Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1928 (1928)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.63 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.75 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1928

(1928)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 57]
[p. 57]

Bijlage VII. Verslag der commissie voor geschied- en oudheidkunde.

De Commissie vergaderde bij de leden aan huis op 24 Sept., 27 Oct., 24 Nov. 1927 en 26 Jan., 23 Feb., 29 Maart en 26 April 1928. In de Novembervergadering werd besloten, niet meer buiten Leiden en Oegstgeest te vergaderen; mochten daarbuiten wonende leden de Commissie wenschen te ontvangen, dan zal dit geschieden in eene buitengewone vergadering op den laatsten Donderdag in Mei.

De heer De Blécourt bleef voorzitter, de heer Bijleveld secretaris; wijziging onder de leden had niet plaats.

De volgende leden bespraken de achter hunne namen volgende onderwerpen:

De heer De Blécourt: Het laatste Leidsche Kenningboek en artikelen in Mdbld N. Leeuw over R. Cath. in de Holl. Ridd.

De heer Blok: Anonym leven van De Ruyter in het Engelsch, Boedelinventaris van dien admiraal, Hollandsche kolonisatie in de Marschen achter Hamburg, een h.s. van Livius uit Dorestad.

De heer Van Blom: Zadeldaktorens met kleine torentjes in de Noordel. provinciën, Trompshuis op Vlieland, Gerichtsplaats te Engelanderholt, Kerkkroon uit Zweden op Vlieland, Postma's artikel over de Hemrik, Royalties uit Engelsche mijnen, De watergeus Hans Abel.

De heer Eekhof: De Remonstrantsche zinspreuk: Eenheid in het noodige enz., Het werk van J. Acontius: de arglistigheden van den Satan.

De heer Huizinga: Portret van J.J. Scaliger.

De heer Kleyntjens: Beeldstormers in Friesland, 1500.

De heer Knappert: Herv. Kerk aan de kust van Coromandel.

De heer Molhuyzen: Papieren van Hotmann.

De heer Overvoorde: Het woord Duvekater, De brand van het Justizpalast te Weenen, 1927.

De heer Bijleveld: Stamreeksvervalsching in eene aanzienlijke familie, Penning van Duitschen oorsprong met religieuse voorstelling, Portretten door Abr. van der Schoor en Wybrand de Gheest.

Aanhangsel.

Op 12 Juni 1928 des avonds te 8 ure had de gebruikelijke vergadering plaats, waar alle leden der Maatschappij toegang

[pagina 58]
[p. 58]

hebben. Velen waren opgekomen ditmaal, om de verhandeling te hooren, die jhr. mr. dr. E.A. van Beresteyn uit 's-Gravenhage zou houden over portretten naar Hugo de Groot. De spreker had eenige honderden prenten medegebracht, waarvan ruim twintig in het oorspronkelijk of in reproductie op schutten waren bevestigd, evenals een geschilderd borstbeeld en een dergelijk, zijnen vader voorstellende. Deze omvangrijke verzameling heeft de heer Van Beresteyn bijeengebracht naar aanleiding van de Grotiustentoonstelling in 1925, sindsdien aangevuld en bestemd om in extenso in eene uitgave te worden behandeld. Uitvoerig staat hij stil bij de vele moeilijkheden aan de bijeenbrenging verbonden, waarbij de kwalijke gewoonte van invoegen van prenten in gedrukte werken, eertijds zoo gebruikelijk, eene rol van beteekenis speelt. Daartegenover staat de hulp, die Fruin's verzamelingen van de brieven, de levensbeschrijvingen en de brieven van tijdgenooten brengen.

Overal ter wereld vindt men portretten naar Grotius, doch bij onderzoek is het meerendeel apocrief, zoo niet onjuist betiteld. 18 bekende meesters zouden hem geschilderd hebben, waaronder Gaasbeek, Goltzius, Moro, Rembrandt en Rubens; doch zooals spreker bewijst, vallen deze allen af. Feitelijk is er geen enkel authentiek geschilderd portret in Nederland, wel replieken, doch niet door den meester geteekend. De oudste tak van het geslacht Cornets de Groot stierf in 1864 met den Cuykschen ontvanger uit. Diens merkwaardige familierelieken zijn sindsdien zoek; b.v. het eigenhandig ex. van de jure prede, de pensionarismantel en het kinderportretje, dat de Groot met zijn speelgoed op 4-jarigen leeftijd voorstelt. In 1927 werd ten slotte een werkelijk oorspronkelijk portret door van Ravesteyn gevonden in eene Duitsche veiling. De prijs was echter tè hoog, om het voor Nederland te verwerven en het verdween in eene Parijsche verzameling, waar vrijwel niemand toegang heeft, terwijl de kooper niet eens weet, wie op zijn verworven stuk wordt voorgesteld. Gelukkig was er eene photographie aanwezig van dit merkwaardig portret. Spreker kan vaststellen, dat de Groot in 1629 in Parijs geschilderd is, door wien is de vraag; hij waagt enkele conjecturen, doch het feit kan hij vaststellen, zoowel uit de brieven van de Groot aan zijn broeder Willem, als uit een randschrift van eene prent naar dit portret. Van Miereveldt heeft in 1631 eene schets gemaakt; daarin was hij zeer bekwaam, als de menschen, die poseerden, weinig tijd hadden; in tallooze replieken is dit portret reeds bij leven van de Groot vermenigvuldigd voor familie en kennissen.

Ten slotte toonde de spreker, hoe de kennis van wapens onmisbaar is voor het terechtbrengen van portretten en gaf voor de aanwezigen, die dit wel eens mogen hooren, treffende staaltjes van belangrijke vondsten uit den allerlaatsten tijd, waarbij de eenzijdigheid van museumdirecteuren (den goeden niet te na gesproken) werd gelaakt.

[pagina 59]
[p. 59]

De gebruikelijke discussie beperkte zich tot eenige vragen, vergezeld van woorden van dank en lof voor het dien avond genotene. Het was reeds 10.30 toen de voorzitter de bijeenkomst sloot, doch velen bleven nog kijken naar de alba met portretten die niet tentoongesteld waren. Daardoor mocht de spreker ervaren, dat des voorzitters woord van groote erkentelijkheid geenszins ijdel was. Inderdaad heeft de heer van Beresteyn veler belangstelling gewekt voor een onderwerp, waaraan hij zelf zooveel aandacht schenkt en dat zeker waard is, ruimere kringen te veroveren.

De bijeenkomst werd bijgewoond door Vrouwe W.D. de Jonge, geb. Jkvr. Cornets de Groot van Kraayenburg, afstammelinge van Hugo de Groot, die op dit gebied eene ijverige medewerkster voor den spreker is geweest.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken