Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Jaargang 1894 (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1894
Afbeelding van De Huisvriend. Jaargang 1894Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1894

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (23.02 MB)

Scans (199.47 MB)

ebook (25.77 MB)

XML (1.60 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Jaargang 1894

(1894)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Speelkaarten.
Met vijf afbeeldingen.

De oorsprong der speelkaarten, die tot zooveel strijd heeft aanleiding gegeven, schijnt nu toch eindelijk onherroepelijk te zijn vastgesteld.

Men heeft de legende laten varen, die wilde, dat zij zouden uitgevonden zijn om koning Karel VI gedurende diens krankzinnigheid een afleiding te bezorgen, en de critiek heeft hun tot geboorteplaats Indië aangewezen, waar ook het schaakspel zijn oorsprong nam.

Uit Indië werden zij door de Tziganen aan de Arabieren gebracht, die ze aan de Spanjaarden leerden kennen. De Spanjaarden gaven ze over aan de Venetianen en deze aan de Franschen in den loop der 14de eeuw.

In het begin werden zij tarots genoemd, een woord van onzekeren oorsprong, dat meer een reeks prenten aanduidde, beter geschikt om kinderen bezig te houden dan een ingewikkeld samenspel te vereischen. De tarots werden met de hand geteekend op perkament of op dunne plaatjes van verschillende stoffen; het waren kleine kunstwerken, die zeer veel kostten. Later maakte de uitvinding van de houtsnijkunst het mogelijk ze te vereenvoudigen en onder het bereik der bescheidener beurzen te brengen.

De graveurs van Ulm overstroomden er de wereld mede; de tarots namen den naam van kaarten aan, toen het gebruik algemeen werd om ze uitsluitend op karton te drukken en onze tegenwoordige spellen van 32 of 52 kaarten, met hun vier kleuren en drie poppen dateeren uit de 16de eeuw toen het Fransche hof er een overdreven gebruik of liever misbruik van maakte.

Wij zullen alleen over de moderne kaarten spreken. De verzamelaar, die zich zou toeleggen op het zoeken van de tarots uit den ouden tijd, zou er zijn tijd bij verliezen.

De zeldzame exemplaren, die nog bestaan en waarvan geen enkele reeks een geheel spel uitmaakt, zijn zorgvuldig bewaard in de bibliotheken of behooren aan eenige rijke verzamelaars, die ze voor ontzaggelijke sommen op beweerd verlangen hebben gekocht.

In Frankrijk bezit de Nationale galerij zeventien kaarten, copieën van Italiaansche tarots, door een Franschen artist uitgevoerd in den tijd van Karel VI. Baron Eduard de Rothschild heeft een-en-dertig tarots uit de 15de eeuw verzameld.

In ons modern kaartspel beteekenen de vier heeren de vier groote monarchieën; de Grieksche, de Joodsche, Romeinsche en Frankische: Alexander, David, Cesar en Karel. In het begin was het Karel VII, later ging men terug tot Karel den Groote. De dames zijn niet de koninginnen van deze koningen, behalve misschien

illustratie
Kaarten XVIIe en XVIIIe eeuw.


Argine, anagram van Regina, waarmede de oude kaartenmakers zeker de vorsten of de favorites van den koning uit dien tijd wilden aanduiden. De andere dames, ontleend aan de tarots van Karel V, moesten beteekenen: Judith de kracht, Pallas de wijsheid, en Rachel de fortuin, Argine moest zich tevreden stellen met het zinnebeeld der matigheid te zijn.

De boeren waren het beeld van den Franschen adel, sints het heldentijdvak tot aan de ridderschap. Hector had zijn plaats in de reeks als vader van den problematischen Francus, die volgens sommige legendes de eerste koning van Frankrijk was. Ogier de Deen en Lancelot als gezellen van Karel den Groote - men schreef zelfs aan Lancelot de uitvinding of verbetering der kaarten toe. Eindelijk verdiende de veldheer Lahire de eer om het viertal voltallig te maken, daar hij de dapperste krijgsoverste was van Karel VII.

De kleuren beteekenden: klaveren - het gevest van een zwaard, ruiten - het vierkante ijzer van een grooten pijl, schoppen - de lans, harten - de punt van een pijl.

Al deze zinnebeelden schijnen ons ouderwetsch toe, maar zij hebben zich echter van geslacht tot geslacht voortgeplant en zich over de geheele wereld verspreid

[pagina 217]
[p. 217]

en heldhaftig weerstand geboden aan alle pogingen tot verbetering, door de graveurs in het werk gesteld.

Indien de figuren weinig veranderd zijn, hebben de

illustratie
Revolutiekaarten.


verschillende spellen en hun namen met den tijd groote wijzigingen ondergaan. Van de verschillende spellen uit de vorige eeuw zou niemand meer met een zijner voorouders, zoo deze op de wereld terugkwam, er een kunnen spelen. Wanneer men de spellen uit dien tijd verder beschouwt, kan men zich moeilijk voorstellen, dat de verfijnde smaak der Fransche hovelingen vrede kon hebben met de grove, slecht geteekende figuren, waarvan wij een afbeelding geven. Dit is des te meer te verwonderen, daar de visitekaartjes uit die dagen bewijzen, hoe ver de kunstenaars het daar gebracht hadden in de kunst van het teekenen der sieraden en arabesken. De kaartenmakers alleen schijnen zich te hebben onttrokken aan deze algemeene zucht tot elegantie, zij werden toch in dien tijd nog door geen wettelijke bepalingen verhinderd. Eerst bij de Fransche omwenteling vindt men een poging om de kaarten te veranderen. De afschuw, die toen gedurende eenige jaren in de mode was tegen de tyrannen, strekte zich ook uit tot de onschuldige

illustratie
Kaarten der vier regeeringen.


kaartspellen. Om de oude spellen te kunnen gebruiken, krabde men de eigenlijke namen uit of verving ze door andere. Zoo kan men op onze klaveren vrouw den naam van Argine uitgeschrapt zien door een patriottischen kaartenmaker.

De schilder David vond het niet beneden zijn talent, revolutionnaire kaarten voor zijn landgenooten te teekenen. Zijn eerste zorg was de heeren, vrouwen en boeren te vervangen door de Wijsgeeren, de Deugden en Dapperen, die daarmede overeenstemden. Natuurlijk moest de Grieksche oudheid haar tol betalen; Jean Jacques Rousseau alleen had het voorrecht een plaats te krijgen in de moderne, philosophische beweging. Na dien tijd namen de philosofen hun plaats niet meer in onder het pak kaarten, maar wel rondom het groene laken. Daarentegen zien wij hen de plaats der koningen innemen in de republikeinsche kaarten, die in 1793 werden uitgevonden door Urbain Jaume en Demosthène Degourd.



illustratie
Republikeinsche kaarten van 1889.


De philosofen stelden voor: J.J. Rousseau, Molière, Lafontaine, Voltaire, de vrouwen waren: Rechtvaardigheid, Matigheid, Voorzichtigheid, Kracht; de boeren: Nationale garde, de man van den 14 Juli 1789 en van den 10 Augustus 1792, verlost van zijn ketenen, een rechter.

Hierbij moet men in aanmerking nemen, dat gedurende de revolutie, het gebrek aan papier en karton zoo groot was, dat men zorgvuldig de oude speelkaarten verzamelde om hun achterzijde, die gewoonlijk wit was, als fiche te gebruiken.

Ouders, die hun kinderen te vondeling legden, gebruikten een speelkaart om hun een onderscheidingsteeken te geven, daar zij te arm waren om iets anders in hun kleederen te leggen. Later was het nommer der kaart een middel om hun verlaten kind te herkennen. Op de tentoonstelling van 1889 zag men verscheidene van deze kaarten, die tot dit doel hadden gediend. Het waren bijna altijd poppetjes en meestal heeren.

In de eerste jaren van het keizerrijk werden de revolutionnaire kaarten niet alleen verwaar-

[pagina 218]
[p. 218]

loosd maar zelfs verboden. Intusschen bleef er een weinig van over voor de phantasie der kaartenmakers en het duurde eenigen tijd, voor dat men terugkeerde tot de oude typen. Zoo heetten de dames voorloopig: Hildegarde, Statira, Calpurnia, Azraël. Ruitenheer stelde meestal Napoleon voor als Romeinsch keizer met den wereldbol aan zijn voeten.

Er valt dus weinig te zeggen over de kaarten uit dezen tijd en uit de Restauratie, maar wij moeten nog alleen melding maken van de waarzegsterskaarten.

In deze verwarde tijden, toen de toekomst zoo onzeker was en men zoovele onmogelijk gedachte dingen had zien gebeuren, krioelde het van kaartleggers en kaartlegsters. Hun publiek, dat zich thans tot de kermisgangers bepaalt, strekte zich uit tot over bijna alle klassen der maatschappij. Daarom heeft men moeite, den bijval te begrijpen van Mme Lenormand en van den beroemden Etteila - wiens ware naam Alietta was - kappersjongen uit den tijd der Revolutie, schrijver van het boek Thoth, dat nu

illustratie
Caricatuurkaarten.


nog het wetboek is der kaartleggerskunst. De regels, door deze handleiding voorgeschreven, zijn zoo ingewikkeld, dat menschen, die het druk hebben, den lust vergaan moet om die schoone kunst aan te leeren.

Om te beginnen, moet men weten, dat het klassieke waarzeggersspel niet kan worden gespeeld met een gewoon spel maar met 68 tarots, waarvan twee-en-twintig één zinnebeeldig figuur dragende, de groote geheimen voorstellen. De zes-en-vijftig worden verdeeld in vier kleuren; stokken, bekers, zwaarden en penningen, overeenkomende met de klaveren, harten, ruiten en schoppen der gewone spellen. Zij hebben echter vier figuren in plaats van drie; de koning stelt voor den man, de koningin de vrouw, de ridder den jongeling en de boer het kind. De man is de schepper, die de ondernemingen doet, de vrouw verbeeldt de liefde, de jongeling den strijd, de haat, den nijd, het kind het onzijdige, het geld; de vier figuren der stokken en zwaarden stellen de bruinen voor, de vier figuren van bekers en penningen de blonden, de eersten zijn goed, de anderen slecht.

De voorspellingen richten zich naar de plaats, die de kaarten innemen en naar hun omgeving; de openbaringen, verkregen door deze tarots, vormen het groote spel, die met de gewone zijn minder kostbaar en hebben niet dezelfde hooge beteekenis.

Nu nog zijn de zoogenaamde kaarten van Madame Lenormand een zeer gezocht gezelschapsspel, waaraan men echter verstandig doet, geen hoogere waarde te schenken dan aan andere kaartleggerijen.

Na de omwenteling van 1848 was de staatkundige hemel zwaar bewolkt en daar de spelers tot alle mogelijke partijen behoorden, besloten de kaartenmakers om ieder tevreden te stellen op hun kaarten de zinnebeelden voor te stellen van het wettige koningschap, het constitutioneele koningschap, het keizerrijk en de Republiek. Daarvoor werd schoppenaas met een lelie voorzien, in de ruiten kwam een arend; klaveren kreeg als symbool van het zoo juist verdreven Orleanisme geen bijzonder teeken, maar het hart kreeg het gelijkheidsteeken der Republiek - twee passers - die men zoo pas had uitgeroepen.

De heeren heetten: Hendrik IV, Napoleon I, Louis Philippe, de vrouwen, Marguérite, Joséphine, Marie Amelie, de boeren stelden een page, een klaverheer, een knecht voor; harten heer en harten vrouw waren voorstellingen der republiek en de boer was een Romeinsche lictor. Men noemde ze régime kaarten.

Met het tweede keizerrijk komen wij terug tot de oude modellen. Wat de derde republiek betreft, zij had in haar eersten tijd ernstige bezigheden genoeg, zoodat geen harer kiezers den tijd had, om er aan te denken de kaartspellen te veranderen.

Men moet wachten tot 1880, drie jaar na den dood van Victor Hugo, om een editie te vinden, bestemd ter herinnering aan de nagedachtenis van den grooten dichter. Hij nam in de 32 kaarten de eereplaats in; hij was een der heeren en men gaf hem tot makkers Thiers, Mac-Mahon en Grévy, de drie eerste presidenten der Republiek. De vrouwen stelden de wetenschap, den handel, de nijverheid en den landbouw voor. De boeren heetten Molière, Voltaire, Racine en Gambetta. Bij ons te lande wachtte men zoo lang niet met de vervaardiging van actueele kaarten, daar heeft men al sedert lang de nationale kaarten, waarvan de azen afbeeldingen zijn van verschillende monumenten en gebouwen in ons land en de poppetjes, boeren en boerinnen voorstellen in de kleeding der verschillende provinciën. Ook heeft men nog Atjehkaarten, waarvan de heeren de namen dragen der voornaamste generaals uit dien oorlog, en de boeren een voorstelling geven van de verschillende soorten van soldaten.

Bij gelegenheid van den 100sten verjaardag der Fransche revolutie, kreeg zekere Lenoir het in zijn hoofd, republikeinsche kaarten uit te geven. De kleuren waren de volgende:

Harten, vrijheid, voorgesteld door een ster. Ruiten, gelijkheid, een kompas en een passer. Klaveren, broederschap, twee handen. Schoppen, socialisme, de phrygische muts. De heeren heetten de stichters, en waren

[pagina 219]
[p. 219]

Willem Tell, Washington, Brutus, Camille Desmoulins; de dames waren de burgerdeugden bovengenoemd, de boeren stelden voor landbouw, rechtvaardigheid, leger en arbeid.

In de snorkende aanprijzingen van zijn waar, dringt hij er op aan, dat men de ouderwetsche beteekenis der kaarten zou laten varen, die nog overblijfsels waren van de vroegere slavernij, en hen noemen op een wijze, vrijen mannen waardig; men zou voortaan moeten spreken in plaats van heeren, van stichters, in plaats van azen, van zinnebeelden en in plaats van de kleuren zeggen: Ik maak vrijheid troef, of gelijkheid, of broederschap!

Helaas! de spelers bekommerden zich weinig om hun voorrecht van vrije menschen te zijn, gingen voort in hun betreurenswaardige afdwalingen en bekommerden zich weinig over de uitvinding van Lenoir.

Zij waren misschien even onverschillig geweest ten opzichte van zoogenaamde patriottische kaarten ter eere van Boulanger uitgegeven, als er geen bevel was uitgevaardigd aan de kaartenmakers om geen andere kaarten uit te geven dan die volgens de officieele modellen. Door dit bevel kregen de Boulangistische kaarten een oogenblik van beroemdheid. Boulanger, harten heer, was omringd door Chauzy, Courbet en Denfert Rochereau; zijn dames waren Jeanne d'Arc, de Elzas, Lotharingen en de Republiek; zijn boeren een kurassier, een matroos, een boer en een werkman; voor azen een anjelier, een anker, een bij en het kruis van het Legioen van Eer. De caricatuur bemoeide er zich mede en Alfred Lepetit teekende in Le Pilori eenige grappige soorten van kaarten, die als officieele modellen dienen moesten en waarvan wij hierbij een afbeelding geven.

Er heerscht overigens in de fabricatie der speelkaarten tegenwoordig zeer veel weelde en verscheidenheid; men kan ze hebben van een kwartje het dubbele spel, maar zelfs tot een rijksdaalder en meer het pak.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken