Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1824

XI.

De Vergadering zullende overgaan tot de keuze van nieuwe Leden, wordt op verzoek van eenige Leden alhier tegenwoordig, en wier aanbevelingen eerst na het afdrukken en verzenden van den brief van beschrijving waren ingekomen, besloten, de lijst van voorgestelde Leden met nog drie namen te vergrooten, doch zonder consequentie voor het vervolg; en daarna tot de stemming zijnde overgegaan, worden tot Leden der Maatschappij verkozen, de Heeren Mr. H. Beyerman, Advokaat te Rotterdam; W. de Clercq, te Amsterdam; L.D.J. Dewez, Secretaris van de Kon. Akademie van Wetenschappen, te Brussel; Mr. J. van 's Gravenweert, Lid van het Kon. Nederl. Instituut van Wetenschappen, te Amsterdam; J. Halbertsma, Pre-

[p. 58]

dikant bij de Doopsgezinden te Deventer; J. de Kanter, Phil. Z. Secretaris van het Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen, te Middelburg; J.R.L. de Kirckhoff, Med. Doct. enz. te Antwerpen; C. Loots, Lid van het Kon. Nederl. Instituut, te Amsterdam; W. Messchert, te Rotterdam; J.F.L. Schröder, Hoogleeraar enz., te Utrecht; Mr. W.H. van Voorst, Lid van de Regtbank van Eersten Aanleg, te Haarlem; Mr. S. de Wind, Substituut-Procureur bij de Regtbank van Eersten Aanleg, te Middelburg; Mr. H. Arntzenius, Professor enz. te Utrecht; P. Bosscha, Professor te Deventer, en D.T. Gevers, Referendaris van Staat, in 's Hage.

(Geteekend)

M. Siegenbeek.