Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1935 (1935)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.54 MB)

XML (0.75 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1935

(1935)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 46]
[p. 46]

Bijlage VI Verslag der commissie voor schoone letteren

De Commissie voor Schoone Letteren vergaderde in het afgeloopen jaar tweemaal op de gebruikelijke wijze, te weten op 13 December 1934 en op 19 April 1935. Zij bepaalde haar werkzaamheid hoofdzakelijk tot de beoordeeling der belletrie, die in den loop van het jaar verscheen, zulks met het oog op het door haar uit te brengen advies omtrent den C.W. van der Hoogt-prijs. Een vijftiental geschriften, dat zich door bijzondere hoedanigheden eenigermate onderscheidde, werd nader besproken.

Het is niet de gewoonte, dat naast den voor bekroning voorgedragen auteur ook candidaten worden genoemd, met wier geschriften het zijne is vergeleken. Een uitzondering meent de Commissie dit jaar te mogen maken ten opzichte van een bepaald boekwerk, dat door zijn bijzondere inhoud en stijl haar aandacht trok, n.l. de novelle ‘Bint’ door den heer F.A. Bordewijk. De auteur verdient een ruimer bekendheid dan hem tot heden ten deel viel.

Na eenige overweging kwam de Commissie tot eenstemmigheid en besloot het Hoofdbestuur te adviseeren, den C.W. van der Hoogtprijs toe te kennen aan den dichter H. Marsman voor zijn verzenbundel ‘Porta Nigra’, mede beschouwd in verband met de vorige geschriften in dichtvorm van dezen auteur. Een motiveering, de beteekenis van Marsman voor onze jongste letterkunde in den breede uiteenzettend, werd aan dit advies toegevoegd.

Reeds meende de Commissie, dat hiermede haar werkzaamheden voor dit jaar een einde genomen hadden, toen haar een schrijven, gedateerd 21 Mei 1935, van het Hoofdbestuur bereikte. Het Hoofdbestuur moest, aldus dit schrijven, overwegende bezwaren maken om zich naar het uitgebracht advies te gedragen. Die bezwaren golden niet het aanbevolen werk als zoodanig. Daarvan werd van de zijde van het Bestuur de waarde beseft. Maar de voorgedragene was in de Groene Amsterdammer van 11 Juli 1931, naar aanleiding van de bekroning indertijd van Van Schendel, zoodanig tegen de Commissie, het Bestuur en de Maatschappij uitgevaren, dat met zijne gezindheid rekening moest worden gehouden, en dat men, zoo hem de prijs werd

[pagina 47]
[p. 47]

verleend, hem enkel nieuwe stof tot beklag en aanklacht zou geven en het gelijk dan aan zijn kant zou brengen. De Van der Hoogtprijs, aldus eindigde het schrijven na dankzegging aan de Commissie voor haar verrichten arbeid, zou dit jaar dus niet worden toegekend.

De Commissie, na ontvangst van dezen brief, kwam in spoedvergadering te Haarlem bijeen op 30 Mei. Men betreurde in hooge mate het besluit van het Hoofdbestuur, den prijs niet uit te keeren, waarmede immers het eenige, dat in ons land voor jonge letterkunde geschiedt, dit jaar ongedaan zou blijven. Tegenover de beslissing zelf, gebaseerd op art. 59 van het Reglement, stond de Commissie machteloos. Tegenover de motiveering der weigering echter, meende de Commissie verzet aan te moeten teekenen. Het ging, volgens haar, niet aan, de waarde van een schrijver te erkennen en hem terzelfder tijd geen vrijheid van kritiek, een bij uitstek Nederlandsch cultuurgoed, te gunnen. In dezen zin werd het Hoofdbestuur op 30 Mei geantwoord.

Op 6 Juni bereikte de Commissie nogmaals een schrijven van het Hoofdbestuur. Het Hoofdbestuur verzocht om een nieuw advies, om het besteden van den prijs ook dit jaar mogelijk te maken.

De Commissie pleegde terstond hierop overleg en richtte 8 Juni tot het Hoofdbestuur een brief van den volgenden inhoud.

 

Mine Heeren,

Wij ontvingen in goede orde Uw geëerd schrijven van 6 Juni 1935, waarin U ons verzoekt een nieuwe voordracht voor den C.W. van der Hoogt-prijs in te dienen. Het verbaast ons, dat U slechts een nieuw advies vraagt, en de principieele quaestie, gerezen door Uw schrijven van 21 Mei, buiten beschouwing laat. U staat dus ten opzichte van ons eerste advies, Marsman te bekronen voor zijn dichtbundel ‘Porta Nigra’, nog op het standpunt, dat U, ofschoon U van het aanbevolen werk de waarde beseft, niet tot een toekenning van den prijs van den heer Marsman kunt overgaan, omdat deze, naar aanleiding van de bekroning indertijd van Van Schendel, in de Groene Amsterdammer van 11 Juli 1931, tegen de Commissie en tegen het Bestuur en tegen de Maatschappij te keer is gegaan.

Aan Uw verlangen voldoende, hebben wij opnieuw overwogen, in een spoedvergadering op 8 Juni, en wij zijn na zeer ernstig overleg tot het besluit gekomen, dat wij, krachtens de ons gegeven opdracht, niet anders kunnen doen, dan ons eerste advies, en met meer klem dan tevoren, herhalen.

Het door U te berde gebrachte bezwaar kan en mag in onze overwegingen onder geen enkele voorwaarde een rol spelen: wij zijn een Commissie van Schoone letteren en niet van onschoone kibbelpartijtjes.

Dat de heer Marsman, in zijn aangehaald stuk, zich op minder aangename wijze heeft doen kennen, zijn wij geneigd te beamen; wellicht zou dit stuk aanleiding kunnen zijn hem als lid der Maatschappij voorloopig te weren; maar dergelijke zaken kunnen geen invloed uitoefenen op een aanbeveling, die uitsluitend op aesthetische waar-

[pagina 48]
[p. 48]

deering behoort te berusten. Van dit beginsel zouden wij niet kunnen afwijken, zonder ons zelf in het oog van alle weldenkenden, die op de objectiviteit van ons oordeel staat maken, te verloochenen en zonder Uw Maatschappij te vernederen.

Juist omdat Uw Maatschappij een hoog standpunt inneemt, kan en behoort zij zich de weelde te veroorlooven, zich boven de jeugdige buitensporigheden van den heer Marsman te stellen.

Bovendien bedenke de Maatschappij, dat deze prijs niet een prijs is van de Maatschappij, maar dat de Maatschappij slechts de trustee is van een milden stichter, die de Maatschappij als deskundige heeft aangewezen, om zijn doel op de zekerste wijze te bereiken; zoodat de Maatschappij eigen gevoeligheden, bij het toekennen van dezen prijs, volkomen behoort uit te schakelen, en slechts het door den stichter beoogde doel behoort na te streven.

Wij achten dit punt van zoo groot gewicht, dat wij, mocht het Hoofdbestuur, om de aangevoerde redenen, van ons advies meenen te moeten afwijken, ons verplicht zullen gevoelen, ter wille van de zuiverheid der verhoudingen in de wereld der letteren, dit schrijven te publiceeren.

 

Deze brief werd persoonlijk onderteekend door K.J.L. Alberdingk Thijm, J.C. Gerritsen (G. Gossaert), Dirk Coster, M. Nijhoff, W. Asselbergs (Anton van Duinkerken) Jo van Dulleman-de Wit, en per order door J.W.F. Werumeus Buning.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken