Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1887 (1887)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.06 MB)

XML (0.93 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1887

(1887)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

VII.

Voor de verkiezing van een Lid des Bestuurs is door de Maandelijksche Vergadering een dubbeltal gesteld, bestaande uit de Heeren Dr. J.G.R. Acquoy en Dr. W.G.C. Bijvanck. Eerstgenoemde wordt met 70 van de 72 uitgebrachte stemmen gekozen en verklaart die benoeming te aanvaarden.

 

De Voorzitter bericht nu, dat de Heer Ridder Pauw van Wieldrecht te Zeist eenige handschriften heeft ter leen

[pagina 129]
[p. 129]

gevraagd. De vergunning daartoe moet door eene ledenvergadering worden verleend, daarom wordt het verzoek hier ter tafel gebracht. Eenige der gevraagde handschriften zijn echter minder geschikt om verzonden te worden, daar zij bestaan uit losse bladen, en sommige voorzien van zegels, die bij de verzending licht zouden kunnen geschonden worden. Op voorstel van het Bestuur keurt de Vergadering goed den Heer Pauw van Wieldrecht uit te noodigen deze laatstgenoemde handschriften zoo mogelijk hier ter Bibliotheek te komen raadplegen; de overige zullen gezonden worden.

De Voorzitter geeft nu den Heer De Jonge van Ellemeet op diens verzoek het woord. De Heer De Jonge van Ellemeet deelt mede, dat hij, als Zeeuw van zijne jeugd af belang stellende in al wat betrekking heeft op den dichter Cats, reeds vroeg begon met het verzamelen van Catsiana, en dat hij in 1870 onder den titel Museum Catsianum, een Catalogus uitgaf van hetgeen hij tot op dien tijd had bijeengebracht. Die Catalogus bevatte toen 82 nummers, en thans is een herdruk noodzakelijk geworden, daar de verzameling in deze laatste 17 jaren tot 225 nummers is gestegen. Ofschoon de spreker gaarne erkent, dat hij zeer gehecht is aan dien langzaam ver worven schat, komt het hem toch voor dat deze, in Zeeland bewaard, al te weinig onder de aandacht valt van zoovelen die er een nuttig gebruik van konden maken. Uit eerbied voor Leiden als zetel van geleerdheid, en bovenal uit liefde voor de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, zou de spreker het wenschelijk achten dat zijne verzameling eene plaats vond in de Bibliotheek der Maatschappij, en hij verzoekt daarom zijne Medeleden het Museum Catsianum als een blijk van zijne genegenheid in eigendom te willen aanvaarden.

[pagina 130]
[p. 130]

Na langdurige toejuiching der Vergadering neemt de Voorzitter het woord om den spreker dank te betuigen. Hij komt terug op eene klacht, die hij zooeven in zijne toespraak heeft geuit. Hij had daar gezegd, dat de Maatschappij meer tot stand zou kunnen brengen, ‘indien onze vermogende landgenooten meer hart betoonden voor de taal en letteren van hun vaderland.’ De edelmoedigheid van den Heer De Jonge van Ellemeet strekt nu ten bewijze, dat er inderdaad nog beschermers der vaderlandsche letteren worden gevonden, die op den eernaam van Maecenas prijsstellen. Uit naam der Maatschappij verklaart hij, dat het kostbare geschenk met hartelijke dankzegging wordt aangenomen, en hij spreekt daarbij de hoop uit, dat de jongere beoefenaars der wetenschap een nuttig gebruik zullen maken van die onschatbare bouwstof, die met zooveel kennis en met zooveel onverpoosden ijver is bijeengebracht.

Bij de omvraag noodigt de Heer Du Rieu de leden uit een bezoek te brengen aan de Bibliotheek der Maatschappij. Deze uitnoodiging wordt met erkentelijkheid ontvangen.

De Heer Van Borssum Waalkes deelt mede, dat de Friesche zandschippers in de oude terpen talrijke voorwerpen opdelven voorzien van inscripties; door zijne zorg zijn vele van die voorwerpen geplaatst in het Museum van het Friesch Genootschap. Hij spoort zijne medeleden dringend aan hunne krachten aan het ontcijferen dier inscripties te beproeven. De Vergadering neemt met belangstelling kennis van die mededeeling.

Ten slotte betuigt de heer Kan uit naam der Vergadering dank aan den Voorzitter voor de uitnemende leiding der bijeenkomst, die hierop wordt gesloten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken