hangen elk aan twee ijzeren rollen, die aan eenigszins schuin loopende rails loopen. Zoo bereiken de zwijnen een aantal van op

illustratie
de doodslag.


tafels staande slachters, die hun door middel van breede, korte messen de buiken opensplijten. Aan de tafels van onder staan werklieden, die de ingewanden er uit nemen en in kleine kisten doen, welke op rails glijden en gemakkelijk door een jongen naar de keuken gerold kunnen worden, waar men de afvallen nog eens opkookt om er vet uit te winnen. De lichamen rollen intusschen, door een stoot van de slachters verder gedreven, tot de naaste afdeeling. Hier slaan bijlen hun de koppen af; dan worden zij in tweeën gespleten en zoo verder naar de opkelders gerold. Na 48 uren worden zij gezout en in vaten verpakt. Niets gaat verloren. Haar, beenderen, ingewanden enz., worden gebruikt, en alles gaat zoo snel en nauwkeurig toe, dat men geen woorden kan vinden om de vernuftige manier van handelen te bewonderen.

In Phil. Armour's slachthuizen alleen worden gedurende de wintermaanden dagelijks van 12 tot 15000 zwijnen geslacht, gezout en verpakt. Het aantal van de door deze firma geslachte zwijnen bereikte in het jaar 1890/91 een en driekwart millioen; bovendien werden door Phil. Armour en Co. nog 712.000 stuks rundvee en 413.000 schapen geslacht. Het aantal bij deze firma in werking zijnde arbeiders bedraagt 10.000, de uitgebreidheid hunner slachthuizen 18 Hectaren, het aantal refrigator-cars (spoorwegwagens met afkoelings-inrichtingen) 2250. Hierin wordt het versch geslachte vleesch dagelijks naar de groote steden van het Oosten, vooral naar New-York en Philadelphia verzonden. Armour en Co. bezitten bovendien nog groote lijmfabrieken, vanwaar uit de afvallen der dieren jaarlijks van 7 tot 8 millioen pond lijm, en omstreeks 10.000 tonnen vet, smeersel, mest enz., gefabriceerd worden. De waarde hunner gezamenlijke producten bereikte in 1890/91 de kolossale som van 168 millioen gulden.

Van zulke inrichtingen vindt men in Chicago bij de 70, hoewel niet allen van zulk een omvang. Bij ons verheugt zich het slagersgilde in geen bijzonder aanzien; te Chicago is men echter deze Europeesche vooroordeelen al lang te boven. Daar genieten de slachters hetzelfde aanzien als professors en generaals, ja, zij stijgen zelfs in maatschappelijk aanzien naarmate zij meer zwijnen slachten en inzouten. Philip Armour, de eerste slachter van Chicago, is een der aanzienlijkste burgers der stad en tegelijk een der rijkste mannen van Amerika, met een verscheidene millioenen tellend vermogen. Men ontmoet hem in de beste kringen en noch aan zijn voorkomen, noch aan zijn manieren, zou men zeggen dat hij vóór jaren als arme slager zijn loopbaan begon. Wanneer men het Veepark achter zich heeft, dan haalt men ruimer adem, en waardeert het dubbel dat men in Chicago niets van deze afzichtelijke dingen behoeft te zien, wanneer men ze niet opzettelijk opzoekt.

Geen bezoeker van Chicago verzuime het echter zijn studiën ook op dit met bloed gedrenkte gebied uit te strekken. Het bezoek aan het boven beschreven centrale Veepark na te laten, zou een verzuim zijn van onvergefelijken aard, en onwillekeurig zou men daardoor verleid worden het belang van deze reusachtige varkensslachterijen over het hoofd te zien, welke een van haar voornaamste takken van nijverheid vormt.

Heeft men genoeg van Porcopolis, dan begeve men zich in de prachtige parken en boulevards der stad, die het zevende gedeelte van haar oppervlakte

[pagina 164]
[p. 164]

uitmaken. De geheele stad is omringd door heerlijke plantsoenen, die in verbinding met de fraaie meeren rivieroevers, ware meesterstukken van tuinaanlegkunst zijn en den anderen, mooier bijnaam, dien Chicago draagt, ten volle rechtvaardigen: ‘de Tuinenstad.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken