Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1939

[II.] Verslag van den secretaris

II. De secretaris leest zijn verslag voor over den staat der Maatschappij en haar belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het jaar 1938/'39:

In het verstreken maatschappelijk jaar werd het ‘Nut’, die sobere oude behuizing, waar de maatschappij 88 jaren van haar innerlijk zoo rijk bestaan heeft doorgebracht, verlaten. Zij heeft zich dan nu gevestigd in een gebouw van voornamer allure, het huis van wijlen professor Snouck Hurgronje op het Rapenburg (nr 61), waarheen gedurende de laatste weken van December archief en meubelen zijn gebracht om te worden geplaatst in de bestuurskamer, die er voor haar door de beheerders van het gebouw en ten deele door haar zelve is ingericht.

Vond zij nieuw aanzien in deze omgeving, zij won het ook daarbuiten - krachtens haar initiatief, dat onder leiding van haar voorzitter in velerlei richting bezig is geweest. Behalve hetgeen deze zelf hierover heeft medegedeeld, moet nog worden gewag gemaakt van het geschrift, waarvoor het bestuur hem dank verschuldigd is, dat U allen is toegezonden en een opgewekt relaas bevat van de geschiedenis en de werkzaamheid onzer maatschappij.

Bedoeld als propagandaschrift eindigt het met toekomstverschieten, die ons misschien onvervulbaar toeschijnen. En toch - waarom niet?

De eerste maandvergadering in het huis op het Rapenburg, den dertienden Januari, was een feestelijke gebeurtenis. Zelden wordt in die vergaderingen de stem der poëzie vernomen. Zij kwam dien avond door

[p. 141]

de schoone voorlezing van mejuffrouw Waldie van Eck uit werk van Nederlandsche dichters - op één na allen tijdgenooten en allen lid onzer Maatschappij - tot de harten van de vele bezoekers, die haar gehoor vormden. Aan mejuffrouw Van Eck onze dank en hulde!

De vertegenwoordiging der Maatschappij bij de opening der Friesche Academie, bij het derde eeuwfeest van den Amsterdamschen Schouwburg en bij de opening der Boekenweek '39 nam de voorzitter op zich. Bij de opening der tentoonstelling en bij de ontvangst ter eere van jhr dr Nico van Suchtelen was de bibliothecaris namens de Maatschappij aanwezig, terwijl prof. dr J.H. Scholte als haar vertegenwoordiger de feesten te Frankfort aan den Main van de Goethegesellschaft, de Deutsche Shakespearegesellschaft en de Freie Hochstift bijwoonde.

De heer Duyvendak was zoo vriendelijk gedurende de afwezigheid van den secretaris in October en een deel van November zich met diens werkzaamheden te belasten, waarvoor hem hier nog eens dank zij betuigd.

In het nieuwe verblijf worden de diensten van onzen bode onnoodig, weshalve met ingang van het nieuwe kalenderjaar hem ontslag is verleend.

De gewone maandelijksche vergaderingen zijn gehouden op 7 October, 11 November, 9 December 1938, op 13 Januari, 3 Februari, 3 Maart en 5 Mei van dit jaar.

Daarin hielden voordrachten:

mr Leo Polak over: Zin en luister van het onvervalste boek Job;

dr P. Valkhoff over: Lamartine in Nederland;

dr E. Blancquaert over: Het Nederlandsch woordenboek in de twintigste eeuw;

dr C.H. van den Heever, in het Zuidafrikaansch, een causerie, aangekondigd als handelend over het Zuidafrikaansche boek, maar voornamelijk gewijd aan de ontwikkeling van de Zuidafrikaansche taal en den geest van de jeugd in Zuid-Afrika;

dr J.H. Kernkamp over: Een verijdelde aanslag op het leven van Prins Maurits bij het huwelijk van Amelie van Marnix van Sint Aldegonde;

dr T.P. Sevensma: Iets over de bibliotheek van den Volkenbond, opgeluisterd met lichtbeelden;

dr Jos. J. Gielen hield Genologische beschouwingen over de Nederlansche balladen.

Aan alle genoemde sprekers zij ook hier dank gebracht voor hun mede-

[p. 142]

werking. De belangstelling voor deze lezingen was steeds geanimeerd.

Het bestuur benoemde tot leden:

te Amsterdam: Chr. de Graaff en dr A. Welcker;

te 's-Gravenhage: jhr mr G.W. van der Does, dr W. van den Ent, W. baron Snouckaert van Schauburg;

te Leiden: dr T.P. Sevensma;

te Maastricht: A.A.M. Stols;

te Nijmegen: dr W. Roukens;

te Utrecht: ir dr J. Goudriaan, jhr dr H.R. Radermacher Schorer;

te Warmond: prof. J.J. Henneman;

te Westeremden: ds M. ten Broek.

Onze verzameling portretten van leden werd uitgebreid. Aan dr J.W. Muller, ons eerelid, danken wij een gelithografeerd portret van Matthijs Siegenbeek, aan den heer W.J.J.C. Bijleveld de portretpenningen van Petrus de Raadt en dr Pieter Johannes Blok.

Het Jaarboek verscheen in November, ondanks alle goede voornemens meer uitgedijd, dan met de begrooting te rijmen viel.

De Maatschappij telt aan het eind van dit haar oude jaar 641 leden en 51 buitengewone leden. De aanwas in de eerste groep, welke de verkiezingen van heden opleveren, zal U aanstonds worden meegedeeld; het verlies in de tweede groep sedert de vorige opgaaf, die 70 buitengewone leden noemde, is het gevolg van nasporingen en berichten van verschillende zijden, waarbij bleek dat velen der oudsten niet meer onder de levenden waren.