Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1937 (1937)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.87 MB)

XML (0.80 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1937

(1937)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[IX.] Adviezen van de commissie voor schoone letteren en het bestuur nopens den C.W. van der Hoogt-prijs 1937

IX (VIII). Deze adviezen zijn bij den beschrijvingsbrief vertrouwelijk medegedeeld.

Anders dan in 1936 worden de voordracht der Commissie voor Schoone Letteren en het advies van het Bestuur vóór de vergadering ter kennis van de leden gebracht. Naar de meening van het Bestuur is dit een logisch gevolg van de wetswijziging van 1936, waarbij de beslissing over de toekenning van den prijs in handen van de jaarlijksche vergadering wordt gelegd. In de memorie van toelichting is immers onderstreept ‘dat de prijs wordt toegekend door de Jaarlijksche Vergadering, derhalve door de leden der Maatschappij, die daarover in die vergadering kunnen stemmen. Het is redelijk, dat aan de leden tijd en gelegenheid wordt gegeven om zich een zelfstandig oordeel te vormen.

 

[1] De Commissie voor Schoone Letteren adviseert, den C.W. Van der Hoogt-prijs voor het jaar 1937 toe te kennen aan mevrouw Henriëtte van Eyk voor haar roman Gabriël. De voornaamste overweging van de

[pagina 210]
[p. 210]

Commissie, die met algemeene stemmen het besluit nam tot het uitbrengen van dit advies, is dat in de Nederlandsche letterkunde de humor, zoo vaak als een minder verdienstelijk genre beschouwd, zelden geheel tot zijn recht komt. Bekroonde het bestuur van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde in het verleden reeds schrijvers van zeer uiteenloopenden aard, een auteur, die den lach van den lezer wekt door een oorspronkelijke beheersching onzer moedertaal verwierf tot heden niet de aanmoediging, die zulk een sympathieke beoefening van de letterkunde ongetwijfeld verdient.

De roman Gabriël door mevrouw Henriëtte van Eyk munt uit door een geestigheid, welke gevoed door levendige verbeeldingskracht, den lezer een wereld opent, waar het leven verminkt wordt tot geheel nieuwe verhoudingen. Het is de wereld van een sprookje, maar niet van een gewoon sprookje. In dit verhaal blijft de realiteit van menschen en dingen onaangetast, doch de functies, welke hun worden toegekend, kloppen niet geheel met hun werkelijke vermogens. Ze doen en zeggen gedurig het onverwachte, en dit op een wijze, waardoor wij den indruk krijgen, dat het zoogenaamd werkelijke leven maar een misverstand zou zijn en dat alleen het gedroomde leven het echte leven is.

Mevrouw Henriëtte van Eyk behandelt met groote virtuositeit de taal. Haar volzin dankt vaak een comisch effect aan de manier, waarop zij gebruikelijke syntactische wendingen buiten hun gewoon verband weet te plaatsen, zoodat ze, trots hun algemeenheid, nieuw en als het ware onbehoorlijk schijnen. De gemeenzame vormen der schrijftaal onderwerpt zij zoodoende aan een leuke en, hopen wij, vruchtbare kritiek. Een groote mildheid in het beoordeelen van menschen en toestanden, een zacht begrip voor de oorzaken van menschelijke fouten en afdwalingen, een teeder gevoel voor al wat kan worden aangeduid als scharminkel, geeft aan dezen verbeeldingrijken roman een bijzondere en alleszins prijzenswaardige bekoorlijkheid. De Commissie meende, dat deze hoedanigheid eene bekroning ten volle rechtvaaardigen.

Voor de Commissie, de secretaris (w.g.) Anton van Duinkerken.

 

[2] Inzake de voordracht van de Commissie voor Schoone Letteren ter toekenning van de Van Der Hoogt-prijs 1937 vindt het Besutur geen aanleiding die toekenning bepaaldelijk te ontraden, ook al slaat het Bestuur de verdiensten van het boek niet zoo hoog aan als de Commissie.

[pagina 211]
[p. 211]

Alvorens tot stemming wordt overgegaan, spreekt de heer Van Vriesland den wensch uit, dat de Commissie voortaan een boek zal bekronen, dat niet alleen op zich zelf waardeerbaar is, maar ook kan gelden als representatief voor het proza (of de poëzie) uit de periode der twee jaren en van beteekenis voor de heele Nederlandsche letterkunde.

De heer J.A.N. Knuttel mist in den roman Gabriël den ondergrond, die den humor belangrijk had kunnen maken; in de waardeering der Commissie wordt de vorm geëerd boven het leven.

De heer Asselbergs pleit voor de opvatting van de Commissie.

De stemming met gesloten briefjes over de toekenning van den prijs wordt opgenomen door een commissie, die op voorstel van den voorzitter zich hiermede belast, bestaande uit de heeren Bijvanck en Slagter.

Aan de aanwezigen was verzocht met voor of tegen te stemmen; uit de stembus kwamen 90 stemmen, waarvan 40 voor, 37 tegen en 13 blanco. Blanco stemmen kent de wet niet. Er volgt een gedachtenwisseling over de waarde dier stemmen. Hier blijkt hoe wenschelijk het is, dat men slechts voor of tegen stemt en bij twijfel zich steeds onthoudt van stemmen. Op voorstel van het bestuur gaat men tot herstemming over, waarbij 83 stemmen worden uitgebracht: 43 voor, 39 tegen en 1 blanco, waarmede de prijs is toegekend.

 

De vergadering wordt dan geschorst en het koffiemaal vangt aan; het is dan al ver over eenen.

 

Wanneer omtrent halfdrie de vergadering wordt voortgezet, komen eerst de uitslagen der verkiezingen, XI(X), XIV(XV) der agenda, dan de toekenning van den dr Wijnaendts Francken-prijs, X(IX), de verkiezing van een voorzitter, XVII, en de bestuursvoorstellen, XII(XI), aan de orde.

 

XI (X). Namens de commissie voor Stemopneming, bestaande uit de leden Bakhuizen van den Brink, Bothenius Brouwer, De Gelder, Juynboll, Knappert, Slagter, Van Ronkel, Van Rijnbach, Van Wijngaarden en Versprille, deelt de heer Bakhuizen van den Brink den uitslag mede van de stemming voor de te benoemen 30 gewone en 2 buitengewone leden.

Ingekomen waren 266 geldige stembiljetten.

Tot gewoon lid zijn gekozen:

ds W. Bax, mr dr J. Belonje, dr S.F.H.J. Berkelbach van der

[pagina 212]
[p. 212]

Sprenkel, D.A.M. Binnendijk, mr F. Bordewijk, dr W.C. Braat, dr H. Brugmans, dr H.E. Buiskool, J.R.T. Campert, mr J. Donner, H. De Nève-van Eyk, B. Van Eysselstein, dr H.T. Fokker, dr P.H.G. Van Gilse, S.H. Hamburger, A.M.W.J. Hammacher, dr K.H. Heeroma, mr Roel Houwink, dr J.H. Kernkamp, W.E. Keuning, J.C.F. Last, dr O. Noordenbos, mr dr Leo Polak, dr H.J. Pos, dr R.R. Post, dr W. Van Ravesteyn, dr J.O. Van Regteren Altena, dr B.J.O. Schrieke, B. Van den Sigtenhorst Meijer, mr H.F. Wijnman;

tot buitengewoon lid:

dr A.A. Hackel te Berlijn en dr Karl Jaberg te Bern.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken