Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1820 (1820)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.26 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1820

(1820)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

I.

Van de voornaamste handelingen der Maandelijksche Vergadering, sedert de laatste algemeene bijeenkomst, wordt door den Secretaris het volgende verslag gedaan:

 

Mijne heeren ,

 

Hoogst aangenaam zou het mij geweest zijn, het verslag van de voornaamste Handelingen der Maandelijksche Vergadering sedert de laatste algemeene bijeenkomst, 't welk ik, naar gewoonte, de eer heb U aan te bieden, te mogen aanvangen met het berigt, dat op de Prijsvraag, in den jare 1818 uitgeschreven, eenige antwoorden waren ingekomen. Dan, tot mijn leedwezen, zie ik mij verpligt U te melden, dat dezelve geheel onbeantwoord is gebleven. Doch was, in dit opzigt, het afgeloopen jaar min gunstig voor de Maatschappij, in andere opzigten leverde hetzelve stoffe uit, om ons over haren toenemenden bloei te verheugen. De gehoudene openbare Zittingen strekten op nieuw ten bewijze van den ijver van hare Leden, om haren luister te handhaven. In de eerste dier Zittingen hield de Hoogleeraar A. Simons eene voorlezing over het karakter van Filips II, de voornaamste oorzaak van de verheffing der voormalige Zeven Vereenigde Nederlandsche Provincien; waarna de Heer Mr. J. de Kruyff eene dichterlijke navolging voorlas van het laatste gedeelte van het IV Boek der Eneïs van Virgilius. De tweede openbare Vergadering werd door den Hoogleeraar H.A. Hamaker geopend met het voorlezen van eene Proeve over het drama Sakontala van den Indischen dichter Calidas ; waarna de Hoogleeraar J. Clarisse de bijeenkomst besloot met de voordragt van eenige losse bedenkingen omtrent de vrouwelijke verstandsoefening. In de derde Zitting werd het,

[pagina 12]
[p. 12]

in de eerste plaats, den steller van dit verslag vergund de Vergadering bezig te houden met eene voorlezing over het Godsdienstig karakter van Prins Willem I; waarna de Heer Mr. J. Scheltema eene Verhandeling voorlas over de Dortsche Dichterenschool in de 17 de Eeuw.

De Maandelijksche Vergadering had verder het genoegen van een vroeger genomen besluit, ter veraangenaming van hare bijeenkomsten, door eenige letterkundige voordragt, met een gewenscht gevolg in werking gebragt te zien. Dus onderhielden haar, bij verschillende gelegenheden, de Heer M. Tijdeman met eene voorlezing over eenige zeldzame boekjes op ana; de Heer J.W. te Water met de mededeeling van een stukje over de Nederlandsche Spreekwoorden, de Heer J. Clarisse met de voordragt van aanmerkingen over eenige verouderde woorden, die met vrucht weder zouden kunnen ingevoerd worden; en eindelijk de Heer H.W. Tijdeman , door, ter vergoeding van het gemis, door de ongesteldheid van het geachte medelid, 't welk de leesbeurt vervullen zou, te ondervinden, een stukje voor te lezen van een der jongst gekozene buitenleden, den Heer J. Geel , tot opschrift hebbende: Iets over de Alexandrijnsche Letterkunde, met eene proeve van eene vertaling uit den 3 den Zang der Argonautica van Apollonius Rhodius .

Voorts ontving de Maatschappij, in het afgeloopen jaar, zoo van hare Leden, als van letterkundige ligchamen en bijzondere Geleerden buiten haar, weder aangename bewijzen van 'hoogachting en welwillendheid in de toezending van belangrijke geschenken ter vermeerdering van hare boekerij. Van de Leden der Maatschappij boden aan dezelve ten geschenke aan, de Heer J.J. Lambin een werkje, getiteld, Geschiedkundige onderzoekingen op de aloude aanstellinge van den Voogd enz. der Stad Yperen; de Heer Behaegel Thèse, que soutiendront set élèves enz.; de Heer J. Koning naamlijst van eenige zeldzame boeken en handschriften; de Heer N.G. van Kampen het I Deel van zijne Verkorte Geschiedenis der Nederlanden; de Heer J.J. Raepsaet zijne Histoire des Etats Generaux enz.; de Heer Mr. J.H. Hoeufft een Latijnsch werk, getiteld Parnasus Belgicus; de Heer Mr. W. Bilderdijk onderscheidene werken, met name: Nieuwe Dichtschakering, II Deelen, Verhandeling over het Letterschrift, en Lijkzangen; de Heer Mr. J.C. van Assen zijnen Perikles van Athene; de Heer Mr. J.T. Bodel Nijenhuis zijne Dissertatio

[pagina 13]
[p. 13]

Juridica de juribus typographorum etc.: en de Heer de Crane zijne Levensschets van wijlen P. Stinstra. De reeds genoemde Heer Raepsaet verwierf zich kortelings eene nieuwe aanspraak op de erkentelijkheid der Maatschappij, door op eene beleefde wijze ter harer beschikking te stellen eene in het Fransch geschrevevene Verhandeling, ten titel voerende: Dissertation historique et eritique sur les Poorterijen ou Communes des Pays-bas. - Tot de boekgeschenken, der Maatschappij van buiten toegekomen, behooren het III de Stuk der Verhandelingen van het Zeeuwsche Genootschap der Wetenschappen te Middelburg, en het laatste Deel van de Annales Academiae Groninganae, haar door de H.H. Bestuurders van het genoemde Genootschap en Rector en Senaat der voorgemelde Hoogeschool toegezonden, een oud Duitsch dichtstuk, Wigalois geheeten, en Bijdragen tot de oude Nederlandsche Letterkunde, haar door derzelver uitgevers, den Heer Prof. Beneke , en den Heer Mr. J.A. Clignett vereerd.

Eindelijk zult gij buiten twijfel met genoegen vernemen, dat niet slechts de Heeren, in de laatst gehoudene jaarlijksche Vergadering benoemd, het hun opgedragen Lidmaatschap op de beleefdste wijze hebben aangenomen, maar dat ook de Maandelijksche Vergadering gelegenheid gehad heeft, om van de haar verleende vrijheid tot het verkiezen van Leden, binnen Leyden wonende, tot merkelijke uitbreiding van haren kring, en aanzienlijke aanwinst voor de Maatschappij, gebruik te maken. Op hare uitnoodiging toch werd het Lidmaatschap der Maatschappij op de meest verpligtende wijze aanvaard door de Heeren Mr. P.J. de Bije , Mr. J.G. de Mey , D.M.G. van Bommel , Mr. G. Prins , Dr. P.G. van Hoorn , Mr. J.T. Bodel Nyenhuis , en Mr. J.O. Arntzenius .


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken