Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1930 (1930)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.42 MB)

XML (0.71 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1930

(1930)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

II. Over de leden.

4. Tot gewone leden kunnen benoemd worden:

1oNederlandsche onderdanen, waar ook gevestigd, die als beoefenaars of bevorderaars der Nederlandsche Taal- en Letter-, Geschied- en Oudheidkunde of Schoone Letteren, of uit hoofde van het door hen bekleede ambt die onderscheiding waardig zijn;
2oPersonen, die - geen Nederlansch onderdaan - a. zich door hun in het Nederlandsch of Afrikaansch gestelde geschriften als verdienstelijke beoefenaars der Nederlandsche Taal- en Letter-, Geschied- en Oudheidkunde of Schoone Letteren hebben doen kennen, of b. in hun vaderland uitingen van Nederlandsche beschaving krachtig hebben bevorderd.

5. Personen, die niet in de termen van artikel 4 vallen, maar zich door hun geschriften of op andere wijze verdienstelijk hebben gemaakt ten aanzien van de Nederlandsche Taal- en Letter-,

[pagina 82]
[p. 82]

Geschied- en Oudheidkunde of Schoone Letteren, kunnen tot buitengewone leden benoemd worden.

Zij hebben geen verplichtingen en geen andere rechten dan het bijwonen van de vergaderingen met raadgevende stem.

Overgangsbepalingen.

Het Bestuur beslist, welke ‘buitenlandsche leden’ van art. 15 Wet van 1926 volgens art. 4, 2o van deze nieuwe Wet onder de gewone en welke onder de buitengewone leden vallen.
Rechten en verplichtingen, vóór 1930 door ‘buitenlandsche leden’ (Wet van 1926) aanvaard, blijven bestaan.
Het Bestuur stelt de vroegere ‘buitenlandsche leden’, die volgens de nieuwe Wet onder de gewone leden zijn opgenomen, van deze verandering in kennis, en verzoekt hun mede te deelen, of zij bereid zijn, de verplichtingen van gewone leden op zich te nemen, indien zij zich hiertoe nog niet bereid hebben verklaard. Bij ontkennend antwoord verkrijgen zij geen andere rechten dan die welke de Wet aan buitengewone leden toekent.
De gewone leden, bedoeld in art. 4, 2o, kunnen desverkiezend, zoolang het Bestuur er termen toe aanwezig acht, met de betaling van een jaarlijksche bijdrage van vijf gulden volstaan.

6. Elk gewoon lid is bevoegd, anderen tot het lidmaatschap voor te dragen. Men geeft daartoe vóór 1 Mei aan den Secretaris hun namen op, met bijvoeging der redenen.

 

7. De namen der voorgestelden worden aan de Maandelijksche Vergadering van Mei opgegeven, die het getal bepaalt der daaruit bij stemming te benoemen leden.

De namen der voorgedragenen, met die der voorstellers en de redenen der voordracht, worden bij den beschrijvingsbrief voor de Jaarlijksche Vergadering aan de gewone leden der Maatschappij vertrouwelijk meegedeeld.

 

8. Ieder gewoon lid is gerechtigd, zijn stem uit te brengen. Zij die van dat recht gebruik maken, zorgen dat het hun nevens de candidatenlijst toegezonden stembiljet, duidelijk ingevuld en met hun naam onderteekend, uiterlijk 24 uur vóór den aanvang der Jaarlijksche Vergadering is ingekomen bij den Secretaris. Een in de voorafgaande Maandvergadering te benoemen Commissie van Leidsche leden maakt den uitslag der stemming den avond te voren op, en deelt dien aan de Vergadering mede.

 

9. Van de voorgestelden zijn, tot het bepaalde getal, benoemd die de meeste stemmen, mits niet minder in getal dan een vierde van de ingekomen stembriefjes, op zich vereenigd hebben.

Ingeval twee of meer voorgestelden een gelijk aantal stemmen op zich vereenigd hebben, beslist de Vergadering of allen, dan

[pagina 83]
[p. 83]

wel geen of één of meer hunner als benoemd worden beschouwd. Ook kan herstemming plaats hebben.

 

10. De Secretaris geeft aan de benoemden schriftelijk kennis onder toezending van een exemplaar der Wet.

 

11. Na aanneming der benoeming ontvangen zij, met het bewijs van lidmaatschap, een exemplaar van de Naamlijst der Leiden.

 

12. De gewone leden betalen een jaarlijksche bijdrage van tien gulden.

 

13. Wanneer iemand, die voor zijn lidmaatschap bedankt heeft, aan het Bestuur zijn wensch te kennen geeft om weder als lid te worden opgenomen, is het Bestuur bevoegd, indien het oordeelt dat daartoe termen bestaan, aan dien wensch te voldoen.

 

14. De Jaarlijksche Vergadering kan, op voordracht van het Bestuur, Eereleden benoemen.

Zonder bijdrage te betalen, hebben de Eereleden de rechten der gewone leden.

 

15. Elk gewoon lid is bevoegd, voorstellen te doen. Voor zoover deze op de Jaarlijksche Vergadering moeten behandeld worden, zendt hij ze, met opgave der redenen, aan den Secretaris vóór den 1sten April.

 

16. Het Bestuur kan ten hoogste tien leden per jaar benoemen, zoo gewone als buitengewone.

 

17. Het Maatschappelijk jaar vangt aan onmiddellijk na de Jaarlijksche Vergadering.

De leden, die niet langer als zoodanig aangemerkt wenschen te worden, geven hiervan aan den Secretaris kennis vóór de Jaarlijksche Vergadering; bij gebreke van dien blijft hun lidmaatschap, met de daaraan verbonden rechten en verplichtingen, tot aan de volgende Jaarlijksche Vergadering voortduren.

 

18. Op een met redenen omkleed voorstel van het Bestuur kan de Jaarlijksche Vergadering, met ten minste drie vierden der stemmen, iemand van zijn lidmaatschap vervallen verklaren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken