Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1934 (1934)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.30 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.70 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1934

(1934)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 81]
[p. 81]

Bijlage IX
Rapport van de Friesche commissie

De commissie, door het Bestuur der Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, ingevolge besluit der Algemeene Vergadering van 14 Juni 1933 aangewezen, om de al of niet wenschelijkheid te onderzoeken om voortaan ook in de Friesche taal geschreven werken voor een bekroning in aanmerking te doen komen, is na uitvoerige besprekingen tot de conclusie gekomen, dat hiertegen op grond van artt. 58 en 59 der Wet geen overwegende bezwaren behoeven te bestaan en dat om redenen van billijkheid ten opzichte der Friesche letteren, een dergelijke uitbreiding van de bestemming der prijzen aanbevelenswaardig kan worden geacht. De commissie meent, dat uit praktische overwegingen alleen een toekenning van den C.W. van der Hoogtprijs in aanmerking komt en stelt zich voor, dat dit op een der beide volgende wijzen zou kunnen geschieden.

Ten einde de kansen voor de bekroning van een Friesch boek zoo groot mogelijk te maken en de beoordeeling van een deskundige commissie te verzekeren, zou het aanbeveling verdienen, indien om een bepaald aantal (bijv. zeven) jaren de mededinging voor Friesche schrijvers werd opengesteld, met dien verstande, dat dan ook alle in dat tijdsverloop verschenen boeken voor mededinging in aanmerking zouden komen. Een tweede oplossing zou wellicht bezwaarlijker, maar ook bevredigender zijn: de Friesche boeken zouden elk jaar in aanmerking kunnen komen en de commissie voor Schoone Letteren zou daartoe de voorlichting kunnen krijgen van een deskundig adviseur, die haar aandacht op voor bekroning waardige werken zou kunnen vestigen.

De commissie heeft gemeend, dat zij het oordeel van vertegenwoordigers van het Friesche geestelijke leven diende in te winnen en heeft zich daartoe om advies gewend tot 12 vereenigingen en 38 schrijvers. Zij heeft antwoord mogen ontvangen van 9 vereenigingen en 27 schrijvers en wel van de volgende strekking. Acht vereenigingen en 12 schrijvers verwierpen het voorstel der commissie en verlangden een toekenning van een prijs aan een Friesch werk, geheel afgescheiden van den prijs voor een in het Nederlandsch geschreven boek. Slechts één vereeniging en 12 schrijvers waren met het voorstel der commissie ingenomen. Drie schrijvers waren tegen elken door de Maatschappij rechtstreeks toe te kennen prijs.

[pagina 82]
[p. 82]

De commissie hecht bijzondere waarde aan het feit, dat zoo een overweldigende meerderheid der Friesche genootschappen zich afwijzend hebben uitgesproken en ziet daarin aanleiding het bestuur te adviseeren zich te onthouden van een beslissing, waarbij het toekennen van een prijs aan een in het Friesch geschreven werk op een of andere wijze geregeld wordt. Zij meent echter in overweging te moeten geven, dat de bekroning van een Friesch boek niet principieel zal worden uitgesloten, zoodat der commissie voor Schoone Letteren de vrijheid gelaten wordt, ook een in het Friesch geschreven boek voor de toekenning van een prijs voor te dragen, indien haar dit billijk en wenschelijk mocht voorkomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken