Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1871 (1871)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.15 MB)

XML (0.95 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1871

(1871)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 59]
[p. 59]

VII.

Hierna stelt de Voorzitter aan de orde het voorstel van de Maandelijksche Vergadering:

1o. in de art. 3 en 4 der Wet vóór het woord Nederlandsche in te voegen Noord- en Zuid-, zoodat deze aldus zullen luiden:

Art. 3. De wetgevende macht berust bij de Noorden Zuid-Nederlandsche leden.

Art. 4. De bezittingen der Maatschappij zijn onverdeeld eigendom der Noord- en Zuid-Nederlandsche leden.

2o. de woorden in art. 19 der Wet: Buitenlandsche geleerden te veranderen in: Niet in de Nederlanden woonachtige leden.

De Voorzitter wil echter wegens de bezwaren daartegen ingebracht door verschillende leden, zoowel mondelijk als schriftelijk en in druk, nu alleen in behandeling brengen het beginsel, of de Maatschappij de bevoegdheid zal hebben voortaan de beoefenaars van de Nederlandsche taal-, letter-, geschied- en oudheidkunde in het koninkrijk België wonende tot gewone contribueerende leden te benoemen, zullende de redactie van die wetsverandering aan het Bestuur overgelaten en op de volgende algemeene vergadering vastgesteld worden.

De heer Bergman geeft in bedenking, daar deze verandering zoo zeer in de bepalingen der wet ingrijpt, eerst uit te maken, of er wel iets zou worden veranderd. De Voorzitter meent, dat uit de discussie en de stemming juist zal moeten blijken, of de Leden eene verandering wenschen.

Daarop vraagt de heer Fruin het woord om aan te

[pagina 60]
[p. 60]

toonen dat het voorstel der Maandelijksche Vergadering moet worden behandeld, omdat het Bestuur eens anders voorstel niet mag wijzigen. De Voorzitter meent dat dit wel kan, daar het wat 't beginsel betreft, alleen den vorm geldt, hoezeer erkennende dat het voorstel van de Maandelijksche Vergadering ruimer is dan het thans gewijzigde voorstel. Na re- en dupliek en eene opmerking van den heer Eyssel, wordt de zienswijs van den heer Fruin als motie van orde aldus geformuleerd: ‘de Vergadering gezien het voorstel van de Maandelijksche Vergadering, gehoord de daartegen ingebrachte bezwaren van verschillende leden en voorts gehoord de ophelderingen van het Bestuur besluit de behandeling van dat voorstel uit te stellen en het bij tijds terug te zenden aan de Maandelijksche Vergadering om na nader onderzoek het op de volgende jaarvergadering ter tafel te brengen.’

De heer J. Ten Brink verklaart zich tegen deze motie, wegens het daardoor veroorzaakte oponthoud. De heer Kuenen vraagt het woord, omdat hij een mandaat heeft van den heer Koenen die tegen het voorstel is; spreker ondersteunt de motie als den eenig veiligen weg; alsdan toch kan de wetsverandering duidelijk worden omschreven, en een jaar later behandeld worden; al nam men nu het beginsel aan, dan kon de volgende jaarsvergadering uit andere leden samengesteld dat veranderen. Na eenige discussie waaraan de heeren Baumhauer, Gallandat Huet, Nijhoff, Cremer, Groshans en Coninck Liefsting deelnemen, brengt de Voorzitter de motie van den heer Fruin in stemming, welke door de meerderheid wordt aangenomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken