Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1784 (1784)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.26 MB)

XML (0.04 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1784

(1784)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1766-1800]–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Programma van de Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leyden.
Voor het jaar 1784.

De Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leyden heeft, in haare Jaarlijksche Vergadering, gehouden op den 29sten van Zomermaand dezes Jaars 1784., tot Lid aangenomen den Wel Ed. Heer Everhard van Driel, Histor. & Eloq. Lector, en Rector der Latijnsche Schoole te ter Goes.

 

De Maatschappy heeft dit Jaar geene Verhandelingen bekroond, maar besloten de twee volgende Vragen nogmaals optegeven, om beantwoord te worden voor den eersten van Wijnmaand des Jaars 1786,

‘Dewijl de Hollandsche Steden, onder de Graaflyke Regeering, steeds in aanzien en vermogen zijn toegenomen, in zoo verre, dat men in verscheide Charters, rakende zaken van veel gewicht, dezelve nevens de Edelen en Raden gemeld vindt, zo tot het beramen der zaken, als het bezegelen der brieven; is daar door eenige vermindering of bepaling van de Macht, welke de Graven eertijds geoeffend hebben, ontstaan?’
[pagina 2]
[p. 2]

En

‘In hoe verre moet men zich, in het opmaken van de regels onzer Nederduitsche Tale, houden aan de Oude, in hoe verre aan de Hedendaagsche Taalgebruiken? en in hoe verre moet men de verwantschapte Dialecten; en in hoe verre de Reden daar in te hulpe nemen?
‘Dewijl de regels onzer Tale op de Analogie gebouwd moeten zijn, en die Analogie niet is nategaan, ten zy men niet alleen de beste latere, maar ook de oude Schryvers en de verwantschapte Talen naauwkeurig raadplege, de verloopen niet alleen, maar ook de langzame veranderingen waarneme, waartoe de reden zeer veel zal moeten toebrengen; bedoelt de Maatschappy, dat in de beantwoording dezer Vrage, bepaaldelijk worde aangewezen, in hoe verre het gebruik der Oude en Latere Schyvers, in hoe verre de Dialecten, in hoe verre de Reden de grond van iedere taalregel behoort te zijn.

Ook heeft zy de volgende Vrage opgegeven, om beantwoord te worden voor den eersten van Wijnmaand des Jaars 1786.

‘Welk een invloed heeft de toenemende Koophandel der Republiek, van derzelver oprichting af, gehad op de Physiquen, en Politiquen staat van het Land; op de Denkwijze, Zeden en Taal der Ingezetenen?’

In het vorige Jaar is deze Vrage opgegeven, om beantwoord te worden voor den eersten van Wijnmaand des Jaars 1785.

‘Welke zijn de gronden, waaruit een Nederduitsche Spraakkunst behoort te worden opgemaakt?’
[pagina 3]
[p. 3]

Voor den eersten van Wijnmaand dezes Jaars verwacht de Maatschappy de antwoorden op de volgende Vrage, in het Jaar 1782 opgegeven:

‘Welke zijn de kenmerken van waar en valsch vernuft? en welke zijn de behoedmiddelen tegen het laatste?’
‘De Maatschappy verlangt, byzonderlijk, het onderscheid tusschen waar en valsch vernuft niet alleen beredeneerd; maar ook door voorbeelden uit de beste Dichters opgehelderd te zien.’

Het staat een ieder vry, ook den Leden der Maatschappye, om naar den prijs te dingen: alleenlijk worden de Gekommitteerden ter beoordeelinge der ingekomene Verhandelingen van die vryheid uitgeslooten.

 

Aan den genen, wiens Verhandeling de beste, en aan het oogmerk der Maatschappye voldoende gekeurd zal worden, biedt de Maatschappy een gouden Penning aan ter waarde van Honderd en Vijftig Guldens.

 

De Verhandelingen moeten zijn in de Nederduitsche of Latijnsche Taal, met eene duidelyke hand van iemand, die geen Lid der Maatschappye is, afgeschreven. Iedere Verhandeling moet, met een Zinspreuk geteekend, besloten worden in een verzegelden omslag, welke den Titel en de Zinspreuk der Verhandeling ten opschrift heeft. Hier by moet gevoegd worden een gezegeld Briefje, in het welk de naam, waardigheid en woonplaats van den Schryver, en boven op het welk de Zinspreuk den Verhandeling geschreven is.

 

Het een en ander moet in een buiten omslag, ten tyde, hier boven bepaald, bezorgd zijn in handen van den tegenwoordigen Secre-

[pagina 4]
[p. 4]

taris der Maatschappye Jan de Kruyff, of den Briefschryver Mr. Jacob Arnout Clignett, beide woonende te Leyden.

 

Voor het overige zijn de Wetten, volgens welke de Maatschappy naar eenen Prijs laat schryven, te vinden in het tweede Deel van de Werken der Maatschappye.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken