Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1925 (1925)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.91 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1925

(1925)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 60]
[p. 60]

Bijlage VII. Verslag der commissie voor geschied- en oudheidkunde.

Sinds het vorige verslag kwam deze commissie zeven malen in doorgaans druk bezochte vergaderingen bijeen en wel op 25 Sept., 30 Oct., 27 Nov., 29 Jan., 26 Maart en 30 April.

Nu de vergaderingen sedert vijf jaren bij de leden aan huis volgens toerbeurt worden gehouden, kan men vaststellen, dat deze verandering ten volle aan de verwachtingen door de voorstellers daarvan gekoesterd, heeft beantwoord, hetgeen blijkt uit de grootere opkomst en de meerdere gezelligheid, zonder dat aan den arbeid te kort wordt gedaan.

Het voorzitterschap bleef aan den heer Eekhof bij herbenoeming toevertrouwd, terwijl de heer Bijleveld als secretaris optrad.

In de eerste vergadering nam de heer van Kan, secretaris, afscheid bij vertrek naar Indië, terwijl de heer Pijper, wegens langdurige ziekte buiten verpleegd, ontslag nam als lid; andere wijzigingen hadden niet plaats.

De leden behandelden de navolgende onderwerpen:

De heer Blok: archivalia te Parijs, afkomstig uit Simancas en belangrijk voor de geschiedenis van Prins Philips Willem, Bruggelingen te Leiden, naar aanleiding van een artikel in de N.R. Crt., de verschijning van het 2e deel van Genève, pépinière enz. door de Vries van Hekelingen, en pamfletten over de verrassing van Breda in 1590.

De heer Knappert: de Nederlandsche herinneringen op Formosa en Prof. Pitcairn.

De heer Molhuysen: de kramen op het Academieplein in de 17e eeuw.

De heer Eekhof: eene gedenkpenning voor Lüther door Dürer.

De heer Overvoorde: eene memorie over zijn ambt, door Jan van Hout; de handschriften van Ds. D.F. van Giffen; de aanspraken der van Steenvoorde's op de kapel in het St. Catharinagasthuis en eene voor het Leidsch archief verworvene verzameling bescheiden uit de familie de la Court.

De heer Huizinga: de academische gebouwen, de vrede van Osnabrück en van Münster na het verdrag aldaar met de Republiek;

De heer van Kan: Fransche pamfletten over de vredesbeweging in het eind der 18e eeuw.

De heer de Blécourt: juridische onjuistheden in de werken

[pagina 61]
[p. 61]

van Mr. S. Muller Fzn.; het werk over de borgmannen van Goor door C.J. Snuif.

De heer Colenbrander; memoriën van Alb. Ruyl; brieven der familie Ackersdijck; Saint-Evremond in Holland; de pers in de eerste helft der 19e eeuw.

De heer Kleyntjens: De Itineraria van Jacoba van Beyeren en Carel den Stouten en Petrus Canisius.

De heer van Blom: grondbezit op de wadden en Zuiderzeeeilanden, ringen aan stadhuizen en andere publieke gebouwen en recht van ligplaats te Londen voor Friesche palingschuiten.

De heer Meyers: huwelijksgoederenrecht en de uitdrukking ‘het derde deel meer’, het tellen van verwantschap en de economische geschiedenis van den Biesbosch.

De heer Bijleveld: eene 16e eeuwsche h.s. genealogie der van Boschuysen's; de plaatsnaam Barnflair (Gron.); refugié's te Leiden in verband met hun beperkt aantal.

Aanhangel.

De gebruikelijke bijeenkomst der Commissie op den vooravond der jaarvergadering en voor alle leden der Maatschappij toegankelijk, had op 9 Juni 1925 des avonds te 8 uur plaats.

Als eerste spreker trad op Dr. A.A. Beekman uit 's-Gravenhage, die het uitgestrekte terrein, als de Biesbosch bekend, schetste in oorsprong en wording. Spreker had daartoe eene groote kaart geteekend, die op zeer duidelijke wijze aan de in vrij talrijke getale opgekomene leden, aantoonde, hoe de streek tusschen de Langstraat en de Zeeuwsche eilanden, de Merwede en de Baronie van Breda er uit zag vóór den grooten St. Elisabethsvloed van 18 Nov. 1421. Daarbij hing ter vergelijking de kaart der Topographische inrichting (1:25000), die den huidigen toestand weergeeft, benevens eenige kleinere kaarten van de omgeving van Dordrecht, w.o. die van Dordrecht, door Jb. van Deventer, in het midden der 16e eeuw op 's Konings last vervaardigd. Spreker vestigde de aandacht van zijn gehoor op het feit, dat ondanks de drukkende lasten voor dijkonderhoud in de middeleeuwen op de eigenaren der aanpalende landen gelegd, vooral door gebrek aan technische kennis, nimmer dijken verkregen werden, die aan buitengewone stormen en vloeden het hoofd konden bieden. Eerst in de tweede helft der 19e eeuw heeft men het zoover kunnen brengen. Voor het onderhavig terrein, was een groot nadeel, dat bij de zoo vaak in ons land heerschende Zuidwesterstormen, het Westfront geheel onbedijkt lag en grootendeels uit schorren en gorzen bestond. Daar hadden telkens dijkbreuken plaats en vooral het het eind der 14e eeuw kenmerkte zich door herhaalde rampen, die telkens het nauwelijks herstelde, wederom kwamen vernietigen. Recht tegenover den Z.W. hoek, n.l. in het N.O. in de

[pagina 62]
[p. 62]

omstreken van Werkendam, veroorzaakte het hooge rivierwater telkenmale eveneens rampen, waarvan de overblijfselen nog heden te zien zijn in de diepe killen, thans binnen de hooge Waalen Merwedijken gelegen. Na den St. Elisabethsvloed, die alle voorgaande overtrof in hevigheid, door het bezwijken der waterkeeringen op beide gevaarlijke plekken, veranderde deze welvarende streek voorgoed van aanzien en ondanks alle dreigementen en aansporingen van den landsheer, reeds door Jan van Beyeren geuit en door zijne opvolgers uit den treure herhaald, kwam men niet tot doeltreffende herwinning van het verloren gebied. Nog bij het vervaardigen der stadskaart van Dordt, door van Deventer, lag die stad als een uiterst klein gebied temidden van het nog grootendeels als verdronken te beschouwen land en het duurde tot het midden der 17e eeuw voor men er in slaagde belangrijke stukken ten Zuiden der stad te bedijken. Aan de veel uitgebreider woestenij aan de Brabantsche zijde werd vrijwel niets bijzonders op dit gebied gedaan vóór de 19e eeuw. Pas de aanleg van Amer en Nieuwe Merwede hebben in het laatst dier eeuw afdoende verbetering gebracht, ofschoon er vooreerst geene sprake zal zijn van de geheele herwinning van dit grootendeels nog uitgestrekte moerasland.

In aansluiting hiermede gaf de tweede spreker, Prof. Dr. E.M. Meyers een overzicht van de economische verhoudingen in dit gebied, dat hij van herhaalde bezoeken kent.

Na gewezen te hebben op de geringe waarde daarvan, gedurende de eerste jaren na den grooten vloed (het leverde alleen iets op aan visscherij), vertelde spreker van de talrijke processen der vroegere eigenaren, de ambachtsheeren en de grafelijkheid. Hoewel de tweede groep alles deed, om in het bezit te komen van aanwassen, behield de grafelijkheid die aan zich, tenzij uitdrukkelijk van ouds het recht van aanwas den ambachtsheer was voorbehouden. Het gewas aldaar beteekende voor de grafelijke domeinen veel meer, dan men oppervlakkig zou denken en werd een steeds grootere bron van inkomsten, gelijk spreker met cijfers aantoonde. Dit gewas moet men onderscheiden in riet, biezen en wilgen. Na een vertoog over den wilg, dien spreker wil verheffen tot nationalen boom, waarin hij tal van volkseigenschappen en kenmerken terugvindt; wijdt hij uitvoerig uit over de wilgencultuur, die sedert de dagen van olim steeds op dezelfde wijze beoefend is. De Romeinen legden zich er reeds ijverig op toe en Cato noemt die, als de derde cultuur, van groot belang. Men moet vooral in het oog houden, dat er tweeërlei wilgenteelt bestaat: de eenjarige, die de teenen oplevert en de driejarige op hooger stobben, die de slieten voortbrengt, benoodigd voor de hoepel-industrie. Deze laatste is reeds vele eeuwen een monopolie van Nederland en op de eerste plaats voor deze streek. Dit product verschaft ruim werk, niet alleen in den Biesbosch zelf, maar ook in de dorpen in wijden omtrek

[pagina 63]
[p. 63]

daaromheen. Eertijds heeft men er zelfs aan gedacht de buitenlandsche mededinging ter haringvaart te nekken, door uitvoerverbod van hoepelhout. Spreker geeft daarna, opgeluisterd door het in beeld brengen van tal van keurige photo's door hemzelf ter plaatse gemaakt, eene beschrijving van het eenzame, sobere leven in dit verlaten en innig rustig moerasland, zooals het toch meerendeels gebleven is, ondanks het verrijzen van eenige bouwhoeven bij de hooger gelegen, ontgonnen streken. De grond is er goed; eene laag zeeklei van belang, waarborgt goede oogsten en spreker betreurt, dat het domeinbestuur ongeveer eene eeuw geleden, roekeloos overging tot het afstaan van uitgestrekte perceelen aan ondernemende en vooruitziende personen uit de Langstraat, die door dit bezit tot groote welvaart zijn gekomen.

Ook werden afbeeldingen vertoond van de bewerking der producten, die thans onder betere omstandigheden (o.a. afschaffing van overmatig lange werkdagen) en door machinale hulp, veel eenvoudiger en gemakkelijker als vroeger, plaats grijpt. Zelfs het geheel afgewerkte product uit deze voor velen nog onbekende landstreek werd den aanwezigen vertoond in op het doek gebrachte photographieën van eene verzameling mandjes en stoelen (ten onrechte rieten-stoelen genaamd) van allerlei vorm.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken