Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1831 (1831)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.46 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1831

(1831)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

II.

Het zij mij vergund, als Voorzitter van de Commissie over de Bibliotheek der Maatschappij dit Verslag, door mij als Secretaris gegeven, terstond te doen opvolgen, door dat aangaande de werkzaamheden dier Commissie in het laatst verloopen jaar, tot hoedanig verslag wij volgens onze Instructie verpligt zijn.

Ook hier gaf de gewoonlijk minder belangrijke Vergadering van resumtie, den 9. Julij 1830, ons eene groote en geheel ongewone stof van blijdschap, daar de Heer Siegenbeek de Vergadering kennis gaf, dat een der nieuwe Leden, op de Vergadering des vorigen jaars benoemd, maar die voor als nog onbekend wenschte te blijven, zich genegen had verklaard om een geschenk in boeken, ter waarde van omstreeks ƒ 80. aan de Bibliotheek der Maatschappij te doen, en daartoe opgave van eenige werken aan zijn Hooggeleer-

[pagina 62]
[p. 62]

de verzocht had. De Vergadering betuigde door middel van den Heer Siegenbeek haren dank, en verzocht ons met denzelven na te gaan, welke werken voor onze Maatschappij en Boekerij het nuttigst en aangenaamst zouden zijn. Deze opgave is dan ook geschied; echter niet zoo spoedig, of wij waren inmiddels verrast door den opstand en afval der Zuidelijke Gewesten; en het is zeker ook al daar aan te wijten, dat het eigenlijk Boekgeschenk ons nog niet is geworden. Evenwel, de bekende gezindheid en gegoedheid van den onbekenden gever, waarborgen ons en der Maatschappij, dat uitstel in dezen geen afstel zijn zal.

Te aangenamer toch was ons dit kostbaar geschenk, en waren ons zoo vele andere, (ofschoon elk op zich zelf kleinere, en minder kostbare,) sedert de laatste algemeene Vergadering van elders ontvangen, - en zal het ons te aangenamer zijn, al wat Gijlieden, M.M.H.H., en alle onze geëerde Medeleden, hier niet tegenwoordig, nog verder aan onze Bibliotheek zult willen mededeelen, - daar ook nog in het nu verloopen jaar ver het grootste gedeelte der ons uit de kas der Maatschappij toekomende som van ƒ 150, heeft moeten strekken tot afbetaling van meestal onmisbare werken, in vroegere jaren reeds op krediet gekocht. - Het nieuw aangekochte van dit jaar

[pagina 63]
[p. 63]

is, voor ver het grootste gedeelte, betrekkelijk tot de Oud - Nederlandsche en de Noordsche Taalkunde: niet, omdat onze Boekerij daarin het armste was; maar juist, om dat zij daarin het eerste kans had tot eenige volledigheid te geraken, en om dat de loffelijke poging van het Deensch Genootschap van Noordsche Taal en Oudheden, tot uitgave van oude schriften, alle aanmoediging verdient. Wij hebben voorts, op het ontvangen geschenk der Proeve van ons Medelid, Prof. Lulofs te Groningen, gaarn ingeteekend op zijne beloofde uitgave met aanteekeningen van de voornaamste stukken van Vondel; welke onderneming wij niet hopen, dat door de tijdsomstandigheden verhinderd zal worden; terwijl het ons een genoegen is geweest, ondanks die omstandigheden ons medelid Immerzeel eene nieuwe, aanmerkelijk (en wel ook met woorden van uitheemschen oorsprong) vermeerderde uitgave te zien aankondigen van Bilderdijks Geslachtlijst der zelfstandige Naamwoorden, een werk dat in der daad veelzins als ophelderend en Etymologisch Woordenboek verstrekken kan. Wij hebben dan ook gaarn voor de Bibliotheek daarop ingeteekend; doch vertrouwen, dat ook vele Leden der Maatschappij dit voor hun eigen dagelijksch gebruik zullen willen doen.

Ten geschenke ontvingen wij dit jaar, van

[pagina 64]
[p. 64]

geleerde ligchamen, de nieuwe reeks van Nederduitsche Werken en de Nova Acta Literaria van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap; een aanzienlijk geschenk, hetgeen wij met het twee en een halve deel onzer Nieuwe Werken slechts gebrekkig hebben kunnen vergelden. Van de Groningsche Hoogeschool: de Annales Academiae Groninganae 1826-1827, (zijnde de uitgave van dit werk nog zoo verre ten achteren); en nu zeer onlangs, na het houden der laatste particuliere Vergadering, van de Maatschappij Felix Meritis te Amsterdam, hare Feestviering van 1827 en den pas verschenen Katalogus harer Boekerij.

In gevolge het voetspoor van voorleden jaar en ten genoege van Ulieden, vermelden wij slechts (alfabetisch) de namen van de Leden, die onze Boekerij, het zij met werken van henzelven het zij van anderen verrijkt hebben. Tot de eerste soort behooren de Heeren Robidé van der Aa, van Assen, Limburg Brouwer, van Halmael, de Jonge, Kist en Roijaards, Kappeijne van de Copello, Lalau, J. van Leeuwen, Lulofs, Moll, van Orden, Reuvens, Schull, Siegenbeek, Terpstra, W.H. van Voorst en Westerbaen. Hierbij zijn niet vermeld, de Heeren: van Someren, wiens twee deelen Gedichten, een aangenaam Lettergeschenk, ons in deze laatste dagen eerst zijn geworden;

[pagina 65]
[p. 65]

Prof. Schrant, die ons het aanzienlijk geschenk heeft gedaan van alle zijne, tusschen de jaren 1818-1830 uitgegevene letterkundige werken, twaalf in getal in de twaalf jaren; en eindelijk Graaf G.K. van Hogendorp, die ons een gelijk aantal grootere en kleinere stukjes geschonken heeft, allen binnen de laatste negen maanden door hem in het licht gezonden. Werken van anderen, buiten de Maatschappij, hebben wij dit jaar, ondanks al onze jaarlijks herhaalde verzoeken, te danken slechts aan weinigen; maar zooveel te meer aan ieder van hun. De Heeren Boonzajer, van dam van Noordeloos en van Hasselt: - en ik moet hier mij zelven en mijne beide Medeleden in deze Commissie, de Heeren Bergman en Bodel Nyenhuis, toch wel bij vermelden; niet om lof en dank te vergen voor iets, hetgeen wij betrachten als een' aangenamen pligt, maar omdat een verslag volledig en waar behoort te zijn. - Van buiten de Maatschappij hebben wij ten geschenk ontvangen het Jaarboekje van Zuid-Holland van 1831, en van den Heer Student Schotel, zijne bekroonde Commentatio de Balth. Huydecoperi in literas et linguam Belgicam meritis, en de door hem bezorgde uitgave van het Nederlandsch Volkslied, Wilhelmus van Nassauwen, met aanteekeningen. Ik moet nog vermelden, dat de Heer Bergman, Lid en Secretaris onzer Commissie, die in dit jaar had zullen aftreden,

[pagina 66]
[p. 66]

door de Vergadering der Maatschappij verzocht is en wel heeft willen toestemmen, in die betrekking werkzaam te blijven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken