Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1
Afbeelding van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.63 MB)

Scans (104.80 MB)

ebook (31.15 MB)

XML (2.32 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1

(1899)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Paderewski.
Met illustratiën.

Het ligt niet in onze bedoeling over Paderewski te schrijven als over den genialen musicus; de faam heeft zijn talent genoeg bekend gemaakt, maar wij

illustratie
paderewski pianospelend.


willen vertellen van een bezoek, gebracht aan zijn ‘tehuis’ in Polen, en van zijn goed hart.

De wereld moge hem geven al wat de wereld te vergeven heeft, roem en eer, - de wereld moge hem op het hoogste voetstuk plaatsen en de toover zijner muziek mag hem ontzaggelijken rijkdom brengen, toch, wij gelooven dat Paderewski zal blijven de eenvoudige man van nobel hart, van wien de Polen houden, die steeds het goede van zijn naaste gelooft, die de vriendelijkste der vriendelijken is.

Paderewski woont op een groot landgoed in Polen; daar werkt hij den ganschen dag, daar houdt hij, wanneer hij er een oogenblik uitbreekt, zich met zijne vrienden bezig, daar beheert hij zijne bezitting, daar doet hij duizenderlei dingen in het belang van de eenvoudige boeren, die zijn buurlieden en pachters zijn. Muziek is zijn leven en toch geloof ik, dat het zijn grootste eerzucht is Polen op te heffen uit den staat van verval en armoede, waarin het verkeert en om de landskinderen te brengen tot een toestand van welvaart.

Paderewski's woning in Kosna ten zuiden van Warschau - wij geven er hierbij eene afbeelding van - zal een zestig jaar geleden gebouwd zijn; schoon uit een bouwkundig oogpunt is zij niet; ze is ruim en comfortable en met uitgelezen smaak ingericht. Zij heeft twee vleugels, de eene voor de dienstboden, de andere bestemd voor de ontvangst van bezoekers. Voor het huis leidt een laan naar een meertje, dat druk bevolkt is met karpers, terwijl achter een dennenbosch zich uitstrekt zoover het oog reikt.

Paderewski houdt er van onder dit hooge geboomte te dwalen; door den wind, die door de takken ruischt, wordt hij geinspireerd. Om het huis heen is voor korten tijd een park aangelegd maar het hout zal hier nog jaren noodig hebben eer het poëzie kan schenken. Zelf heeft Paderewski in den aanleg van dit park de grootste belangstelling getoond, gelijk hij trouwens het geheele beheer van zijn bezitting met de meeste nauwgezetheid volgt. Vraag het zijn pachters maar eens wie het meest verstand heeft van den veestapel, - Paderewski zou een uitnemend landbouwer zijn geweest, gelijk hij groot zou zijn geworden in alles, ware hij niet de grootste pianist der wereld.

Kosna is een allerliefst plaatsje, doch hoe weinigen die deze streek niet bezocht hebben, zullen willen gelooven aan de bekoorlijkheid van dit afgelegen land. Overal in het rond zijn heuvels met bosschen bezet en vruchtbare dalen waar helder vlietende beekjes doorheen stroomen. In het zuidwesten, op verren afstand, rijzen de toppen der Karpathen op. Niets heeft Paderewski zoo zeer lief als te dwalen door deze streken, zijn pachters te bezoeken en het oppertoezicht te houden over zijne boerderijen. Dag aan dag spreekt hij met de bewoners; hij streeft naar een opbeuring van het landbouwbedrijf en tracht de hoogst mogelijke prijzen voor de producten te bedingen.

De toegenegenheid, die de bewoners dezer streek hem toedragen, is verrassend; het best blijkt dit wel wanneer men in Polen het feest viert, dat overal in den omtrek met groote opgewektheid gevierd wordt, het oogstfeest. In Kosna viert men dit met alle plechtigheid en alle festiviteiten, die daarbij behooren. Tegen den avond verzamelen zich de boeren mijlen ver uit den omtrek in Kosna, op het terras voor Paderewski's huis. Dan speelt een troep vooraan de nationale liederen, de Russische en Poolsche mazurka's, terwijl achteraan de jonge meisjes komen, in het wit gekleed en boeketten, handwerken, bloemen, vruchten enz. aan den bewoner brengen als feestgaven.

Dan betreedt Paderewski het terras en neemt de gelukwenschen in ontvangst; dan komen de meisjes nader en bieden de bloemen aan en zeggen vriendelijke woorden. En voorbij hem trekken in optocht de muzikanten en de meisjes en de boeren met vrouwen en kinderen. Ieder krijgt een handdruk van den meester en overdekt zijn hand met kussen; tranen komen in de oogen van menigen ouden boer als hij de hand aanraakt van den man, die het zoo wel met hem meent. Redevoeringen worden afgestoken door de ouders en vriendelijk beantwoord, geschenken worden rondgedeeld en des avonds is er een groot feestmaal in de verschillende zalen. Dan wordt er gedanst en de dorpsbewoners zingen geimproviseerde verzen ter eere van den meester.

Het dansen der Poolsche meisjes is zeer primitief en heeft door de schilderachtigheid eigenaardige bekoring. Kalm zult ge staan toezien tegen een muur en eensklaps grijpt een meisje uw hand, kust die en trekt u mede midden in het gewoel, voor ge tijd hebt u te verzetten - wat tusschen haakjes niet aan te raden zou zijn en beschouwd zou worden

[pagina 77]
[p. 77]

als eene grove beleediging. Menigmaal wordt ook Paderewski medegesleurd in het algemeene gewirwar; maar nooit aarzelt hij een oogenblik als zijn hand gekust wordt.

Ten slotte wordt de meester door jongelieden op de schouders gebeurd en voor den troep uit in triomf rondgedragen.

 

Gewoonlijk werkt Paderewski den geheelen dag, maar van tijd tot tijd neemt hij eens vrij af en dan worden alle gedachten aan muziek uit zijn geest verbannen. Deze korte verpoozing op Kosna heeft hij broodnoodig want geen musicus ter wereld moet zich de enorme inspanning getroosten als hij, wanneer hij zijne muzikale reizen volbrengt. Slechts weinig menschen zouden den lichamelijken arbeid alleen kunnen volbrengen, die Paderewski's pianospel van hem vordert, nog afgezien van de reusachtige geestelijke inspanning, en de bezwaren die lange spoorreizen, dag in dag uit hem opleggen.

Als Paderewski een dag vrij af neemt dan is hij geestig en vroolijk en houdt hij zich slechts bezig met de gedachte aan het welzijn zijner medemenschen. Maar niet lang kan hij zijn zonder zijn kunst; als hij geen engagement heeft, componeert hij of bereidt hij zich voor tot aanstaande kunstreizen. Soms gaat hij in den vroegen ochtend reeds voor zijn piano zitten en werkt dan gestadig door, geen voedsel of rust nemend, totdat het

illustratie
paderewski's huis in kosna (polen).


uur van het diner, dat hij laat gebruikt, komt. Als hij dan aan het einde van zulk een dag van zijn piano opstaat, dan is hij bleek en opgewonden en zenuwachtig. Naderhand herneemt de natuur hare rechten en uren gaan voorbij eer de zenuwen weder tot rust gebracht zijn en hij kan slapen. Gedurende die uren van overspanning speelt Paderewski biljart en rookt hij Russische cigaretten van eigenaardigen geur. Het biljartspel heelt een wonderdadige uitwerking op hem; hij gaat daar geheel in op en zoo komen langzamerhand zijn overspannen zenuwen tot rust; als hij dan eindelijk naar bed gaat, slaapt hij zoo kalm als een kind; geen enkel spel trekt hem overigens aan behalve dat hij van tijd tot tijd gaarne een partij schaak speelt.

Paderewski is gewoon in een allervriendelijkst vertrek te werken, waarvan de muren bezaaid zijn met ontelbare herinneringen aan de triomfen, die hij heeft behaald. Lauwerkransen en adressen van hulde, zilveren huldeteekenen enz. hangen van de muren af, gegroepeerd rondom een geschenk van de Koningin van Italië.

Paderewski speelt bijna altijd op een Erard-piano; slechts bij uitzondering, ter afwisseling, gebruikt hij een ander instrument. In een hoek zijner kamer staat een hooge lessenaar; uren kan de meester daar vóór staan als hij bezig is iets te componeeren. Hij zet alles in elkaar, zoo gauw als een ander denkt, maar alles heeft hij geheel in zijn hoofd gereed voor hij een pen op het papier zet; als het eens geschreven staat dan maakt hij slechts zelden veranderingen. Dan gaat hij zitten om door te spelen wat hij heeft geschreven.

Door de bezittingen van Paderewski heen stroomt het riviertje de Biala; het is een heerlijke, heldere stroom, die in den winter over groote breedte zich uitstrekt en dan eenige meters hooger is dan in den zomer. Zijn streven is nu dit water met visch te bevolken en aldus aan zijn pachters een nieuw middel van bestaan te geven. Reeds zijn verscheidene handen onder Paderewski's leiding aan het werk om vischkweekerijen op te richten. De vorige lente werd de laatste installatie in orde gebracht en een dertigduizend vischjes in de rivier uitgezet. Als deze onderneming slaagt zal allerhande soort visch in de Biala worden losgelaten.

De bevolking van deze rivier is slechts een van de honderd plannen, die Paderewski altoos bezig houden; nog onlangs bijv. kwam het voornemen bij hem op om zijn boeren de wijnbouwerij met voordeel te leeren uitoefenen. In menig opzicht zijn deze Oostenrijksche Polen, te midden waarvan hij leeft, zeer achterlijk, daar het eene geslacht precies de voetstappen van het andere drukt zonder iets te vorderen, gelijk hun wijngaarden bewijzen. Men laat de stammen zoo weelderig groeien als zij zelf verkiezen en geen middel werd tot nu toe aangewend om de vrucht te veredelen. Paderewski beproeft ook hierin verandering te brengen.

In de uitgestrekte wouden, die rondom het huis gelegen zijn, is in ruime mate wild aanwezig, en een verrukkelijk werk is het hier te jagen; ieder inwoner van Kosna heeft daartoe vrijheid maar Paderewski zelf neemt er nimmer deel aan.

De invloed van dezen kinderlijk eenvoudigen landheer doet zich ver buiten de grenzen van zijn eigen bezitting voelen. Van mijlen ver in het rond komen de landlieden om hem deelgenoot te maken van hun zorgen en bezwaren en allen hoort hij geduldig aan, hen den best mogelijken raad gevend. Dikwijls vervoegen zich deputatiën bij hem op het breede terras met grieven, die de meester alleen uit den weg kan ruimen; dan verlaat hij zijn werk en komt naar buiten en spreekt de verzoekers toe, zoodat ze weldra tevreden heengaan.

Dichtbij Kosna ligt een stadje van ongeveer 2000 inwoners; hier is in menig opzicht Paderewski's vriendelijk bestier merkbaar. Eenigen tijd geleden heeft hij hier een groot huis aangekocht en het ingericht tot een gezelschapslokaal voor de jongelieden van het plaatsje. Men vindt hier overvloed van couranten en tijdschriften, gezelschapsspelen van allerlei soort, terwijl ververschingen kunnen gekocht worden, waarvan de opbrengst den armen ten goede komt.

Paderewski's hoofd is even helder als zijn hart vriendelijk is. Hij bezit een kolossaal geheugen, dat het geheele repertoire van oude en moderne kunst in zich heeft opgenomen. Het is bijna onnoodig te zeggen, dat hij buitengemeen rijk is. Hij krijgt voor twintig minuten pianospelen een honorarium van 6000 gulden. Gedurende een kunstreis naar Amerika verdiende hij in vijf maanden bijna vier ton.

Hij is een uitstekend man van zaken, ook al zijn zijn manieren die van een kunstenaar; zelden schrijft hij een brief, nooit, indien hij eenigen anderen weg kan bedenken om zijn meening uit te drukken of indien hij iemand kan vinden om voor hem te schrijven: een brief is zijn laatste hulpmiddel. Een onnoemelijk aantal telegrammen verzendt hij in den loop van een jaar en de administratiën van Europa hebben dan ook een goeden klant aan hem. De sleutel van het leven van Ignatius Jan Paderewski is nimmer te weifelen wanneer hij een goede daad kan doen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken