Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1821 (1821)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.25 MB)

XML (0.04 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1821

(1821)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Wat voorts de bepaalde punten van behandeling betreft:

I.

Van de voornaamste handelingen der Maandelijksche Vergadering, sedert de laatste algemeene bijeenkomst, wordt van wege den Secretaris, die door noodzakelijke afwezigheid verhinderd was deze Vergadering bij te wonen, het volgend, door hem opgesteld verslag voorgedragen:

 

Mijne heeren,

 

Naar gewoonte U verslag moetende doen van de voornaamste Handelingen der Maandelijksche Vergadering in het afgeloopen jaar, heb ik het genoegen U in de eerste plaats te berigten, dat de openbare zittingen, in dit jaar gehouden, een nieuw bewijs leverden van den ijver der leden om den luister der Maatschappij te handhaven. In de eerste, gehouden den 24 November 1820, hield de Heer A. Doyer Tz. eene voorlezing over den voor- en nadeeligen invloed aer Verbeelding, met opzigt tot het schoone, ware en goede; waarna de Hoogleeraar A. Simons eene Verhandeling las over den aanleg van Vondel voor de dichtkunst, vergeleken met dien van Hooft en Cats . De tweede, gehouden den 26 Januarij dezes jaars, werd door den Heer N.G. van Kampen geopend met eene voorlezing over de mededinging der twee grootste Atheensche Redenaren, Demosthenes en Aeschines, aangetoond in eene schets hunner uitmuntendste redevoeringen, en door den Hoogleeraar J. Clarisse besloten met de voordragt van eenige bedenkingen over het wezen en de waarde der Welsprekendheid. In de laatste eindelijk, welke op den 16 Maart dezes jaars plaats had, hield de Heer Mr. J. Scheltema eene voorlezing over D. Jonktijs, beschouwd als Dichter en als Schrijver; waarna de Heer B.F. Tydeman een Dichtstuk las, getiteld de Bijbelgeest.

Ook de Maandelijksche Vergaderingen werden door de voordragt van eenig belangrijk onderwerp veraangenaamd. In onderscheidene bijeenkomsten las de Hoogleeraar Mr. H.W. Tydeman eene Verhandeling van den Heer Mr. W. Bilderdyk over het Verhevene, welke die Heer door ziekte belet werd zelf voor te

[pagina 10]
[p. 10]

lezen, en die sedert in druk verschenen is in het Tweede Deel der Taal- en Dichtkundige Verscheidenheden van dit ons geacht Medelid; en deelde hij zelf aan de Vergadering belangrijke Aanteekeningen mede, weleer te Franeker door hem getrokken uit een paar aanteekeningboekjes Flosculi sententiarum etc. van den beroemden Leidschen Regtsgeleerden in 't begin der 17 eeuw Ever. Bronkhorstius; en had eindelijk de steller van dit verslag het genoegen, aan dezelve te mogen voordragen eenige aanmerkingen omtrent verouderde woorden, bij Hooft voorkomende, bijzonderlijk zulke, die, schoon nadrukkelijk van beteekenis, echter, om hun gebruik in het gemeene leven, uit de hedendaagsche schrijftaal verbannen zijn.

Voorts mogt de Maatschappij in het afgeloopen jaar weder, in het toezenden van belangrijke boekgeschenken, aangename bewijzen van welwillendheid en achting, zoo van hare Leden, als van geleerde ligchamen en mannen buiten haar, ontvangen.

Van den Hoogleeraar Mr. B.H. Lulofs ontving zij een Exemplaar zijner Nederlandsche Redekunst, misgaders van zijne dichtstukken op het overlijden der Hoogleeraren E.A. Borger en Duimaer van Twist, en van den Heer Camberlyn twee Latijnsche dichtstukken, het eerste tot opschrift hebbende: Regi et industrio Belgarum genio, het andere: In caedem Egmondi. De Heer N.G. van Kampen vereerde aan dezelve het II D. zijner Verkorte Geschiedenis van de Nederlanden, en de Heer Mr. J.C. de Jonge zijne Levensbeschrijving van Johan en Cornelis Evertsen, Luitenant-Admiralen van Zeeland; de Heer J. Walré zond haar een Exemplaar toe van zijn Treurspel, Diederik en Willem van Holland, en van zijn Gedachtenis-offer aan Ward Bingley enz.; van den Heer Mr. J. da Costa ontving zij het I D. zijner Gedichten, en van den Heer Olinger een werkje, getiteld: la langue Hollandaise à la portée de tout le monde, met eene vertaling van het I. Boek der Gevallen van Telemachus; de Heer Baron van Keversberg vereerde aan haar een stuk, getiteld: de la Colonie de Frederiks-oord enz - De Senaat der Hoogeschool te Groningen zond aan de Maatschappij een Exemplaar van de Jaarboeken dier Hoogeschool van 1818-1819, en de Koninklijke Academie te Brussel het I D. van hare Nouveaux Mémoires, waarop de Maandelijksche Vergadering het betamelijk keurde, zoo aan den genoemden Senaat, als aan de Brusselsche Academie wederkeerig een Exemplaar van hare Nieuwe Verhandelingen aan te bieden. Van

[pagina 11]
[p. 11]

de Maatschappij van Rhetorica te Kortrijk ontving zij eene kaarte van prijsuitloving; van den Heer P. van Genabeth te Brugge zijne Redevoering over het noodzakelijke van de aankweeking der volkstaal enz., en eindelijk van den Heer H. Hoffmann van Fallersleben een werkje, getiteld: Bonner Bruchstücke von Otfried enz.

Ten besluite kan ik U nog melden, dat de Maandelijksche Vergadering, gebruik makende van de haar verleende vrijheid, het genoegen had, dat de Heer Mr. P.H. du Pui het hem opgedragen lidmaatschap op eene beleefde wijze aanvaardde. Daarentegen had zij her ongenoegen, dat de Hoogleeraar J. Bake , van wien de Maatschappij reeds meermalen merkelijke diensten genoot en nog verder hoopte te genieten, voor het lidmaatschap dezer Maatschappij bedankte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken