Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1938 (1938)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.92 MB)

XML (0.91 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1938

(1938)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[XII.]

XII (1). Aan de orde wordt dan gesteld het eerste voorstel van het bestuur, de benoeming van een eerelid. De voorzitter vraagt de vergadering om dr C.J. Wynaendts Francken te benoemen, een vraag die met applaus begroet wordt. Hij richt het woord tot het nieuwe eerelid:

Een man, wiens bibliographie in 1933, op zijn 70sten verjaardag, reeds 34 boekwerken en tegen de honderd tijdschriftartikelen opsomde en die sindsdien staag is voortgegaan dit aantal te vermeerderen, mag zeker wel worden aangeduid als minime illitteraus, om met Golius van daareven te spreken, doch wanneer men kennis neemt van de verscheidenheid der onderwerpen, welke in deze geschriften worden behandeld, dan wordt men met verbazing en bewondering vervuld voor zulk een vir eruditissimus. Van Afrika tot Zelfmoord loopt de klapper op uw bibliographie, en tusschen deze twee uitersten liggen weinig onderwerpen, de wereld of het menschelijk leven betreffend, waarmede gij U niet hebt bezig gehouden. Ieder die U kent weet, dat Uw weetgierigheid onverzadigbaar is; gij tracht dien honger te stillen in Uw omgang met menschen, Uw studie van boeken, en, toen gij eenige jaren jonger waart, door groote en degelijk voorbereide reizen. In onzen tijd zijn encyclopaedische geleerden als gij zijt uiterst schaarsch. Onwillekeurig moet ik denken aan twee mannen over wie gij ook hebt geschreven: Bayle en Voltaire. Gij zoudt U in hun, zij zouden zich in Uw gezelschap wèl hebben bevonden.

[pagina 245]
[p. 245]

Nu zie ik U al glimlachen en één van Uw Aphorismen mompelen over lof. In de overtuiging dat de voorzitter der Maatschappij van Letterkunde niet behoort tot hen, van wie het Aphorisme geldt: ‘Van sommige menschen is het aangenamer een afkeuring dan een loftuiting te bekomen’, zet ik mijn requisitoir voort. Gij hebt jegens de Maatschappij groote verdiensten verworven. Lid al van 1899 af, zijt gij een trouw bezoeker van haar vergaderingen geweest en hebt gij meermalen voordrachten gehouden. Aan Uw belangstelling hebt gij in 1935 daadwerkelijk uiting gegeven door het in het leven roepen van den Wynaendts Francken-prijs, en, toen de oorspronkelijke opzet niet geheel aan Uw verwachtingen beantwoordde, hebt gij in het afgeloopen jaar niet geaarzeld opnieuw een belangrijke schenking te doen ter versterking van het oorspronkelijk beschikbaar gestelde fonds. Al deze overwegingen hebben het bestuur der Maatschappij doen besluiten aan de jaarvergadering het voorstel te doen U tot eerelid der Maatschappij te benoemen, en ik houd mij overtuigd, dat de vergadering zoo even haar instemming daarmede met geestdrift heeft gegeven.

Dr Wynaendts Francken, een geleerde èn een Maecenas in één persoon te mogen begroeten, is een voorrecht dat de Maatschappij slechts te zelden te beurt valt! U sieren beide eigenschappen, omdat zij het bewijs zijn, dat gij met alle U ten dienste staande middelen de Nederlandsche Letteren wilt bevorderen. Zulk een toewijding is zeldzaam en heeft haar voldoening in zich zelve. Indien zulk een philosoof als gij evenwel gevoelig zijt voor eenig eerbewijs, dan hoop ik dat het U niet geheel onverschillig zal laten, het eere-lidmaatschap van deze oude Maatschappij te bekleeden. Uit naam van de geheele vergadering wensch ik U daarmede van harte geluk.

Dr Wynaendts Francken dankt den voorzitter met een handdruk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken