Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Jaargang 1895 (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1895
Afbeelding van De Huisvriend. Jaargang 1895Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1895

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.59 MB)

Scans (191.79 MB)

ebook (24.01 MB)

XML (1.55 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Jaargang 1895

(1895)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Obelisken.
Met drie afbeeldingen.

Nauwelijks een uur van Kaïro verwijderd ligt Heliopolis, de Zonnestad. De weg daarheen, hoe kort ook, biedt een grooten rijkdom aan van genot. Wouden van palmboomen, aanplantingen van bananen, reusachtige cactussen, de rechte lijn van het Suezkanaal, oud-Arabische gebouwen in den besten stijl van hun tijd, de woestijn met haar roodachtig schemerende bergketens op den achtergrond en eindelijk geheele bosschen van citroen- en oranjeboomen, ware tuinen der Hesperiden, trekken voorbij ons oog, en daarboven een blauwe hemel, een zacht klimaat, zelfs des winters de warm schijnende zon, die eeuwige toovenares der wonderbaarste lichteffecten.

Heliopolis was de stad, waarin de aartsvader Jozef aan het hof van Pharao leefde. On wordt deze stad in den Bijbel genoemd en bovendien schijnt zij nog een anderen naam te hebben gedragen, die dezelfde beteekenis heeft als het Grieksche Heliopolis (Zonnestad), maar in den loop der eeuwen is verloren gegaan.

Verbazend oud moet de Zonnestad zeker geweest zijn, want reeds in de tijden toen men de pyramiden oprichtte als grafmonumenten voor de koningen van het land in de nabijheid der stad Memphis, wordt On als een hoogheilige stad aangeduid, waarin de koningin van den dag als een godheid door het volk aangeroepen, door de priesters met offers en gebeden vereerd en door de Pharao-koningen met rijke geschenken overladen werd.

Wie kan zeggen wanneer zij gesticht werd? De over-

[pagina 187]
[p. 187]

levering vermeldt alleen, dat Arabieren haar eerste oprichters zijn geweest.

Zelfs bij het verval van Egypte's grootheid, nadat Perzen, Grieken en Romeinen haar beurtelings verwoest

illustratie
De naald van Cleopatra, thans te New-York.


hadden, was de Zonnestad nog steeds in het bezit van haar ouden roem, en al waren vele van haar monumenten in puin gestort, zoo kon zij nog altijd roemen op haar priesterscholen, waarin vooral de sterrenkunde werd geleerd en die zelfs door vele buitenlandsche leerlingen werden bezocht.

De reizigers uit dien tijd, wier reisverhalen ons zijn overgebleven, ontvingen een machtigen indruk van de talrijke obelisken, die Heliopolis sierden; men verhaalde zelfs dat de grond der Zonnestad door obelisken verlicht werd. Zulk een uitdrukking klinkt tamelijk sterk, maar het is toch een feit dat men, hoewel langs een omweg, volkomen bevestigd vindt.

De Zonnestad zou zeker den bezoeker een groote teleurstelling bereiden, indien het Oostersche landschap rondom en het schitterende licht der zon hem niet de ziel verrukten; er is niets overgebleven van den heerlijken Zonnetempel, de obelisken en andere gedenkteekenen die haar versierden. Een enkele obelisk van graniet verheft alleen haar ontzagwekkende massa omhoog, als verveelde haar de moderne wereld aan haar voeten, bestaande uit een korenveld door een aarden wal omgeven; uit de hiërogliefen op haar vier wanden, die de wetenschap ontcijferde, wordt men ook niet veel wijzer. Niets verraadt ons haar bestemming; wel wordt ons verhaald dat zekere koning Oefertisen haar oprichtte ter eere van zijn dertigjarig regeeringsfeest en ook dat zij zoowat veertig eeuwen geleden haar eersten geboortedag vierde, maar overigens blijft onze nieuwsgierigheid onbevredigd.

Het schijnt dat de Egyptische koningen de obelisken slechts paarsgewijze oprichtten, en wel steeds aan weerskanten van den ingang der tempels. Ook dit steenen uitroepingsteeken moet, volgens Arabische geschiedschrijvers, zijn kameraad hebben gehad. Zelfs wordt van deze verhaald dat zij een koperen kap op haar top gedragen heeft, die de toenmalige vorst van Egypte liet wegnemen, denkende dat hij van zuiver goud was. Toen hij zijn vergissing inzag, liet hij er maar koperen munten uit slaan.

En waar zijn alle andere obelisken gebleven die de Zonnestad eens versierden? Zij werden van daar weggenomen en naar alle windstreken verstrooid. De obelisken van Rome en Constantinopel zijn van On afkomstig en de beide van Alexandrië (de zoogenaamde Naald van Cleopatra en haar daarnaast liggende zuster) werden in het jaar 12 vóór Christus aan hun oorspronkelijke plaats ontrukt, op de Egyptische kust geplant, om later naar Londen en New-York te worden overgebracht.

De latere obelisken zijn spraakzamer dan de oude, en de wetenschap zegt hen dank er voor, want daardoor is 't ons mogelijk geworden nadere bijzonderheden mede te deelen aangaande het doel dezer geweldige steenmassa's.

Zij waren aan den dienst der zon gewijd; hun spitsen waren met goud bekleed en schitterden in de verte door het licht der zon; voor den zonnetempel sierden zij de hoofdingangen bij paren. In dezen tempel werd ook de vogel Phoenix vereerd, evenals een boom, door de Grieken Persea genaamd, en die thans in Egypte uitgestorven schijnt te zijn.

Reeds Plinius maakt melding van de obelisken als aan den Zonnegod toegewijde monumenten. Het woord obelisk is van Griekschen oorsprong en afgeleid van Obelos, d.w.z. braadspies; de gelijkenis tusschen de oud-Egyptische zuilen en de bij de Grieken gebruikelijke braadspiezen gaf aanleiding tot deze zonderlinge benaming. Later noemden de Arabieren hen ‘Naalden’, ook om hun gelijkenis met dit naaiwerktuig.

In de Egyptische taal gaf men aan de obelisken verschillende namen, waarvan het woord ‘Ben’ vooral de aandacht verdient, daar het beteekent den wederkeerenden lichtstraal; ook de vogel Phoenix werd Ben genaamd. Deze gold

illustratie
Pharao het licht aanbiddend.


bij de oud-Egyptenaren voor een zinnebeeld van het opkomende licht, daar hij, naar het heette, uit Arabie - d.w.z. het Oosten - naar Egypte trok om in de Zonnestad den vuurdood te sterven.

Vandaar dus dat het woord ‘Ben’ tegelijk tempel en obelisk beduidt. Ook wordt daarmede de vorm der pyramiden aangeduid, gelijk zij als driehoek in hiërogliefenschrift

[pagina 188]
[p. 188]

verschijnen. Door een driehoek wordt ook het schemerlicht steeds door de Egyptenaren aangeduid.

Op een oud Egyptisch gedenkteeken (blz. 187) ziet men Pharao zijn hulde brengend aan de morgen- en avondschemering; aanbiddend ligt hij op den grond uitgestrekt en staart naar het licht, waarvan de stralen langs de randen naar boven opvlammen. Daarboven breidt zich de sterrenhemel uit, gelijk hij zich bij het schemerlicht vertoont, vóórdat de zon haar stralen heeft uitgedoofd. De teekening geeft hier een soort van kegel inplaats van den driehoek, welk teeken men in de hierogliefen op pyramiden en obelisken terugvindt. Evenals later de Mahomedanen verrichtten de Egyptenaren hun voornaamste gebeden vóór het opgaan en na den ondergang der zon. De koning, de plaatsbekleeder der zon, moest op het elfde uur (volgens de Egyptische tijdtafels het laatste uur voor zonsop- of ondergang) plechtig begroet worden door de priesters en hovelingen.

De oude Egyptenaren beschouwden den schemeringstijd als een wonderbaar natuurtafereel; zij vereerden de sterrenbeelden, die dan aan den hemel schitterden, als herauten der zon en als morgengoden; zij prezen het morgenlicht als de dagelijksche overwinnaar der duisternis en haar demonen, en begroetten het dus met groot gejubel. De zonnejongeling zag zijn weg gebaand en besteeg vol moed zijn zonneschip om den weg langs den hemelschen Nijl te beginnen en als grijsaard des avonds in het Westen te verdwijnen, vol blijde hoop morgen in het Oosten herboren te worden.

Aan deze wedergeboorte van het licht werd de leer van hun eigene onsterfelijkheid vastgeknoopt, en uit de eeuwige natuurwetten putte men troost voor het leven, zooals blijkt uit de opschriften der pyramiden. Het naar het zenith opstijgende schemerlicht werd vergeleken met een ladder of trap, waarop de goden zich ten hemel verhieven om tot de aanschouwing van den zonnegod te geraken.

Pyramide, obelisk en lichtstraal waren bij de oude Grieken onafscheidelijk aan elkander verbonden, en vandaar dat men aan het zonnelicht eigenaardige monumenten toewijdde, waarop deze drie vormen zich vereenigd bevonden. Dit zijn de oudste gebouwen, bestaande uit het voetstuk van een pyramide, waarop zich een obelisk verheft, eindigend in een zonneschijf van steen of porselein. Later geraakten zij in verval en geen enkel gedenkteeken wordt er nog van gevonden, maar men vindt hun afbeeldingen nog onder de hierogliefen; toch schijnt het, dat de obelisken vroeger aan haar toppen met zulke schitterende zonneschijven versierd waren; deze bollen dienden onder de Romeinsche keizers als zonnewijzers. Trouwens ook uit de schaduw der obelisken mat men toen de lengte der dagen af. Zooals men ziet, staan dus de obelisken met de zon en haar eeredienst in het nauwste verband.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken