Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1
Afbeelding van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.63 MB)

Scans (104.80 MB)

ebook (31.15 MB)

XML (2.32 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1

(1899)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Zierikzee.
Met illustratiën.
(Vervolg en slot van blz. 102.)

Thans overgaande tot eene nadere beschouwing der voornaamste gebouwen, heeft de St. Lievens Monstertoren, die reeds van verre den reiziger de plaats aanwijst waar Zierikzee ligt en een eind de Noordzee in, voor den mond der Oosterschelde, te zien is, het eerst recht op een bezoek. Hij verheft zich op het oude beplante kerkhof van de stad, waar eenmaal een trotsch kerkgebouw zijne daken omhoog beurde en nu een nieuw maar karakterloos bedehuis aan den stillen voet des torens de plaats inneemt van de ten jare 1832 jammerlijk door brand verwoeste Sint Lievens Monster, naar welke kerk hij zijn naam draagt.

Met ontzag ziet ge op tot die steenmassa en haar geschonden kruin.

Want het heeft geleden, dat gothisch gevaarte, meer nog door de hand des menschen, dan door den tand des tijds.

En als een echo veler eeuwen uit zijne ontzachlijke holle ruimte, klinkt het verhaal van zijn ontstaan en verdere lotgevallen u tegemoet. Dan verneemt ge, hoe in 1454 zijne grondslagen werden gelegd, dat een lid der geniale Mechelsche familie Keldermans zijn bouwheer was, dat de uitvoering van

illustratie
portiek st. lievens monstertoren.


het plan, met moed begonnen in een van weelde overvloeienden tijd, werd gestaakt in dagen van tegenspoed en achteruitgang, toen ramp op ramp Zierikzee trof en de toren, bestemd de hoogste der aarde te worden, (206 M.), slechts een vierde zijner grootte kon bereiken.

Minstens twintig of vijfentwintig jaren heeft men aan dit monument gebouwd, tot men, in hoop op betere tijden, door gemis van de noodige fondsen het werk liet steken bij den eersten omgang, toen eene som van f 94.566 verbouwd was.

Zooals de toren daar staat, heeft hij eene hoogte van 50 M. (278 treden) tot op het plat en van ± 58 M. tot de spits.

Niet altijd heeft men aan het gebouw het noodige geld voor onderhoud besteed of kunnen besteden. Zoodoende verviel de toren langzamerhand, en daar het bouwvallige òf ruw weggebroken òf onoordeelkundig bijgewerkt werd, vertoonde hij sedert het begin dezer eeuw een misvormden steenklomp, wat er niet op verbeterde, toen sedert 1840 een Grieksche (!) kroonlijst en een lage smakelooze moderne kap aangebracht werden. Na nog in 1855 met afbraak bedreigd te zijn geweest, nam het Rijk hem in 1881 van de Gemeente over en werd in 1883 de restauratie begonnen, die het voortbestaan des torens voor langen tijd verzekerd heeft. Die restauratie moest, de daarvoor bestemde, door Rijk en Gemeente gedragen som van f 38.445 in aanmerking genomen, voor zulk een kolossaal bouwwerk van beperkten omvang zijn. Zij heeft zich alzoo bepaald tot het herstellen der fraaie portiek aan den westkant, het afhakken en opmetselen van het zuidwest contrefort en het in den oorspronkelijken staat brengen tot de hoogte van de portiek, alsmede tot het afdekken van alle contreforten, het herstellen der noodige lijsten in zandsteen en hardsteen en het wegnemen der kroonlijst, die aan dit gothisch monument een allervreemdst uiterlijk gaf. De balustrade is geheel vernieuwd en eenigszins verlaagd, waardoor de kap beter uitkomt. Maar ook deze kap zagen wij gaarne door een hoogere spits vervangen, waardoor het voorkomen van het gebouw, dat door het wegnemen der kroonlijst rijziger is geworden, zeker nog vrij wat winnen zou.

Van Rijkswege alleen is in 1894, '95, '97 en '98 de restauratie nog voortgezet door het aanbrengen van zandsteenen raamwerk in de zes vensterbogen en van eene dito balustrade aan een omgang aan de binnenzijde des torens.

Moge het Rijk in het vervolg ook nog gelden beschikbaar stellen, om aan dezen toren de daarbij passende kap te schenken en hem alzoo dien vorm te doen verkrijgen, welken het voorgeslacht heeft gekend en dien wij, naar de bestaande afbeeldingen te oordeelen, uit een oogpunt van stijl moeten terugwenschen.

Van den St. Lievens Monstertoren tot de Nieuwe kerk heeft men slechts enkele schreden te doen. Zooals te voren reeds gezegd is, werd zij de plaatsvervangster der ten jare 1832 afgebrande prachtige

[pagina 108]
[p. 108]

St. Lievens Monsterkerk; maar opgetrokken in een tijd, toen de kerkelijke bouwkunst ingedommeld scheen, heeft zij een uiterlijk verkregen, dat, behalve het front, niet kan gezegd worden tot sieraad der stad te strekken. Toch heeft de Nieuwe kerk ruim f 156.000 gekost, en na de lijdensgeschiedenis van een zestienjarigen, vaak onderbroken bouw, werd zij op 21 Mei 1848 ingewijd.

Haar orgel, dat 5 November 1848 het eerst bespeeld werd, doet tot heden zijn makers, de heeren Kam en van der Meulen, nog alle eer aan.

Ten zuiden der kerk staat het Burgerweeshuis, dat een fraaie regentenkamer bezit met goudlederen behangsel, regentenstukken en andere schilderijen.

Naast en achter het weeshuis, aan het einde der Poststraat (in 1321 reeds voorkomende onder den naam Potstraat), staat de ten jare 1869 gestichte gemeentelijke hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus.

In de evenwijdig aan de Poststraat loopende Meelstraat (in

illustratie
de nieuwe kerk.


1319 als Middelstraat vermeld), bevindt zich de in 1825 gestichte en in 1888 geheel nieuw opgetrokken synagoge, het post- en telegraafkantoor, de kerk der Christelijk-gereformeerde gemeente en het stadhuis, welk laatste gebouw van zelf in het oog valt door den fraaien toren.

Vergeleken bij de raadhuizen van Middelburg en Veere is ons gebouw zeer eenvoudig en de twee renaissance gevels van het jaar 1554 bieden niets bijzonders aan. Door aanbouwing en vergrooting in verschillende eeuwen heeft het stadhuis zijn tegenwoordigen vorm verkregen. Het oudste gedeelte van het gebouw torst den fraaien toren, die als symbool van den alouden koophandel en zeevaart dezer stad een bijna levensgroot verguldkoperen Neptunusbeeld tot windwijzer voert.

Een zeer juist model van dezen toren vindt men op de bovenste verdieping van het stadhuis, waar eene uitnemend bewaarde zichtbare bekapping uit het midden der 16e eeuw nog aanwezig is. Hier hangt ook een met zeehondenvel overtrokken kano met een houten eskimo er in, gewapend met speer en pagaai.

De herkomst van dit eigenaardig voorwerp is duister. Hoogst waarschijnlijk zinspeelt het op de tochten, door Zierikzeeënaars in vorige eeuwen naar de Noordelijke zeeën volbracht. De overlevering, dat deze kano aan het Zeeuwsche strand is aangespoeld, wordt ook vermeld in de beschrijving van het tochtje, dat Victor Hugo in 1867 door dit gewest maakte, bij welke gelegenheid de beroemde man het stadhuis bezichtigde en den groeten toren beklom.

Op de eerste verdieping van het stadhuis vindt men o.a. de vergaderkamer van het Dagelijksch Bestuur en den Raad, alsmede het vertrek van den Secretaris, waar bezienswaardige schoorsteenstukken zijn, in de vorige eeuw door Gerards van Antwerpen vervaardigd in den trant van de Wit. De aangrenzende, in 1661 gebouwde, nu door den Burgemeester gebruikte kamer, heeft een fraai bewerkten schoorsteen van 1673, versierd met de wapens der plaatsen en heerlijkheden van Schouwen en Duiveland.

Het eens zoo rijke stedelijke archief is in 1811 grootendeels voor scheurpapier bij 't pond verkocht. Toch resten er nog belangwekkende stukken, o.a. de poorterboeken, beginnende met het jaar 1302. Het oudst in originali aanwezige charter is van 1274.

Voorts verdient ten Stadhuize nog bezichtiging eene fraaie zilveren renaissance drinkschaal van 1580.

Het uurwerk dateert van 1554 en het klokkenspel is in 1550-1554 door Pieter van den Ghein gegoten.

Niet ver van het Stadhuis staat in de Meelstraat nog een oud gebouw, gewoonlijk, hoewel ten onrechte, het huis der Tempelieren genoemd. Wellicht dateert deze gothische gevel, van onder zandsteen, van boven baksteen, uit de eerste jaren der 15e eeuw.

Op de Oude haven (in 1872 en 1891 gedeeltelijk gedempt) staat het 's Gravensteen, een oud grafelijk steenen huis, waar de baljuw en de rentmeester-generaal beoosten-Schelde zitting hield, dat reeds zeer vroeg tot gevangenis heeft gediend en nog als zoodanig in gebruik is. Het achterste deel dateert van 1358, het voorste uit den tijd van Karel V. De ankers in den karakteristieken voorgevel herinneren aan de wapensymbolen van het Bourgondische en Oostenrijksche gravenhuis.

Een eind verder staat de Kleine- of Gasthuiskerk, waarschijnlijk in de laatste helft der 14e eeuw gebouwd en in 1651 met eene gaanderij boven eene, nu ongebruikte, Beurs, vergroot. Sedert 1887 bezit dit kerkgebouw een orgel. Het dankt zijn naam aan het aloude, in 1814 afgebroken Gasthuis, dat er achter gelegen was.

Op het achterste dak der kerk staan twee torens, waarvan de eene een uurwerk en de andere een luiklok bevat.

Eenige huizen verder, naast het in 1643 gebouwde Vrijpoortje, vindt men een bezienswaardigen gevel van 1658 en in de daarachter gelegen Hooge Molenstraat staat het in 1878 geheel nieuw opgetrokken ruim en doelmatig Hervormd Diaconie-verplegingshuis.

Verder de Oude haven langs, die hier gedempt en tot plantsoen aangelegd is, treft men het gebouw der arrondissements-rechtbank en het Sint-Cornelia-Liefdehuis der Roomsch-Katholieke gemeente aan. Het zeer moderne front van laatstgenoemd gebouw verving een dertig jaar geleden den fraaien antieken voorgevel, waarvan toen de groote deur met hare kunstige basreliefs is weggebroken. Oudtijds heette het gebouw ‘de Groote Mossel’ en het strekte ruim drie eeuwen aan aanzienlijke families, o.a. de Huybert en de Witte van Haamstede, tot woning. In Juli 1540 logeerde Keizer Karel V er bij Lieven Jacobsz. de Huybert, in 1576 was dit huis het verblijf van den edelen Mondragon en in December 1813, na de verdrijving der Franschen uit Zierikzee, vertoefden er de door den Souvereinen Vorst afgezonden commissarissen, die de regeering op deze eilanden kwamen regelen. Door het nabijgelegen Mosselstraatje bezoekt men de Roomsch-Katholieke kerk, die uit het derde vierde der vorige eeuw dagteekent en welker eenigszins afgezonderde ligging aan den geest van dien tijd is toe te schrijven.

[pagina 109]
[p. 109]

Aan het einde der Oude haven rust het oog op twee poorten, de Noord- en de Zuidhavenpoort, waartusschen de haven onder eene ophaalbrug doorstroomt. Eerstgenoemde poort heeft aan de binnenzijde een renaissance dubbelgevel van 1559, maar het oudste gedeelte moet al in de 14e eeuw bestaan hebben. Uit dien tijd dagteekent ook de later vernieuwde Zuidhavenpoort, die met haar vijf torentjes zulk een teekenachtig voorkomen heeft en daarom zeer dikwijls is afgebeeld. Zij bezit een uurwerk en geeft over de voor haar liggende brug toegang tot den provincialen straatweg door Duiveland.

Behalve de twee genoemde poorten bezit Zierikzee nog een derde, de Nobelpoort, die zich met hare twee zware ronde torens statig aan de Noordzijde der stad verheft en weerspiegelt

illustratie
het stadhuis.


in de gracht aan haar voet. Wellicht is dit gebouw reeds vijf en een halve eeuw oud; de muren, uit groote moppen opgetrokken, zijn 1.30 M. dik en op eene der verdiepingen heeft de dienstdoende schutterij haar kruitmagazijn. De torens, waarvan de eene een achtzijdige en de andere een zestienzijdige spits heeft, zouden, volgens de overlevering, door twee adellijke dames, Anna en Maria, gesticht zijn.

Buiten de reeds vermelde openbare gebouwen, dienen nog genoemd te worden de in 1755 vergroote Luthersche kerk, welke een fraai orgel bezit, de kerk der Gereformeerde gemeente in de Sint-Domusstraat, mede van een orgel voorzien, het gebouw voor lijders aan besmettelijke ziekten, de societeit de Vereeniging met eene concertzaal en de gasfabriek.

De oude wallen der stad, sedert tientallen van jaren geslecht en in plantsoen herschapen, vormen met de aan de buitenzijde der grachten liggende beplante wegen een groenen krans van schoone wandelingen rond de bebouwde kom der gemeente.

Buiten de stad, dicht bij het in 1725 gebouwde steenen sas, dat in 1899 zal afgebroken en vervangen worden door een dam met uitwateringssluis in het Dijkwater, lag eenmaal de Zelke, een heuvel, ontstaan uit de weggeworpen asch der honderden zoutkeeten, die men in de middeleeuwen en nog later bij Zierikzee telde, in welke gebouwtjes het zout op eene eigenaardige wijze werd bereid. Die asch, als gezocht product voor glasblazerijen, was sedert eene eeuw voor deze gemeente een belangrijk handelsartikel en verschafte aan de stadskas jaarlijks rijke inkomsten. Maar ten slotte is deze bron ook uitgeput geraakt en heeft sinds 1895 opgehouden te vloeien.

Openbare pleinen in de gemeente zijn: het met boomen omringde Havenplein bij de Kleine kerk, het Kraanplein en de Balie, bij welk laatste des Donderdags de wekelijksche markt gehouden wordt.

Die marktdag is, het wordt met leedwezen vermeld, evenmin als de andere weekdagen, druk door handel of verkeer. Bezat Zierikzee vroeger verschillende middelen van bestaan: zoutzieden, visscherij, meênering, koopvaardij en landbouw, thans rest alleen laatstgenoemd bedrijf, benevens ééne zoutkeet en de kleinere takken van nijverheid.

Voor deze aloude stad, die eenmaal zoo bloeiend is geweest, maar nu door velerlei omstandigheden kwijnende is geworden, hopen wij, dat de nieuwe eeuw, aan wier drempel we haast staan, ook nieuw leven zal brengen. En zoo er naar eenig middel daartoe gevraagd wordt, we zouden in de eerste plaats willen wijzen op een beteren waterweg van Dordrecht naar zee door den Roompot, waardoor ook Zierikzee voordeel zou genieten en, zooal niet tot de gouden dagen van weleer, dan toch zeker tot zulk eene mate van welvaart zou teruggebracht worden, dat het zich zou kunnen blijven handhaven als, wat het altijd geweest is: de tweede stad van Zeeland.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken