Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1819

X.

Tot Leden worden gekozen: de Heeren.... Behaegel , te Brugge; J.B.G. Camberlijn , Lid van de Ridderschap van Oost-Vlaanderen, te Brussel; J. Cappijne van de Copello , Rector der Latijnsche Scholen in 's Hage; N. Cornelissen , te Gent; Mr. P.R. Feith , Regter van Instructie, te Almelo;

[p. 63]

J. Geel , in 's Hage; . . Lambin , te Yperen; Mr. J.D. Meijer , Advocaat te Amsterdam; C. Olinger , Professor in de Grieksche, Hoogduitsche en Hollandsche talen, en Principaal van het Collegie, te Aath; J. Scharp , Predikant te Rotterdam; J. Schrant , Hoogleeraar in de Nederduitsche Letterkunde, te Gent; Mr. H.A. Spandaw , Advocaat te Zuidbroek; H. Wijnbeek , Commissaris voor de Latijnsche Scholen, in 's Hage; J.F. Willems , te Antwerpen; en Mr. S. Ipz. Wiselius , Directeur van de Politie, te Amsterdam.

(Is geteekend)

J.W. te Water .