Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 4 (1902)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 4
Afbeelding van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (23.08 MB)

Scans (84.41 MB)

ebook (24.79 MB)

XML (2.41 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 4

(1902)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Uit de muziekwereld.

In een Duitsch tijdschrift, ‘Bühne und Welt’, wordt een berichtje van Iffland over een bezoek, dat hij den grijzen componist Jozef Haydn bracht, aan de vergetelheid onttrokken.

Iffland kwam in den zomer van 1807 naar Weenen om daar gastvoorstellingen te geven. Bij deze gelegenheid wenschte hij Haydn te leeren kennen, die reeds hoogbejaard en bijna voortdurend ziek was, waardoor hij zijn klein huis in de Weener voorstad Gumpendorf bijna in 't geheel niet meer verliet. Heinrich Schmidt, een leerling van Goëthe, stelde Iffland aan Haydn voor. Het bezoek had den 7den September 1807 plaats. Toen Schmidt en Iffland Haydn's kamer binnentraden, zat de beroemde componist met het gelaat naar het venster gekeerd, in de eene hand zijn hoed, in de andere zijn kruk en een bloemruiker. Een bediende stond achter zijn stoel.

‘Haydn,’ zoo schrijft Iffland, ‘maakte een beweging om op te staan, waarbij de bediende hem behulpzaam was, en zoo trad hij ons eenige schreden tegemoet, waarbij hij met moeite het eene been na het andere tot zich trok.

Hij haalde moeilijk adem, waarom wij dadelijk een gesprek begonnen, waarop hij niet behoefde te antwoorden, zoodat hij den tijd had, weer wat bij te komen. Hij keek dikwijls naar de bloemen in zijn hand. ‘Ik schenk tegenwoordig al mijn aandacht aan de natuur,’ sprak hij. ‘Ik kan niet anders.’ Het scheen wel of hij wilde gaan huilen.

‘“Die Jahreszeiten”,’ ging hij eenigszins heftig voort, ‘hebben het mij gedaan; ‘ik zou willen, ik zou willen -’ tevergeefs zocht hij uitdrukking te geven aan zijn gedachte en bewoog zich onrustig heen en weer.

De bediende keek hem vriendelijk, smeekend aan.

‘Hm, het is waar, ge hebt gelijk,’ sprak Haydn. ‘Het is voorbij en afgedaan en “Die Jahreszeiten” zijn er de schuld van. Ik heb mijn heele leven hard moeten werken.’

Verder vertelde hij, dat hij bij de familie Michaël vroeger zeer hoog gewoond had en dagelijks een groot aantal trappen op en af had moeten loopen. Op zijn borst wijzend, voegde hij erbij: ‘Ziet ge, dat breekt me nu op, maar het is een nederlaag met eere; ik heb hard moeten werken, maar God heeft geholpen.’

Toen Iffland vertelde van een voortreffelijke mis van Haydn, die hij daags te voren te Eisenstadt had hooren uitvoeren, sprak de componist met groote levendigheid over zijn kerkmuziek; hij was zoo in vervoering geraakt, dat hij, zonder het te wéten, hoed en kruk had weggelegd en zoo

[pagina 64]
[p. 64]

sterk gesticuleerde, alsof hij zich weer aan het hoofd van een orchest bevond.

Spoedig evenwel werd hij weer door zwakte overmand. Iffland vertelde hem welk een bijval de ‘Schöpfung’ te Berlijn gehad had; dat zij met geestdrift ontvangen was, en dat een opvoering voor een liefdadig doel meer dan 2000 thaler had opgebracht. Haydn keek hem aan en sprak langzaam: ‘Meer dan 2000 thaler! Voor de armen zooveel geld. Hoort ge het wel?’ ging hij voort, zich tot zijn bediende wendend, ‘mijn werk heeft den armen een goeden dag bezorgd, dat is heerlijk!’

Hij werd weer zeer opgewekt en sprak na een poosje: ‘Ik zal u eens wat voorspelen, als ge wat van mij hooren wilt.’ Hij keek naar zijn instrument. ‘Ik kan niet veel meer! Ge zult mijn laatste compositie hooren; ik heb ze gemaakt, drie jaar geleden, toen de Franschen nabij Weenen kwamen.’

Hij stond op, reikte den bediende den arm, en wij vergezelden hem alle drie naar de piano. Hij zette zich neer en sprak: ‘Het lied heet: “God behoede Frans den Keizer”.’ Hierna speelde hij de melodie geheel door; toen bleef hij een poosje vóór het instrument staan, legde beide handen er op en sprak op den toon van een patriarch: ‘Ik kan niet nalaten het iederen dag ééns te spelen; dat deed ik reeds eenigen tijd, en in tijden van onrust is het mij dikwijls tot kalmte en troost geweest. Het is mij zoo wel te moede, als ik het speel.’

Hij duidde aan, dat hij zijn plaats aan het venster weer wilde innemen; de bediende gaf, zonder dat Haydn het bemerkte, den bezoekers een teeken, dat zij weg zouden gaan.

Hij nam afscheid van hen met de woorden: ‘God zij met u, het ga u goed!’

Iffland verzocht hem om een bloem uit zijn ruiker. Haydn gaf hem het geheele bouquet, drukte den kunstenaar in zijn armen, en zei met gebroken stem: ‘Adieu!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken