Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Jaargang 1896 (1896)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1896
Afbeelding van De Huisvriend. Jaargang 1896Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1896

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (20.81 MB)

Scans (176.86 MB)

ebook (23.30 MB)

XML (1.61 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Jaargang 1896

(1896)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Montenegro.
Met vijf afbeeldingen.

Alles in Montenegro wordt verklaard door de geschiedenis van het land. Het woeste schouwspel zijner bergen, de trots zijner inwoners, hun armoede, dat alles

illustratie
Montenegrijnsch landschap.


is het logische gevolg van den oorsprong van dit zonderlinge volk.

Toen de Turken in het begin der XVIde eeuw zich meester maakten van het Balkansche Schiereiland, weigerden eenige dappere en vaderlandslievende Serviërs zich te onderwerpen en kozen liever de verbanning.

Maar waar zich te verschuilen voor den Turk? Zij kozen een verlaten, ellendig land, dat de begeerlijkheid van den veroveraar niet kon opwekken en vooral geheel ontoegankelijk was.

Zoo werd Montenegro - de Zwarte Berg - gesticht, en deze oorsprong helpt ons, alle eigenaardigheden van het land te leeren kennen.

Als de reiziger bij Cattaro in het land komt, ziet hij achter het aardige stadje zich een hoogen, steilen berg verheffen, waaroverheen een soort van geitenwegje kronkelt, versperd door rollende steenen, door de wateren der lente daarop gestapeld. Deze zoogenaamde weg staat bekend als de ladders van Cattaro, maar een echte ladder zou veel beter beklimbaar zijn.

Het feit, dat men daarop een biljart heeft gebracht (60 mannen hielpen daarbij), gaat voor een wonderbaar feit door, in 40 jaren niet uitgewischt uit het geheugen van het volk.

Deze onmogelijke weg dan, waarvan men zich geen denkbeeld kan vormen, als men dien niet zelf heeft afgelegd, is het eenige toegangsmiddel, dat Montenegro bezat vóór 1880. Waarom?

De vluchtelingen hadden, om aan de almacht der Turken te ontkomen, een ontoegankelijk oord noodig. Ieder zal moeten erkennen, dat zij niet beter konden kiezen.

Laat ons nu dezen nieuwen, bewonderenswaardig aangelegden weg oprijden. Eerst werpen wij een blik op het verrukkelijke panorama, gevormd door de monden van Cattaro, en dringen daarna dan in het land door.

Wij zien er niets dan steenen. Ontzaglijke bergen

[pagina 274]
[p. 274]

van donkergrijzen, kalkachtigen steen, die de natuur in kolossale blokken heeft gehouwen, zoodat deze bergen gebouwd schijnen door handige cyclopen. 't Is, of men een wonderbare, naïeve architectuur ziet, die herinnert aan den bouw der Hindoesche tempels. Het heele landschap gelijkt in Montenegro op bouwvallen van kasteelen.

In den winter is dat alles bedekt met sneeuw. De sneeuw bereikt in Cettinje gewoonlijk twee manshoogten en nog meer. Als de lentezon deze enorme massa smelt, dan maakt het water tusschen deze rotsen gleuven, die hoe langer hoe breeder worden en waaruit een helder licht omhoog stijgt.

Verder graaft het hier en daar groote, ronde kuilen, waarin zich een weinig zwarte aarde vastzet. Men haast zich deze kleine, ronde velden te bebouwen, waarvan de meesten een doorsnede hebben van eenige meters en slechts weinige een halve hectare breed zijn.

Men zaait er gewoonlijk maïs of aardappelen, en het zijn deze kleine oasen, verstrooid in de rotsenwoestijn, die de bevolking van Montenegro voeden. De grond is er zoo schaarsch, dat de landman elken duim daarvan benuttigt.

Tusschen de groote, vierkante steenblokken, die opeengestapeld het Montenegrijnsche landschap vormen, groeien hier en daar eenige, dikwijls zeer geurige grassoorten en zelfs eenige struiken. Het zijn olijven en eiken; andere gewassen zijn zeldzaam.

Men laat er schapen en ook geiten los, die er vrij wel hun onderhoud vinden; de geiten en de menschen vernielen echter de boomen. Wat de geit gespaard heeft, hakt de boer om, ten einde zich een weinig hout te verschaffen. Men zegt, dat Montenegro vroeger bedekt was met wouden en dat de Turken die verbrand hebben. Als dit waar is, zijn de Montenegrijnen even schuldig, want zij beletten de boomen opnieuw te groeien.

De kerkgoederen

illustratie
De vorst verlaat het Regeeringspaleis.


zijn sedert eenige jaren gewaarborgd tegen de geiten en de menschen; reeds worden de rotsen, die er toe behooren, omsluierd door eenig groen, dat mettertijd zonder twijfel in mooie bosschen zal veranderen.

Maar, tusschen Cattaro en Cettinje en verder nog, ziet men niets anders dan rotsen en rotsen en nog eens rotsen, vierkant op elkander gestapeld en reusachtige bouwvallen van forten vormend.

Buiten den zeer fraaien rijweg - de eenige in het geheele vorstendom - zijn er slechts smalle voetpaden, waarover alleen een Montenegrijn en (maar niet altijd) zijn bewonderenswaardig paard kunnen klauteren.

Een arm, ontoegankelijk land, dat geen veroveraar wilde of kon bezitten, ziedaar wat de moedige vluchtelingen noodig hadden. Men heeft door deze korte beschrijving kunnen nagaan, dat Montenegro hun alles bood, wat zij verlangden.

Verder hadden zij een sterke militaire macht noodig en een diepe godsdienstige overtuiging. Vandaar de groote gehechtheid der Montenegrijnen aan den orthodoxen godsdienst. Hun priesters waren soldaten als de andere mannen, en tot in den laatsten tijd waren zij zelfs in vredestijd gewapend met pistolen, dolken en sabels.

De vorsten waren tegelijk generaals en bisschoppen, en, daar de orthodoxe bisschoppen tot de orde der monniken behoorden en dus ongetrouwd waren, ging de kroon van oom op neef over. De voorganger van den tegenwoordigen vorst brak met deze gewoonten; hij stond zijn geestelijk gezag af aan een metropolitaan en was de eerste vorst van Montenegro, die mocht trouwen.

Cettinje, of liever het klooster van Cettinje, is het eenige punt van Montenegro, waarvan de Turken zich nooit konden meester maken, zelfs ten koste van groote offers.

De kapel van dit klooster staat in bijzondere vereering; daar zijn de graven der vorstelijke familie. Deze kapel is eenigermate het hart van Montenegro; daarom misschien is Cettinje, een ellendig dorp, dat tegenwoordig nog geen 1000 inwoners telt, de hoofdstad geworden.

Wonderlijk hoofdstadje, dat twintig jaar geleden slechts uit eenige hutten bestond en thans gelijkt op een zeer arm provinciestadje, en toch is uit dit ellendige dorpje de geheele Oostersche quaestie voortgekomen. Daar hebben de Servische, Bosnische en Herzegowijnsche opstandelingen zich vereenigd om het wacht-

[pagina 275]
[p. 275]

woord van Rusland te ontvangen. Montenegro is het punt, van waar Rusland in het Turksche rijk gedrongen is om het te vernielen en te versnipperen.

Cettinje, dit hoopje krotten rondom een oud klooster, heeft in de geschiedenis onzer 19de eeuw een rol gespeeld, gelijk aan die onzer grootste en schitterendste hoofdsteden.

De Montenegrijnen zijn vóór alles soldaten. Zij beginnen reeds in hun kindsheid te dienen en blijven hun leven lang soldaat. De militaire uniform verschilt niet van de gewone kleeding. Zelfs de minste man gaat niet uit zonder een pistool in den gordel, en dikwijls draagt hij ook nog andere wapenen: een geweer, een sabel, een dolk. 't Is eigenlijk het eenige wat hij zich verwaardigt te dragen, want hij werkt heel weinig en laat alle zware werkzaamheden over aan de vrouw, een ongelukkig schepsel, dat men altijd ziet zwoegen, den rug gebogen onder een zware vracht hout of op haar hoofd een zwaren emmer dragend met water of andere lasten, terwijl de man in zijn schitterende kleeren (die hij trouwens tot op den draad verslijt), het pistool in den gordel en het geweer op schouder, majestueus voor haar uitgaat met hangende armen.

Niet alleen moet de vrouw voor het huishouden zorgen, maar ook den grond bebouwen, ja, zelfs den ploeg voorttrekken.

De mannen meenen dat zij soldaten zijn en dat elk ander ambt berieden hun waardigheid is.

Het is een zeer schoon ras. De mannen zijn van een zeer lange gestalte en hebben een fiere, trotsche houding. De kleinsten onder lien zijn nog 1.65 M. tot 1.70 lang; dus bereiken zij een zeer hooge gemiddelde lengte; hun haren zijn zwart en niet erg gekruld, de neus is gewoonlijk gebogen - vooral bij de vrouwen -, hun wangbeenderen vooruitstekend, hun uitdrukking altijd ernstig en waardig. Zij zijn veel schooner dan de Bosniërs, van wie zij toch afstammen, maar weer verklaart de geschiedenis dit feit. Hun voorouders immers waren de dapperste en hoogmoedigste onder de Serviërs, die zich zelf tot de verbanning en de armoede veroordeelden, liever dan zich te buigen onder het Muzelmansche juk.

Er is slechts één type in Montenegro; alle inwoners lijken op elkander; er zijn er nauwelijks 200000 in het heele vorstendom. De joden zelfs dringen niet in hun land door, misschien omdat het zoo arm is en er geen handel wordt gedreven; ieder dorp voorziet in zijn eigen behoeften.

De Montenegrijnen zijn zeer behendig in alle lichaamsoefeningen; geen wonder ook, zij leeren reeds van jongs af snel loopen, springen, klauteren. Dit is ook alweer een noodzakelijkheid, hun opgelegd door de eindelooze oorlogen met de Turken. Geen Ottomanisch leger, hoe talrijk ook, kon hen aantasten; zij ontvluchtten steeds met een waarlijk wonderbare vlugheid.

De vrouwen, die het zware werk verrichten, worden beschouwd als een soort middendier, tusschen den mensch en het lastdier; zij zijn zich bewust van haar minderheid en maken naast haar majestueuze, statige mannen een treurig figuur. Gebogen door het werk, afgemat door het moederschap, slecht gekleed, maken zij op den reiziger een droevigen indruk.

Toch zijn het dappere vrouwen, die haar mannen in oorlogstijden groote diensten bewijzen. Zij brachten haar mannen langs de geheimste paden van de bergen levensmiddelen en krijgsvoorraad, maar de mannen weten er haar geen dank voor. Zij nemen haar diensten aan, als iets dat hun van rechtswege toekomt.

Het huis van een Montenegrijnschen boer bestaat uit een enkele kamer; de vier muren zijn natuurlijk van steen gebouwd. Het dak is van maïsstroo; er zijn een of twee zeer kleine vensters in, zonder ruiten; 's winters stopt men de gaten met stroo dicht. De eenige deur is zeer slecht gesloten. Wij kunnen er zonder vrees aankloppen, want het volk is zeer gastvrij en wij worden er stellig goed ontvangen.

Inderdaad werpt de vrouw, die ons opendoet, zich op onze handen om ze te kussen en spreekt eenige woorden uit, van welkom zeker. Dan wijst ze ons een zeer lage zitplaats aan, dicht bij den haard. Als de man er is, groet hij ons op militaire wijze met den grootsten ernst. Een oogenblik later, zelfs als het gezin zeer arm is, biedt de vrouw ons een kop koffie aan, op zijn Turksch gezet en dus zeer goed. De eenige kamer is zwart van rook; de inventaris der meubels is spoedig opgemaakt. Een geweer hangt aan den muur en een groote kookketel boven den haard; de rook stijgt zonder schoorsteen omhoog door een gat in het dak. In de kamer zijn nog twee of drie bedden op een paar kruiselings geplaatste dikke, ongezaagde boomstaken. Men slaapt met z'n tweeën of drieën in deze bedden. Verder nog een paar lage bankjes en eenige spaden en harken. Dat is 't heele meubilair. Een zeker aantal schaapsvellen, droog en hard als hout, zijn in een hoek van het vertrek opgestapeld. Zij zijn bestemd om verkocht te worden en een weinig geld aan het arme gezin te bezorgen. Overigens valt er weinig te koopen, want hij trekt uit zijn veld en zijn kudde alles, wat hij noodig heeft om te bestaan. Bijna alle vrouwen spinnen, en vele weven zelfs op zeer primitieve weefgetouwen alle stoffen, die zij noodig hebben.

Toch voeden zij zich zeer goed, zelfs de armste boer van Cettinje eet bijna alle dagen, die geen vastendagen zijn, vleesch. Een pond schapenvleesch kost in den goedkoopen tijd slechts 27 kreutzers, omstreeks 30 cent. Daarbij veel groenten, vooral aardappelen met varkensvet gebakken, melk en eindelijk maïsbrood. Daarbij drinkt men veel koffie; dat is dus voor arme menschen een zeer degelijk voedsel.

De Montenegrijnen missen alle comfort, maar zij voeden zich goed, vandaar zeker ook hun fraaie houding en hun lichaamskracht.

Het land bezit echter, hoewel het zeer arm is, vele nog niet geëxploiteerde rijkdommen. De rivieren bijv. zijn zeer vischrijk, maar men vischt er weinig in. Het oosten van het land bevat, in de Albanische streken, die in 1880 zijn geannexeerd, vele bosschen. Eenige schijnen tamelijk vruchtbaar, er wordt toch nauwelijks iets verbouwd.

[pagina 276]
[p. 276]
Het eergevoel schijnt het overheerschende

illustratie
Jonge Montenegrijn.


gevoel te zijn van de Montenegrijnen. Het wonderlijkste soort van gevangenis vindt men daarom zeker in Cettinje. 't Is een publiek plein, open voor ieder, waarop de gevangenen wandelen, praten en rooken; het eenige verschil is, dat zij geen pistolen dragen.

‘Maar waarom vluchten zij niet?’ vraagt de vreemdeling verbaasd. ‘Wie belet het hun?’

‘Niemand! Maar waar wilt gij dat zij gaan? En waarom zouden zij vluchten? Als er een ontsnapt, dan zetten de andere gevangenen hem dadelijk na, en zij hebben hem dadelijk weer.’

Hun eenige straf is, dat zij beroofd zijn van hun pistolen. En zij treft hen diep, want deze veroordeelden zijn mannen van eer.

Het zijn geen dieven - diefstal is in Montenegro zoo goed als onbekend -, maar moordenaars. Men begrijpt, dat, waar men gewoon is altijd wapens te dragen, sommigen toegeven aan de verzoeking om ze te gebruiken.

Naar de zwaarte van het misdrijf veroordeelt men den schuldige òf tot gevangenschap op de boven aangegeven wijze, òf om de handen aan elkander geketend te hebben; verder laat men hen vrij ronddwalen. Eindelijk, in de ergste gevallen, veroordeelt men den schuldige om gefusilleerd

illustratie
Dulcigno.


te worden. Dit gebeurt één-oftweemaal in het jaar.

Zij sterven moedig, hun schuld erkennend en hun laatste woorden zijn dikwijls:

‘Leven de rechters, die mij veroordeelden!’

‘Leve de vorst, die het vonnis bekrachtigde!’

‘Leve het vaderland!’

De vrouwen worden ook nooit wegens diefstal veroordeeld; het meest wegens kindermoord. Er is geen voorbeeld, dat een vrouw gefusilleerd werd. Een Montenegrijn zou zich onteerd achten, als hij zijn geweer gebruikte om het op een vrouw af te vuren. Zijn wapens zijn bestemd voor edeler wild.

Het aristocratische bestuur is ook een rechtstreeksch uitvloeisel van de geschiedenis van Montenegro. Niemand komt in verzet tegen de bevelen van den vorst. Er is niets wat van nabij of van verre op een parlement gelijkt. De vorst maakt de wetten en, daar hij de opperste rechter is, kan hij ze toepassen hoe en wanneer het hem behaagt.

Bijna iederen dag gaat hij zitten onder een grooten olm, die bij zijn zoogenaamd paleis groeit, en patriarchaal, evenals de heilige Lodewijk, oefent hij daar het recht uit in hoogste instantie.

Men roemt zeer zijn scherpzinnigheid en de behendigheid, waarmede hij de meest netelige zaken weet te ontwarren. Hij zal over eenige jaren een zware taak te vervullen hebben. De historische rol van Montenegro, zoo belangrijk in zijn verleden, is nog niet geëindigd. Het kleine land blijft het bolwerk tegen de Turksche heerschappij, zoolang het moeilijke Oostersche vraagstuk niet opgelost is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken