Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1
Afbeelding van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.63 MB)

Scans (104.80 MB)

ebook (31.15 MB)

XML (2.32 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1

(1899)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De Vergaderplaats der Vredesconferentie.
Met illustratiën.

Het aantal dagen, dat ons

illustratie
de z.g. oranjezaal in het ‘huis ten bosch’.


nog scheidt van de Vredesconferentie, is luttel. Nu de gedelegeerden samenkomen op zoo historische nationale plaats, kwam het ons gewenscht voor onzen lezers van die plaats van bijeenkomst wat te vertellen, op gevaar af enkelen mede te deelen, wat hun reeds bekend was.

Het Huis ten Bosch, oorspronkelijk genaamd het Huis in het Bosch of de Oranjezaal, is eene stichting van Frederik Hendriks gemalin, Amalia van Solms.

Den 2den September 1645 legde de Koningin van Bohemen - hij wie Amalia voorheen staatsjuffer was geweest en met wie zij in April 1621 na den ongelukkigen slag op den Wittenberg bij Praag naar Holland gekomen was - met groote plechtigheid den eersten steen van het gebouw, dat bij het overlijden van Frederik Hendrik, den 14den Maart 1647, zijne voltooiing naderde.

Doch die dood van den edelen Prins dompelde Amalia in diepen rouw; twee en twintig jaren had zij met hem in een hoogst gelukkigen echt doorgebracht. Niet alleen liefde, maar tevens ware hoogachting en oprechte waardeering van zijn heldenmoed, zijne voortreffelijke eigenschappen, zijn beminnelijk karakter vormden den band, die haar steeds zoo innig aan hem verbonden had, en maakten den slag, die haar nu trof, nog te pijnlijker en te zwaarder. Zijne nagedachtenis te vereeren, voor zijne groote daden en verdiensten aan den lande bewezen - waarvan hij de vruchten niet tot volle rijpheid had mogen zien komen, doch die door het sluiten van den Munsterschen vrede in het volgende jaar zoo glorierijk bekroond werden - een blijvend en zichtbaar monument op te richten, dat nog na eeuwen den nazaat zoude verkondigen, wat hij voor 't Vaderland had gewrocht; de kunst in een harer schoonste en voortreffelijkste uitingen dienstbaar te maken aan de verheerlijking van den ontslapen en diep betreurden echtgenoot; in één woord: hem een Mausoleum te stichten zijner en harer waardig, - dat

[pagina 222]
[p. 222]

denkbeeld vervulde de fiere vrouw van stonde af aan; daartoe hare stichting, haar zomerverblijf bij uitnemendheid, het laatste geschenk als het ware, dat zij uit zijne hand ontvangen had, dienstbaar te maken, was wel is waar geene oorspronkelijke vinding van haar zelve - daar Maria de Medicis een soortgelijk ontwerp jaren te voren in het palais du Luxembourg te Parijs ter eere van haren overleden gemaal Koning Hendrik IV door het beroemde penseel van Rubens had doen uitvoeren -, doch is in elk geval eene hulde, die de ontslapen Vorst ongetwijfeld verdiende, en die zoo geheel de Vorstin kenteekent, die onder de edelste en begaafdste Prinsessen van ons Vorstenhuis en onder de beroemdste vrouwen harer eeuw eene eereplaats inneemt.

De groote achthoekige zaal, die het middelpunt van het nieuwe Huis in 't Bosch uitmaakte en aanvankelijk tot receptiezaal bestemd, moest tot dit einde worden ingericht en de grootste schilders der 17de eeuw werden opgeroepen, om hunne talenten ten toon te spreiden in de uitwerking en verwezenlijking van de grootsche gedachten der begaafde vorstin.

Doch niet alleen aan haar, die de oorspronkelijke gedachte het leven schonk, en aan de kunstenaars, die de details zoo meesterlijk hebben uitgewerkt, danken wij het zeldzame kunstgewrocht, dat niet alleen als een gedenkteeken voor een onzer voortreffelijkste Oranjevorsten, maar tevens als een monument der kunst niet anders dan met den diepsten eerbied en de grootste bewondering kan aanschouwd worden. Zoowel Jacob van Campen, als Constantijn Huyghens hebben, nevens Amalia van Solms en de schilders, die haar heerlijk denkbeeld verwezenlijkt hebben, hun naam door de stichting van de Oranjezaal vereeuwigd.

Jacob van Campen, te Amersfoort geboren, de grootste bouwmeester zijner eeuw, aan wien o.a. het paleis, vroeger stadhuis, te Amsterdam zijn aanzijn verschuldigd is, was bij alle bouwplannen van Prins Frederik Hendrik de uitwerker en tevens de uitvoerder der ontwerpen. Ook het Huis in 't Bosch was onder zijn opzicht en zijne leiding door den bouwmeester Pieter Post in 't leven geroepen. Maar Van Campen was bovendien een beroemd schilder. Voor al de doeken, die de Oranjezaal versieren, teekende hij de schetsen, gaf hij aan de onderscheidene schilders de noodige instructies en aanwijzingen, waardoor er in al de schilderstukken, door verschillende handen vervaardigd, zulk een eenheid in opvatting en gelijkheid in uitvoering ontstond, alsof alles door een zelfde persoon is verricht. Al heeft Van Campen zelf voor de Oranjezaal geen penseel op 't doek gezet, toch valt zijn geest, zijn genie daarin niet te miskennen en heeft hij voorzeker ook ruimschoots zijn aandeel in het bewonderenswaardig effect, dat het geheel teweegbrengt.

En Constantijn Huyghens, de beroemde dichter en staatsman, de geheimschrijver en rechterhand van den Prins, was niet minder de voortdurende vertrouweling zijner vrouw. Hij was de man die met Van Campen het denkbeeld der Prinses in detail uitwerkte; die aan de grootsche gedachten geest en leven gaf; die door zijne verstandelijke bemiddeling vrede en eensgezindheid wist te bewaren tusschen Van Campen en de verschillende schilders; die de Latijsche opschriften vervaardigde; die in de vijf jaren van 1647-52, dat het in orde maken der zaal duurde, honderden brieven schreef over dit onderwerp en steeds de tusschenpersoon was, zonder wiens beleid de zaak nimmer tot een gewenscht einde zoude gekomen zijn.

Al de meesterstukken te beschrijven, zelfs maar op te noemen, gedoogt ons bestek weder niet; trouwens die beschrijving is elders te vinden, en de Oranjezaal is alweder een van die zaken, die men niet uit eene beschrijving kan en mag leeren kennen; persoonlijke bezichtiging is ook hier voor ieder Nederlander, die ook maar eenige liefde voor zijn Vorstenhuis en zelfs maar een greintje gevoel voor de kunst bezit, een door de piëteit hem opgelegden plicht, waaraan hij zich niet onttrekken mag, indien de omstandigheden hem dit niet bepaald beletten.

Negen beroemde schilders hebben hunne talenten aan dit Mausoleum tentoongespreid; hunne namen mogen niet onvermeld blijven, want zij zijn waardig algemeen gekend te worden. Vele hunner doeken in de Oranjezaal zijn meesterstukken van onschatbare waarde; hun gezamenlijk werk is een eenig kunstgewrocht zonder wederga, dat het zijne er toe heeft bijgebracht, om de Hollandsche schilderschool der 17de eeuw wereldberoemd te maken, terwijl het bovendien, èn voor onzen nooit volprezen stadhouder Frederik Hendrik, èn voor zijne onvergetelijke echtgenoote een blijvenden lauwerkrans heeft gevlochten, die de nazaat ongetwijfeld met rechtmatigen trots steeds in eere zal houden.

Het hoofdtafereel is het kolossale doek - recht tegenover den later gemaakten hoofdingang der zaal, waar aanvankelijk een schoorsteen was aangebracht - door Jacques Jordaens uit Antwerpen geschilderd; het stelt den triumf van Frederik Hendrik voor en maakt een overweldigenden indruk. De Prins, op wiens gelaat heldenmoed en beminnelijkheid te lezen staan, komt aangereden op een gouden zegewagen, getrokken door vier prachtige witte paarden, die door Pallas en Mercurius worden geleid. Rechts van de paarden gaan twee leeuwen, als zinnebeelden van heerlijkheid en kracht, links twee honden, de waakzaamheid en de trouw voorstellende. Achter den wagen rijdt zijn zoon Prins Willem II aan het hoofd eener schitterende ruiterbende. Uit de wolken daalt de godin des vredes met palmtakken in de hand, terwijl engeltjes eene gedenkrol ontvouwen, waarop in 't Latijn te lezen staat: ‘de schoonste overwinning is die, welke den vrede brengt.’ Aan weerszijden van dezen zegetocht zijn bronzen standbeelden geschilderd, voorstellende Prins Willem I en Prins Maurits; op den voorgrond strooien jonge meisjes bloemen voor den overwinnaar, wiens moedige paarden twee slangen, die bezig zijn elkander te verscheuren, op den grond vertrappen. Rechts op den achtergrond ziet men den dood, wien door de Faam bevolen wordt den held te sparen, als zinnebeeld van den onsterfelijken roem des Prinsen. Dit zijn de hoofdfiguren dezer prachtige allegorie, die nog door eene menigte bijzaken, Latijnsche opschriften enz., door Jordaens tot in de grootste volkomenheid is uitgewerkt en zijn naam vereeuwigd heeft. Nevens dit hoofdtableau komen vooral in aanmerking de schilderstukken van Theodorus van Tulden uit 's Hertogenbosch, evenals Jordaens een leerling van Rubens, den grooten in 1640 ontslapen meester, die hij onder zijn toezicht voorheen had laten medewerken aan de versiering van het Palais du Luxembourg, waarvan boven sprake was. De beide doeken: ‘de cyclopen in de werkplaats van Vulkanus wapens smedende’ en ‘Venus met hare nymphen de vervaardigde wapens uitzoekende en ophangende,’ zijn meesterstukken, die onmiddellijk aan het werk van Rubens zelf doen denken en zelfs daarvoor meermalen zijn aangezien.

De zaal bevat voorts verschillende voorstellingen van merkwaardige gebeurtenissen uit het leven van Frederik Hendrik, als: zijne geboorte, door Cesar van Everdingen vervaardigd, een juweel van coloriet, stoutheid van samenstelling en juistheid van opvatting; voorts de Prins in zijn jongelingsjaren onderwijs ontvangende van Minerva en Mercurius, geschilderd door Van Tulden; vervolgens eene allegorie op het huwelijk des Prinsen, waarin hij zelf en zijne bruid de hoofdpersonen zijn, een der beste voortbrengselen van het penseel van Gerard Hondhorst, die zeer vele portretten van den Prins en zijne gemalin geschilderd heeft en als het ware de familieschilder van dit vorstelijk echtpaar kan genoemd worden; verder de aanbieding van het Stadhouderschap aan den Prins na den dood zijns broeders, eene prachtig geacheveerde allegorie van Van Tulden, enz. enz.

Wij moeten ons thans het genoegen ontzeggen om van nog meerdere kunstschatten, die de Oranjezaal versieren, gewag te maken; wij stipten er slechts enkele aan, voorzeker

[pagina 223]
[p. 223]

niet de minst schoone, doch ook volstrekt niet alleen diegenen, die ook in dit opzicht vermeldenswaardig zijn. Behalve nog meerdere voorstellingen uit 's Prinsen leven, bevat de zaal nog het portret van Amalia zelve met hare dochters; groote triomphale optochten, doelende zoowel op de overwinningen van den Prins, als op die in Brazilië door Johan Maurits van Nassau, de Braziliaan - stichter van het Mauritshuis in Den Haag - die zonder twijfel ook zijne medewerking en voorlichting bij de stichting dezer zaal heeft ten beste gegeven; voorts tal van allegorieën van allerlei aard, waarbij steeds, naar het gebruik van dien tijd, de mythologie sterk op den voorgrond treedt; eindelijk wapenherauten, geslachtswapens, arabesken, enz.

Uitgenomen de reeds genoemde schilders hebben aan dit kunstgewrocht nog medegewerkt: Pieter Soutman, ook een leerling van Rubens, Salomon de Bray, Jan Lievens, Pieter de Grebber en Cornelis Brizé, allen corypheeën van de Hollandsche en Vlaamsche schilderschool.

Het geheel wordt gekroond door het portret van de stichteres, in weduwenrouw gehuld, bovenop het plafond van den koepel met een Latijnsch opschrift, dat in het Hollandsch luidt: Amalia van Solms, de troostelooze weduwe, heeft voor haren onvergelijkelijken Frederik Hendrik, Prins van Oranje, dit hem alleen waardig gedenkteeken van haren eeuwigdurenden rouw en liefde opgericht.

De leidende gedachte, die in al deze schilderstukken zonder twijfel overal sterk doorstraalt en die de vrouw kenmerkt, van wie het denkbeeld uitging, en haar vooral tot eere strekt, is: haar ontslapen echtgenoot te vereeren als oorlogsheld en krijgsman, niet ter wille van den oorlog en uit liefde voor den krijg, maar ter bereiking van den vrede, en deze gedachte is even lieflijk als waar; één jaar na 's Prinsen dood toch werd zijn werk door den Munsterschen vrede heerlijk bekroond.

Toen in 1652 het Mausoleum geheel gereed was, werd op aanraden van Huyghens, niet alleen deze zaal, maar het geheele gebouw gedoopt met den naam van Oranjezaal, en het werd dan ook tot in onze eeuw steeds zoo genoemd; toen kwam eerst de nu algemeen gebruikelijke benaming ‘Huis in 't Bosch’ daarvoor in de plaats.

Amalia van Solms vertoefde des zomers doorgaans op de Oranjezaal en wijdde, na den vroegtijdigen dood haars zoons Willem II, al hare zorgen en krachten aan de opvoeding haars kleinzoons, den jeugdigen Willem, en aan de bevordering van zijn toekomstig herstel in de waardigheden zijner voorouders; terwijl zij nog voor haar dood (8 September 1675) de voldoening mocht smaken haar levensdoel in dit opzicht bereikt te zien en de overtuiging met zich mede in het graf te kunnen nemen, dat ook deze telg van den ouden Oranjestam den grooten naam zijner vaderen in eere zoude houden.

Over de verdere lotgevallen van het Huis in 't Bosch moeten wij kort zijn, evenals wij aan de verleiding moeten weerstand bieden, om onze lezers rond te leiden door de vele prachtig gestoffeerde kamers en zalen, die, behalve de Oranjezaal zelve, nog aldaar te bezichtigen zijn.

Prins Willem III vertoefde na zijne verheffing tot het Stadhouderschap, voor zoover wij weten, nimmer op dit buitenverblijf; de Veluwe en het Loo trokken hem meer aan, doch zijne vrouw gaf er in December 1686 een schitterend feest, en de aanblik, die de Oranjezaal toen gedurende het bal vertoonde, is voor ons bewaard gebleven op eene keurige plaat, door Marot vervaardigd en aan de Prinses opgedragen.

Prins Willem IV liet het Huis uit- en inwendig aanzienlijk veranderen en vergrooten en er de beide zijvleugels aanbouwen; o.a. werd de vestibule vergroot en een vertrek daarboven tot Anglikaansche kapel ingericht. Hij was des zomers veel en gaarne op dit lustslot, en blies er ook den 22sten October 1751 den laatsten adem uit.

De Prinses-douairière bleef er met hare kinderen in het gunstige jaargetijde verblijf houden, en het was geen wonder, dat Willem V, die daar in zijne jeugd zoovele aangename uren gesleten had en er den 5den Juni 1752, op vierjarigen leeftijd, met groote plechtigheid, de insignes van Ridder van den Kouseband ontving, daar ook in latere jaren eveneens dikwijls vertoefde. In 1766 liet hij door den schilder Jan van Dijk al de schilderijen in de Oranjezaal opmaken en ‘in hun vroegere luister herstellen’, en in het volgende jaar gaf Van Dijk eene uitvoerige beschrijving dezer meesterstukken in het licht, die later nog driemaal, verbeterd en vermeerderd, is herdrukt geworden.

Ook gaf Willem V in 1782 op de Oranjezaal een prachtig feest ter eere van den Grootvorst en de Grootvorstin van Rusland, en hield er meermalen open tafel, waarbij, volgens gebruik van dien tijd, de Hagenaars en anderen konden komen, om hem en zijn gezin te zien eten.

Met de Revolutie brak ook voor het Huis in 't Bosch een tijd van angst en beroering aan. De kostbare meubels werden te gelde gemaakt en een gedeelte van het fraaie schilderijenkabinet van den verdreven stadhouder verhuisde naar Frankrijk. Door de bemoeiingen van den agent van financiën, de heer Gogel, werd echter tijdens de Bataafsche Republiek uit 's Prinsen nog aanwezige schilderijen en andere van verschillende plaatsen bijeengebrachte stukken eene Nationale Galerij gevormd, die op de Oranjezaal, onder directie van den schilder Waldorp ter bezichtiging werd opengesteld. Een ander gedeelte van het gebouw werd ingericht tot een soort van koffiehuis, dat in geen al te goeden reuk van zedelijkheid stond, terwijl eenige vertrekken bovendien van 22 Januari tot 14 Juli 1798 nog tot gevangenis verstrekten voor 21 leden der Nationale Vergadering, die van al te groote gematigdheid in hun staatkundig streven hadden blijk gegeven. Om deze heeren het uitklimmen en het vrije uitzicht te beletten, werden er zelfs koekoeken tegen de vensters getimmerd. Gelukkige Amalia, dat gij dit alles niet hebt beleefd en ook nimmer tijdens uw leven hebt kunnen droomen!

Doch ook die tijden gingen gelukkig voorbij en de Raadpensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck herstelde alles weder op den ouden voet en liet ook in de Oranjezaal den schoorsteen wegbreken en vervangen door een prachtige dubbele deur, die sedert de hoofdingang werd. Hij hield ook zelf af en toe verblijf op dit lusthuis, en zijn opvolger Koning Lodewijk Bonaparte heeft er eveneens eenigen tijd residentie gehouden, terwijl het tijdens de inlijving bij het Fransche Keizerrijk werd bewoond door den Gouverneur-Generaal Lebrun, Hertog van Plaisance.

Toen na den val van Napoleon I het Oranjehuis wederom den Vaderlandschen bodem betrad, werd ook de Oranjezaal geheel in eere hersteld. Koning Willem I, die er het eerste levenslicht heeft aanschouwd, verwijlde er gaarne, en bekend is het, hoe hij behagen schepte in eenzame morgenwandelingen in het oude en statige Haagsche Bosch. Maar toen hij in 1840 van den troon afstand deed en het land verliet, stond het Huis in 't Bosch weder geruimen tijd ledig, totdat in latere jaren onze Koningin Sophie, Zijner Majesteits eerste gemalin, het tot hare geliefde zomerresidentie uitkoos.

Sedert bleef het Huis ten Bosch onbewoond.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken