Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 4 (1902)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 4
Afbeelding van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (23.08 MB)

Scans (84.41 MB)

ebook (24.79 MB)

XML (2.41 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 4

(1902)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe olifanten werken.
Met illustratiën.

Mag men de verhalen uit de grijze oudheid gelooven, dan verstonden de menschen toen reeds de kunst om olifanten te temmen en den loggen dieren alles te laten doen wat hun meester verkoos. Sedert dien tijd evenwel is er op dit ondermaansche heel wat veranderd,

illustratie
hoe een olifant een ijzeren cylinder voortrolt.


en ook de kunst om wilde olifanten te vangen en te temmen is heel anders geworden.

Terwijl men in vroeger tijd honderden menschen bij elkaar riep om de wilde olifanten te omsingelen en door luid geschreeuw in een afgesloten ruimte te drijven, waar ze gevangengenomen werden, stelt men er zich thans mee tevreden een tammen ‘leermeester’ uit te zenden teneinde zijn wilde broeders af te halen en binnen te leiden. De op die wijze buitgemaakte olifanten leggen, reeds door het samenzijn met tammen, hun wildheid spoedig af, zoodat hun verdere tammaking en dressuur slechts een kleinigheid is.

Het africhten als werkdier wordt doorgaans ook aan de tamme olifanten overgelaten. Is namelijk de buitgemaakte woesteling eenigszins aan zijn nieuwe positie gewoon, dan volgt hij uit een aangeboren lust om alles na te bootsen den tamme, en doet alles vrijwel zooals hem wordt voorgedaan.

Het werk, dat een olifant verrichten moet, is natuurlijk iets wat ons begrip te boven gaat, want wat honderd menschen nauwelijks doen kunnen, is voor dit reuzendier een kleinigheid.

Het meest worden de olifanten gebruikt bij den bouw van spoorwegen en bruggen, waarbij zware lasten over groote uitgestrektheden gedragen moeten worden; doch ook bij het leger doen ze meermalen dienst, daar twee van deze dikhuiden met gemak een kanon voorttrekken, voor welks voortbeweging men soms van tien tot veertien sterke paarden noodig heeft.

Hoe lomp een olifant er ook uitziet, toch weet hij van zijn reuzenkracht heel goed gebruik te maken; van zijn langen snuit heeft hij dikwijls meer gemak dan wij van onze handen, en waar hij met dit lichaamsdeel niet voldoende vooruitkomt, daar maakt hij gebruik van zijn kop en overwint alle hinderpalen.

Wat hem ten slotte nog zeer ten goede komt is, dat hij niettegenstaande zijn groot gewicht in reusachtige gestalte,

[pagina 69]
[p. 69]

bizonder lang en ook zeer hard loppen kan en bovendien een goed zwemmer is.

Daarbij komt nog, dat hij onder zekere omstandigheden ook een verstandig werker is. De ouden reeds wisten, dat de olifant niet van verstand ontbloot was, en kenden hem daarenboven

illustratie
hoe olifanten een balk opheffen.


een zekere mate van sluwheid, maar ook van goedmoedigheid en trouw toe.

Zoo maakt men bijv. in Indië van den olifant gebruik als trouw huisdier, dat men kleine kinderen kan toevertrouwen, die hij laat wandelen en bewaakt; wij zien hem daar ook in veld en bosch bezig, overal dat werk verrichtend, hetwelk verstand, geduld, ja zelfs dikwijls scherpzinnigheid eischen. Al is dat werk ook nog zoo zwaar, toch blijft het reuzendier in een goed humeur, en weet dikwijls door zijn dwaze invallen de menschen op te vroolijken. Zelfs uit zijn kleine oogen spreekt de schalk, die allerlei gekke streken in den zin heeft. Dit geldt evenwel niet voor alle soorten olifanten, evenmin als men iederen olifant voor arbeidsdoeleinden gebruiken kan.

Terwijl bijv. tot heden de Indische olifant (die uit Ceylon komt) bewezen heeft een goed werkdier te zijn, is de Afrikaansche in deze richting volstrekt niet

illustratie
na gedanen arbeid. maaltijd der olifanten.


te gebruiken; het is althans nog niemand gelukt een Afrikaner als werkdier aan te wenden.

Bij het werk moet iedere olifant zijn eigen geleider hebben. Deze loopt naast het dier, dat hij bij den snuit houdt, of zit op diens kop, terwijl hij het door roepen of met een ijzeren met weerhaken voorzienen staf aanzet. Eenige krachtige slagen op den kop of snuit zijn doorgaans voldoende; is dit niet het geval, dan wordt de staf in den snuit gehaakt en het dier op die wijze op den rechten weg gebracht. Is het werk afgeloopen, dan wordt, zooals op ons plaatje te zien is, gemeenschappelijk de maaltijd gebruikt. De geleiders hurken voor de dieren neer, en deze laatsten beginnen langzaam en vol aandacht te eten, wat zeer veel tijd vordert, want wat een olifantenmaag verdragen kan, grenst aan het wonderbaarlijke.

Een onzer afbeeldingen doet ons ook zien hoe een olifant aan boord van een schip geheschen wordt. Meer dan honderd handen zijn in de weer om het groote dier met touwen en stoomkraan op te heffen en naar dat deel van het schip te brengen, waar men een goede standplaats voor hem ingericht heeft. Deze luchtvaart schijnt hij nogal aardig te vinden, want was het hem onaangenaam, dan zou hij zijn snuit rechtuit steken of opheffen, en ten teeken van zijn rechtmatigen toorn, hard brullen. Zoolang een olifant zijn snuit laat hangen, is het een bewijs dat hij goed gehumeurd is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken