Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1932

[p. 59]

Levensbericht van Vincent Loosjes
(28 Febr. 1869-5 Sept. 1931)

Vincent Loosjes werd geboren te Haarlem den 28^sten Februari 1869. Hij sproot uit een doopsgezind geslacht, dat zich in 1762 te Haarlem vestigde met de beroeping van twee halfbroeders tot predikanten van de toen nog niet vereenigde doopsgezinde gemeenten aldaar. Zijn vader was Pieter Loosjes, eigenaar der firma De Erven Loosjes, boekhandel, boekdrukkerij en uitgeverij, opgericht door Adr. Loosjes Pzn in het jaar 1783.

Vincent bezocht de lagere school en het gymnasium te Haarlem en genoot vervolgens zijn opleiding in het vak van boekhandel en aanverwante vakken bij de firma's Van Nooten te Schoonhoven en IJbes te Velp.

Daarop vertoefde hij eenigen tijd buitenslands te Leipzig en te Parijs met het zelfde doel. Na zijn leertijd kwam hij in het jaar 1892 te Haarlem terug en werd werkzaam in de zaken zijns vaders, waarvan hij in 1898 deelgenoot werd te samen met zijn broeder Martinus Loosjes. Hij wijdde daar zijn zorgen meer in het bijzonder aan den boekhandel en de uitgeverij. In het jaar 1893 maakte hij een reis naar Amerika, waar hij in het huwelijk trad. Met Netscher richtte hij de Hollandsche Revue op en bepaalde zich gaandeweg uitsluitend tot de uitgeverij.

In 1902 trad hij uit de firma de Erven Loosjes, welke vrijwel alleen den boekhandel en drukkerij bleef bedrijven, terwijl hij zelf het uitgeversvak bleef uitoefenen onder eigen naam.

Omstreeks het jaar 1914 likwideerde hij gaandeweg zijn uitgeverszaak en bleef zich voortaan in allerhande functies wijden aan de openbare zaak; als raadslid, welke functie hij tot zijn dood gedurende ruim 25 jaar voor de liberale partij heeft vervuld; als wethouder van onderwijs gedurende de jaren 1909-1917; als bestuurder van tal van instellingen der Doopsgezinden - het rusthuis Spaarenhout voor ouden van dagen kwam onder zijn hoofdleiding tot stand -; van Teyler's Stichting, de Vereeniging Haerlem, van Trou moet Blycken en tallooze andere; als besturend Commissaris van onderscheidene finantieele en andere instellingen. Ook in het vakvereenigingsleven bekleedde hij jarenlang een

[p. 60]

vooraanstaande plaats, als bestuurder van den Nederlandschen Uitgeversbond en van de Vereeniging tot bevordering van de belangen des boekhandels.

Als Voorzitter van laatstgenoemde Vereeniging tijdens haar 100-jarig bestaan, stelde hij te dier gelegenheid, in het jaar 1915 hare geschiedenis in een lijvig geschrift te boek, daarmede een werk hebbende verricht, hetwelk niet alleen voor de Vereeniging van groot belang moet worden geacht, doch dat tevens van bijzondere waarde is voor de geschiedenis van den Nederlandschen boekhandel gedurende de geheele 19^de Eeuw.

Loosjes stierf den 5^den September 1931 na een kortstondige ziekte, geheel onverwacht. Als man van groote ervaring en bovendien van groote hoffelijkheid en decorum, was hij een zeer gezocht bestuurder voor talrijke Vereenigingen en instellingen. Hij was een bekende en geachte figuur in de stad zijner inwoning, en heeft in zijn talrijke functies grooten invloed geoefend; een invloed, welke ontegenzeggelijk aan velen is ten goede gekomen.

Haarlem, Maart 1932.

C. Maarschalk.