Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1807

XII.

Tot Leden zijn verkozen de Heeren Mr. J.H. Appelius , Secretaris Generaal van den Staatsraad van Zijne Majesteit, den Koning van Holland, in den Haag ; J.W. Bussingh , Predikant te Gouda; S. Dassevael , Griffier van de Staatskanselarij, in den Haag; Desprez , Lid van den Staatsraad en Consul Generaal van

[p. 25]

Zijne Majesteit, den Koning van Holland, te Parijs; E. Epkema , Rector der Latijnsche Scholen, te Hoorn; J.J. von Esschenburg , Hofraad en Hoogleeraar in de fraaije Letteren aan het Hertoglijk Carolinum, te Brunswijk; ... Flamend , Opzigter van de Koninklijke Bibliotheek, in den Haag; Mr. J.A. de Mist , Landdrost van het Departement Maasland, in den Haag; Mr. J.H. Mollerus , Minister voor de Binnenlandsche Zaken van Zijne Majesteit, den Koning van Holland, in den Haag; G. van Olivier , Lid van de Hoofd-Commissie tot de Verpondingen, in den Haag; Ch. Pougens , te Parijs; H. van Royen , Lid van den Koninklijken Staatsraad, in den Haag; J. Stinstra , Curator der Hooge Schole, te Franeker; Mr. J. van Styrum , Landdrost van het Departement Amstelland, te Haarlem; Jer. de Vries , te Amsterdam; C.J. Wenckebach , Secretaris Generaal van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, in den Haag; Mr. H.L. Wichers , Lid van den Staatsraad en Landdrost van het Departement Groningen .

Verder werd nog bepaald, dat de Maatschappij dit jaar drie openbare Zittingen zou houden, de eerste op den tweeden Vrijdag van November, de tweede op den tweeden Vrijdag in Februarij des jaars 1808, en de derde op den eersten Vrijdag in April deszelfden jaars. Tot het houden van Voorlezingen in rijm of onrijm, zijn, voor de eerste dier Zittingen, benoemd de Heeren J. Scheltema en P.W. Provo Kluit ; voor de tweede, de Heeren S.F.J. Rau en J.H. Onderdewyngaart Canzius ; en, voor de derde, de Heeren J. Meerman en W. Bilderdijk .

(is geteekend)

J.W. te Water .